ZO 6.4 Zwangerschap en psychiatrie Flashcards

1
Q

Wat zijn de gevolgen van psychische aandoeningen tijdens de zwangerschap?

A

Ongeveer 20 % van de zwangere vrouwen heeft een psychiatrische aandoening tijdens de zwangerschap of het kraambed. Naast de impact hiervan op de kwaliteit van leven van deze vrouwen, gaan psychiatrische aandoeningen tijdens de zwangerschap gepaard met een verhoogde kans op obstetrische complicaties. Daarnaast kunnen bijkomende ernstige en aanhoudende stress, intoxicaties, ongunstige voedingspatronen en zorgmijding een negatieve impact hebben op de foetale en neonatale ontwikkeling en de uitkomst van de zwangerschap. Psychiatrische aandoeningen zijn sterk gerelateerd aan maternale sterfte (suïcide is nummer 1 in Engeland en HVZ nummer 1 in Nederland).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke psychiatrische aandoeningen die tijdens de zwangerschap ontstaan zijn gerelateerd aan de zwangerschap?

A
  • Tokofobie (pathologische angst voor de bevalling)
  • (Re-activatie van) post-traumatische stress-stoornissen (PTSS) gerelateerd aan een eerder beleefd trauma. Dit trauma kan bijvoorbeeld gerelateerd zijn aan (complicaties van) de huidige of een voorgaande zwangerschap, een voorgaande bevalling, aan seksueel trauma of aan vroegkinderlijk trauma. Ook vroegkinderlijk trauma, zoals verwaarlozing, seksueel misbruik of andere traumatische ervaringen, kunnen sporen achterlaten en opnieuw actief worden tijdens zwangerschap en bevalling.
  • Eetstoornissen kunnen opnieuw actief worden door de fysiologische lichamelijke veranderingen tijdens de zwangerschap.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kun je psychiatrische aandoeningen rond de bevalling en zwangerschap indelen?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij hoeveel procent van de vrouwen zijn de volgende aandoeningen aanwezig: angststoornis, persoonlijkheidsstoornis, PTSS, ADHD, autismespectrumstoornis, depressie, psychotische aandoening, bipolaire stoornis?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de belangrijkste psychiatrische aandoening die ontstaat tijdens de bevalling?

A

De belangrijkste psychiatrische aandoening die ontstaat tijdens de bevalling is PTSS of re-activatie van een voorgaand trauma (bv door inwendig onderzoek, ontkleed door anderen gezien worden, of de afhankelijkheid van anderen tijdens de bevalling).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een postnatale depressie is een depressie met een begin tijdens het kraambed. Wat is de prevalentie van een postnatale depressie bij vrouwen zonder een psychiatrische voorgeschiedenis?

A

10-15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de kenmerken van postpartum psychose?

A

Een postpartum psychose is een psychotische stoornis die ontstaat binnen vier weken na de bevalling. De prevalentie is 1-2/1000.
Vrouwen met een bipolaire stoornis hebben een verhoogde kans op een postpartum psychose. Een postpartum psychose wordt gekenmerkt door een snel progressief beloop die vaak begint met een slaapstoornis, prikkelbaarheid, achterdocht en ontremd gedrag.
Deze symptomen kunnen resulteren in psychotische verschijnselen, verwardheid, hallucinaties, wanen en een wisselend bewustzijn. Het beeld kan wisselen met ook symptoomvrije intervallen. Een postpartum psychose kenmerkt zich door een toegenomen kans op suïcide en agressief gedrag naar het pasgeboren kind toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de kenmerken van PTSS en bevalling gerelateerde traumaklachten?

A

Een post-traumatische stress-stoornis is een psychiatrische aandoening die kan ontstaan na het meemaken van schokkende gebeurtenissen. Het gaat vaak gepaard met herbelevingen, vermijding en disregulatie van het stress-systeem.
Bevalling-gerelateerde traumaklachten zijn klachten die deels passen bij een PTSS. De ervaringen die de aanleidingen zijn van de klachten voldoen echter niet geheel aan de criteria van een diagnose PTSS.
Bevallings-gerelateerde PTSS komt voor in 4 % van de vrouwen in de algemene populatie en in 19 % van de vrouwen in een hoog-risico groep (bv. doordat er sprake was van een gecompliceerde bevalling, zoals een spoedkeizersnede) .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat heb je nodig om de diagnose depressie te stellen?

A

Hieronder staan de symptomen van depressie van de DMS-5. Voor een diagnose depressie dienen minimaal vijf symptomen aanwezig te zijn, waarvan minimaal één uit categorie A, gedurende langer dan twee weken.
Categorie A:
- Sombere stemming (NB bij kinderen en adolescenten kan de stemming prikkelbaar zijn.)
- Duidelijk verminderd(e) interesse of plezier in alle of bijna alle activiteiten
Categorie B
- Significant gewichtsverlies zonder dat dieet wordt gehouden, of gewichtstoename (bijvoorbeeld meer dan 5 % van het lichaamsgewicht binnen één maand), of bijna elke dag een afgenomen of toegenomen eetlust.
(NB Bij kinderen moet gedacht worden aan het niet bereiken van de te verwachten gewichtstoename.)
- Insomnia of hypersomnia
- Psychomotorische agitatie of vertraging
- Vermoeidheid of verlies van energie
- Gevoelens van waardeloosheid of buitensporige of onterechte schuldgevoelens
- Verminderd vermogen tot nadenken of concentreren, of besluiteloosheid
- Recidiverende gedachten aan de dood, recidiverende suïcidegedachten zonder een specifiek of een suïcidepoging, of een specifiek plan om suïcide te plegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Je bespreekt met de zwangere patiënte dat je denkt aan een depressie en dat je haar wilt verwijzen. Naar wie wil je haar verwijzen?

