TW19 B1 Flashcards
het voorwerp =
het object
Als de zon verdwijnt achter de horizon = (verbum)
ondergaan
de ruimte =
het heelal, de kosmos, het universum
Ons zonnestelsel heeft 8 …
planeten
Geef de tijden van GLANZEN?
glanzen, glansde, heeft geglansd
de duisternis =
het duister
We hebben 7 … op aarde, waar Europa er een van is.
continenten, werelddelen
Onder het water… kun je veel vissen zien.
oppervlak
de grootte van een terrein =
de oppervlakte
niet diep =
ondiep
de hoogte van het water =
het peil
Nadat het had geregend, lagen er overal … water.
plassen
We hebben een … in onze tuin met mooie vissen erin.
vijver
een smal, ondiep riviertje =
de beek
Het … is gegraven om schepen door te laten varen.
kanaal
Een smal kanaal in de stad is een …
gracht
Geef de tijden van STROMEN?
stromen, stroomde, heeft gestroomd
De beweging van water in één richting is een …
stroming
Spa komt uit een bekende … in België.
bron
Aan de … van de rivier zit een man te vissen.
oever
Met veel moeite liepen we de … berg op
steile
de modder =
het slijk
Een piramide staat in de …
woestijn
een heel grote zee tussen continenten =
de oceaan