TW11 A2 Flashcards
Wat zijn de tijden van RESERVEREN?
reserveerde, heeft gereserveerd
met een vliegtuig = … vliegtuig
per
Wat zijn de tijden van TERUGKEREN?
keerde terug, is teruggekeerd
een enkele rit >
het retour(tje)
binnenlands >
buitenlands
de binnenlander >
de buitenlander
iemand die op reis is = …
de reiziger
Als jij in een vreemd land op vakantie bent, dan ben jij een … in dat vreemd land.
toerist / toeriste
de koffer = …
de reistas
uitpakken >
inpakken
Als je de weg niet weet, dan moet je de weg …
vragen
ongeldig >
geldig
Soort politie die mensen en goederen controleert aan de landsgrens = …
de douane
Hiermee heb je de toestemming om naar een ander land te reizen = …
het visum
Wat zijn de tijden van AANVRAGEN?
vroeg aan, heeft aangevragen
De strook langs de zee = …
de kust
De gast = …
de logé / de logee
Wat zijn de tijden van DOORBRENGEN?
bracht door, heeft doorgebracht
Een wagen waar je ook in kan slapen = …
de caravan
Huisje om je vakantie in door te brengen = …
het vakantiehuisje
Hiermee kan je je afdrogen na het douchen = …
de handdoek
Het biertje = …
het pilsje / het pintje
Proost! = …
Gezondheid!
Wat zijn de tijden van UITZOEKEN?
zocht uit, heeft uitgezocht