TW12 B1 Flashcards

1
Q

In het museum kunnen we veel … bewonderen.

A

kunstwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef het kind wat kleurpotloden zodat ze een … kan maken.

A

tekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie is de … van Suske & Wiske? Ik vind het zo’n mooie prentjes!

A

tekenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Picasso was een beroemde …

A

schilder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verven doe je met een penseel en …

A

verf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

het penseel = …

A

de kwast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het schilderij = …

A

het doek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de foto van iemands gezicht = …

A

het portret

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de tijden van SCHETSEN?

A

schetste, geschetst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat niet gekopieerd is, is …

A

origineel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Iemand die veel gevoel voor kunst heeft, is …

A

artistiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de affiche = …

A

de poster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

het brengen tot een bepaalde vorm = …

A

de vormgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de tentoonstelling = …

A

de expositie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

het atelier = …

A

de studio / de galerie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ik hou van de warme … van je stem.

A

klank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

De Marseillaise is het … van Frankrijk.

A

volkslied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Het liedje bestaat uit vier …

A

coupletten / strofes / verzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

het deel van een lied of een gedicht dat steeds herhaald wordt = …

A

het refrein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

spelen op = …

A

bespelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Een … is een instrument met witte en zwarte toetsen.

A

piano

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

One direction is een …

A

popgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Een vrouw die zingt is een …

A

zangeres

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

One Direction is een echte sensatie. Overal waar de jongens komen, zijn er duizenden … die graag met hen op de foto willen.

A

fans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Tomorrowland is een …
festival
26
Een wereldberoemde artiest maakt af en toe een … en treedt zo op in verscheidene plaatsen.
tournee
27
Voor je een muziekinstrument kunt leren bespelen, moet je eerst … leren lezen.
noten
28
Dit liedje heeft een vrolijke …
melodie
29
zuiver (van stem) >
vals
30
Ik ben helemaal niet … : ik kan helemaal niet zingen of een muziekinstrument bespelen.
muzikaal
31
de snelheid van een lied = …
het tempo
32
Mozart is een bekend …
componist
33
de musicus = …
de muzikant
34
De … gaf teken en alle muzikanten begonnen te spelen.
dirigent
35
Sneeuwwitje is een …
sprookje
36
boeken voor volwassenen >
kinderboeken
37
een tekst met persoonlijke ideeën over een wetenschappelijk, cultureel of filosofisch onderwerp = …
een essay
38
Elke avond schrijft ze in haar … wat ze die dag gedaan heeft.
dagboek
39
poëzie >
proza
40
wat met verhalen, gedichten etc. te maken heeft = …
literair
41
Ze is verslaafd aan televisieseries: ze wordt helemaal gek als ze een … heeft gemist.
aflevering
42
Uit hoeveel … bestaat het boek?
hoofdstukken
43
de paragraaf = …
de alinea
44
de passage = …
het fragment
45
iemand die gedichten schrijft = …
de dichter / de dichteres
46
het accent = …
de nadruk / de klemtoon
47
de voorstelling = …
de opvoering
48
Wat zijn de tijden van OPVOEREN?
voerde op, opgevoerd
49
het toneel = …
het theater / het podium
50
de achtergrond van een toneelstuk = …
het decor
51
het deel van een film = ...
de scène
52
de dialoog >
de monoloog
53
een heel goed kunstwerk is een ...
meesterwerk
54
De boeken van Vijftig tinten grijs waren heel … bij de vrouwen.
populair
55
het contrast = …
de tegenstelling
56
Wat zijn de tijden van SAMENVATTEN?
vatte samen, samengevat
57
onderstaand >
bovenstaand
58
Wat zijn de tijden van ANALYSEREN?
analyseerde, geanalyseerd
59
iets begrijpen of verklaren = …
interpreteren
60
aanhalen = …
citeren
61
De eerste versie van een tekst, met nog fouten in en zo, dat is een ...
klad
62
de bespreking = …
de recensie / de kritiek / het of de commentaar
63
het onderwerp = …
het thema
64
Hij heeft heel veel gevoel voor … . Hij lacht met alles!
humor
65
modern >
klassiek
66
niet meer van deze tijd >
hedendaags
67
Het is belangrijk om de hele … te kennen van deze ruzie. Anders kunnen sommige dingen misschien verkeerd begrepen worden.
context
68
de introductie = …
de inleiding
69
besluiten = …
concluderen
70
Wat zijn de tijden van OVERDRIJVEN?
overdreef, overdreven
71
letterlijk >
figuurlijk
72
"Nederlanders zijn dom" is een …
stereotype
73
Wat zijn de tijden van OVERSTREPEN?
onderstreepte, onderstreept
74
Het hartje is het … van de liefde.
symbool