TW6 A1 Flashcards
1
Q
- we gaan ons eigen huis …
A
bouwen
2
Q
- zwarte piet loopt op het …
A
dak
3
Q
- als het regent, moet je het … dichtdoen.
A
raam
4
Q
- het kantoor is op de vijfde …
A
verdieping
5
Q
- als je naar boven wil gaan, dan moet je de … nemen.
A
trap
6
Q
- als ik geen trap wil nemen, dan neem ik de …
A
lift
7
Q
- de ingang >
A
de uitgang
8
Q
- De plaats waar je woont, dat is je …
A
woning
9
Q
- laag >
A
hoog
10
Q
- In een huis zet je de auto in de …
A
garage
11
Q
- De kinderen spelen in de … naast het huis.
A
tuin
12
Q
- het appartement = …
A
de flat
13
Q
- Vandaag ga ik niet naar school, ik blijf …
A
thuis
14
Q
- verkopen >
A
kopen
15
Q
De huur = de …
A
huurprijs