TW10 B1 Flashcards
de dingen die je in je vrije tijd doet = …
de vrijetijdsbesteding
wat je doet, waar je mee bezig bent = …
de bezigheid
de hobby = …
de liefhebberij
Mijn broer en ik houden van films, we gaan vaak naar de bioscoop. We zijn echte film…
liefhebbers
’s Avonds maak ik graag mijn geest en lichaam rustig. Dan … ik …
ontspan (ik) me
Als … lees ik een goed boek met een rustig muziekje op de achtergrond.
ontspanning
De kinderen spelen vaak buiten in de …
speeltuin
Wat zijn de tijden van LUIEREN?
luierde, heeft geluierd
op stap gaan = … …
gaan stappen
het café = …
de kroeg
In een pretpark zoals Walibi zijn er veel …
attracties
een grote gebeurtenis voor veel mensen = …
het evenement
Iedereen kent dit en vindt dit geweldig. Het is …
populair
de vereniging = …
de bond
de collectie = …
de verzameling
Ik speel tien instrumenten, ik ben erg …
muzikaal
Iemand die van muziek houdt is een …
muziekliefhebber
de fanfare = …
de harmonie
dingen maken uit hout, lijm, papier, … = …
knutselen
wat zijn de tijden van BREIEN?
breide, heeft gebreid
soort zware grond die gebruikt wordt om potten, bakstenen enz. te maken = …
klei
Ik gebruik … om deze dingen aan elkaar te kleven.
lijm
de camera = …
het fototoestel
foto’s maken = …
fotograferen
Iemand die foto’s maakt is een …
fotograaf
groter maken = …
vergroten
het internet gebruiken = …
internetten
wat zijn de tijden van SURFEN?
surfte, heeft gesurft
een bericht versturen via de computer = …
e-mailen
wat zijn de tijden van CHATTEN?
chatte, heeft gechat
met de computer werken of spelen = …
computeren
Sinterklaas brengt altijd … voor de brave kinderen.
speelgoed
een steen met 21 ogen = …
de dobbelsteen
Een spel met ballen en een keu op een tafel met een groen laken = …
het biljart
Een spel met een koning, koningin, paarden, lopers en pionnen = …
het schaken
een moeilijke vraag met soms een grappig antwoord = een …
raadsel
actief zijn in iets = …
beoefenen
Ik doe dit niet als beroep, maar wel omdat ik het leuk vind. Ik ben een …
amateur
Ik voetbal en dat is ook mijn beroep. Ik ben een …
prof / professional
iemand die erg sportief is = …
de sportieveling
de toestand van je lichaam = …
de conditie
Als je niet volgens de regels speelt, dan speel je …
vals
de sterkste zijn in een wedstrijd = …
overwinnen
iemand die wint = …
de winnaar
iets goed doen = …
presteren
Ik heb een grote … op jou, ik zal er eerder zijn dan jij.
voorsprong