TW13 B1 Flashcards
Ik ben Belgisch. Mijn land van … is dus België.
herkomst
de plaats waar iets begint = de …
oorsprong
van nu, deze tijd = …
hedendaags
Ik bestudeer de geschiedenis. Ik ben …
historicus
Columbus maakte een … en vond zo Amerika.
ontdekkingsreis
iets vinden wat nog niet bekend is = iets …
ontdekken
De oude Grieken en Romeinen leefden in de …
oudheid
de tijd dat iets al bestaat = de …
ouderdom
oude, dure objecten = …
antiek
De Griekse cultuur is een voorbeeld van een oude …
beschaving
Wat zijn de tijden van regeren?
regeerde, geregeerd
Welk substantief kan je van opvolgen maken?
de opvolger
een soldaat uit de middeleeuwen = …
de ridder
De ridder had als wapen een …
zwaard
Ieder geloof heeft zijn eigen …
tradities
Alles wat met het vaderland te maken heeft, is …
vaderlands
Congo was een … van België.
kolonie
de godsdienst = …
de religie
Iemand die niet vrij is en werkt zonder loon voor iemand anders, is een …
slaaf
gelovig = …
religieus
iemand die gelooft in God = een …
gelovige
het ‘gesprek’ met God = …
het gebed
De naam van God bij de moslims = …
Allah
hemel >
hel