TW25 B1 Flashcards

1
Q

het artikel = …

A

het lidwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het woordje ‘een’ is een … lidwoord. ‘De’ en ‘het’ zijn … lidwoorden.

A

onbepaald (…) bepaalde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

het maakt niet uit wie = …

A

wie dan ook / eender wie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het maakt niet uit wat = …

A

wat dan ook / eender wat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De auto moet … morgen gerepareerd zijn.

A

hoe dan ook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hij werkt heel hard, … verdient hij niet veel.

A

doch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Je mag kiezen welk speelgoed je wil hebben, … de grote speeltoestellen.

A

uitgezonderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ik sta elke dag vroeg op, … ik vakantie heb, dan slaap ik uit.

A

tenzij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

aangezien = …

A

daar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de voorwaarde = …

A

de conditie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

echter = …

A

evenwel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hij was … ziek … hij niet naar school kon.

A

zodanig (ziek) dat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De politie heeft de man meegenomen, … ze hem kunnen ondervragen.

A

opdat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly