TW1 A2 Flashcards

0
Q

Iemand die iets doet, zonder zijn naam bekend te maken =

A

anoniem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Kun je jouw naam letter voor letter …

A

spellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dame ><

A

heer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Heer ><

A

dame

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Elk volk heeft een eigen …

A

identiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De agent wilde mijn … zien.

A

identiteitskaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het cijfer dat op je huis staat = …

A

huisnummer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Adreskaartje = …

A

visitekaartje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Jan is … in Antwerpen, maar woont nu in Brussel.

A

geboren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vrijdag vier ik mijn … , dan word ik 25 jaar.

A

verjaardag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vrouwelijk ><

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mannelijk ><

A

vrouwelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Na een huwelijk van 20 jaar, zijn de ouder van Joris nu uit elkaar. Ze zijn …

A

gescheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het land waar iemand vandaan komt = …

A

vaderland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De … van de meeste Vlamingen is Nederlands. Hun tweede taal is meestal Frans.

A

moedertaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Nederland, Vlaanderen en de ABC-eilanden vormen samen het Nederlandse …

A

taalgebied

16
Q

Een man of vrouw die uit een ander land komt = …

A

buitenlander

17
Q

Een vrouw die uit een ander land komt = …

A

buitenlandse

18
Q

Iemand die uit een ander land komt = …

A

vreemdeling, allochtoon, buitenlander, immigrant

19
Q

Allochtoon ><

A

autochtoon

20
Q

Iemand met de Nederlandse nationaliteit = …

A

Nederlander

21
Q

Een vrouw met de Nederlandse nationaliteit = …

A

Nederlandse

22
Q

Wie Nederlands als moedertaal heeft, is …

A

Nederlandstalig

23
Q

Iemand met de Belgische nationaliteit = …

A

Belg

24
Q

Een vrouw met de Belgische nationaliteit = …

A

Belgische

25
Q

Een vrouw uit Vlaanderen = een …

A

Vlaamse