TW7 B1 Flashcards

1
Q

de echtgenoot (man) of de … (vrouw)

A

echtgenote

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Iemand die geen vaste relatie heeft, is …

A

vrijgezel/ alleenstaand / single

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Letten op de kinderen van iemand anders =

A

babysitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Als de ouders werken, brengen ze hun kinderen naar de …

A

kinderopvang/crèche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dat meisje is een …, zij en haar broer zijn op dezelfde dag geboren.

A

tweeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef de tijden van OPVOEDEN

A

voedde op, opgevoed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De kleindochter (meisje) en de … (jongen)

A

kleinzoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de schoonzoon >

A

de schoondochter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

trouwen =

A

huwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ik ben stiekem … op een meisje uit mijn klas.

A

verliefd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mijn neef is … met zijn vriendin, in oktober gaan ze trouwen.

A

verloofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De bruid (vrouw) en de … (man)

A

bruidegom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Twee mensen die getrouwd zijn =

A

het echtpaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Het stel =

A

het koppel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Iemand die bij een huwelijk officieel zijn handtekening zet, is een …

A

getuige

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tegenwoordig eindigt 1 op de 3 huwelijken in een …

A

(echt)scheiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Ik ben erg gesteld op mijn …, ik heb graag even tijd voor mezelf.

A

privacy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

de weduwe >

A

de weduwenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Een familielid van iemand die gestorven is, noem je een …

A

nabestaande

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

De manier waarop iets georganiseerd is =

A

het stelsel/systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Sociale … zijn er voor arme en zieke mensen.

A

voorzieningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Als iets bestaat uit verschillende soorten, is het …

A

gemengd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Zonder dat je het wilt in een bepaalde situatie komen of een bepaalde fout maken =

A

vervallen tot/in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

iemand met een donkerbruine huid =

A

de zwarte/ de neger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
In de Tweede Wereldoorlog wilde Hitler een rijk creëren van mensen van het Arische …
ras
26
de rijkdom >
de armoe(de)
27
Wat met de burgers te maken heeft, noem je ...
burgerlijk
28
We houden onze problemen binnen het gezin, de ... hoeft er niks van te weten.
buitenwereld
29
Iemand die tussen de 10 en 19 jaar is, noemen we een …
tiener
30
Kinderen krijgen elke week of elke maand … van hun ouders om iets kleins te kunnen kopen.
zakgeld
31
Volwassen worden = ... (verbum)
opgroeien
32
Iemand die ouder is dan 65 jaar, is …
bejaard
33
Als je niet meer hoeft te werken omdat je te oud bent, ben je …
gepensioneerd
34
Als je te oud bent om te werken, krijg je een … om van te leven.
pensioen
35
Een gewoonte die al heel lang bestaat =
de traditie
36
Als je een deel van je lichaam of geest niet kunt gebruiken, ben je …
gehandicapt
37
Als we met school ergens naartoe gaan, moeten er altijd leraren of ouders mee als …
begeleiding
38
Alle mensen van een land die werken voor geld =
de beroepsbevolking
39
Een groep van mensen met hetzelfde beroep noem je een …
beroepsgroep
40
De organisatie die de rechten van werknemers verdedigt, is de …
vakbond
41
Als je zelf niet genoeg geld hebt, krijg je … van de overheid.
bijstand
42
Iemand van wie je houdt en met wie je een relatie hebt =
het lief
43
De relatie die vrienden hebben, noem je …
de vriendschap
44
De manier waarop mensen met elkaar omgaan =
de verstandhouding
45
Homoseksualiteit is een … binnen het Christelijke geloof.
taboe
46
Een geheime liefdesrelatie noem je een …
affaire
47
Langs iemand of iets gaan =
passeren
48
de voorbijganger =
de passant
49
op stap gaan =
gaan stappen/uitgaan
50
Iemand die je niet kent, is een …
vreemde
51
Iemand die in een ander land woont dan het land waarin hij geboren is, is een …
migrant
52
de inburgering =
de integratie
53
Een bedrijf mag een sollicitant niet … op basis van zijn huidskleur.
discrimineren
54
Als mensen bij elkaar komen, is dit een …
bijeenkomst
55
Ik schrijf al mijn afspraken op in mijn …, zodat ik niets vergeet.
agenda
56
Een officieel gesprek tussen twee mensen waarbij de ene iets moet vertellen aan de andere =
het onderhoud
57
Zo organiseren dat alles goed gaat =
coördineren
58
Oma helpt graag bij de … van haar pasgeboren kleinzoon.
verzorging
59
de maatschappelijk werker (man) en de ... (vrouw)
de maatschappelijk werkster
60
Het beleid moet blijven zoals het was, het moet … zijn.
consequent
61
Als je je bezighoudt met iets waar je niets mee te maken hebt, ben je je met dingen aan het …
bemoeien
62
Het feit dat je samen met iemand anders of met anderen aan iets werkt =
de medewerking
63
De vergadering is … voor maandag.
gepland
64
Volgens de … hadden we vorige week al moeten beginnen met het nieuwe project.
planning
65
Ruzie maken =
ruziën
66
Als iets zwaar of moeilijk is voor iemand, is het een grote …
last