A

Een perinataal psychiater.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke andere aanvullende acties zou je initieel moeten overwegen in het kader van de diagnostiek en behandeling van haar depressie (zwangere vrouw met klachten van depressie)?
A. Bepaling van schildklierhormoon (TSH/FT4)
B. Psycho-educatie over depressie tijdens de zwangerschap
C. Stoppen met werken
D. Antidepressiva voorschrijven
E. Instructie ten aanzien van het herkennen van gedachtes aan zelfdoding
F. Advies om 30 minuten per dag te wandelen

A

A, B, E, F
Afwijkingen in de werking van de schildklier, m.n. hypothyreoïdie kunnen een lichamelijke oorzaak van een depressie zijn.
In het voorkómen van verergering van een depressie is het continueren van vaste patronen, zoals werk, belangrijk. Ook is lichaamsbeweging bewezen effectief.
Psycho-educatie over depressie in de zwangerschap (‘waarom ben ik niet blij in de zwangerschap?’, ‘wat zijn de gevolgen’ ‘ hoe moet ik hiermee omgaan’) leidt als regel tot meer begrip, inzicht en handvatten. Suïcidale gedachten kunnen voorkomen en zijn alarmsymptomen die vaak acute hulp en interventie behoeven. Belangrijk is dat de zwangere en de mensen om haar heen deze herkennen.
Cognitieve gedragstherapie en antidepressiva zijn als eerste behandeling even effectief. De foetale hersenen zijn tijdens de ontwikkeling gevoelig voor blootstelling aan psychotrope stoffen. Daarom dient medicamenteuze behandeling alleen ingesteld te worden indien niet-medicamenteuze behandeling onvoldoende of onvoldoende snel werkt. De impact op de lange termijn ontwikkeling van het kind is onbekend. Anderzijds is ook een niet adequaat behandelde maternale depressie met bijkomende stress en een suboptimale ouder-kindrelatie ongunstig voor moeder en kind. Overleg met cq behandeling door een psychiater met expertise rondom de zwangerschap is in deze erg belangrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In welk percentage van de partners komt depressie voor tijdens de zwangerschap van hun partner?

A

5-10 %

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Er is een sterk verhoogd risico op structurele aangeboren afwijkingen bij gebruik van SSRI’s. Waar / Niet waar?

A

Niet waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De invloed op de hersenontwikkeling en lange termijn uitkomst van SSRI’s op de foetus is onbekend Waar / Niet waar?

A

Waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Er is zeer weinig onderzoek naar de directe effecten op de pasgeborene verricht. Er zijn tot nu toe geen ernstige negatieve effecten van SSRI gebruik tijdens lactatie aangetoond. Waar / Niet waar?

A

Waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Effecten op lange termijn van SSRI gebruik tijdens lactatie zijn voldoende onderzocht. Waar / Niet waar?

A

Niet waar

17
Q

Bij het voorschrijven van een benzodiazepine aan zwangeren dient rekening te worden gehouden met de onbekendheid van lange termijneffecten op het kind. Waar / Niet waar?

A

Waar

18
Q

Bij eenmalig of incidenteel gebruik van benzo’s moet borstvoeding onderbroken worden. Waar / Niet waar?

A

Niet waar

19
Q

Welke punten verdienen aandacht bij het voorschrijven van antipsychotica of niet-SSRI anti-depressiva in de fertiele levensfase?

A
  • Vraag voorafgaand aan voorschrijven naar eventuele kinderwens.
  • Benadruk het belang van een preconceptioneel advies bij toekomstige kinderwens minimaal drie maanden voorafgaand aan het verwachte staken van de anticonceptie
  • Verwijs patiënte preconceptioneel danwel zo vroeg mogelijk naar een multidisciplinair team (met vertegenwoordiging vanuit de psychiatrie, obstetrie en neonatologie) met specifieke kennis over het psychiatrische ziektebeeld, de voordelen en de risico’s van het gebruik van de medicatie in de zwangerschap (voor zowel moeder en kind) en alternatieve (niet medicamenteuze) behandelingsopties.
  • Stem de zorg van het multidisciplinaire (POP) team af met het eigen psychiatrisch behandelteam en geef helderheid over wie het primaire aanspreekpunt is voor psychiatrische en/of obstetrische klachten tijdens de zwangerschap.
  • Stel samen met de (aanstaande) zwangere vrouw een geboortezorgplan op, van de preconceptionele periode tot zes weken na de zwangerschap. Zorg voor een duidelijk overzicht van de betrokken zorgverleners uit zowel het medische als het sociaal domein in deze periode. Zorg daarnaast ook voor een overzicht van de betrokken naasten binnen het eigen netwerk van patiënte.
20
Q

De ouder-kindrelatie tijdens de eerste weken na de geboorte is essentieel voor de hersenontwikkeling van de baby. Waar / Niet waar?

A

Waar

21
Q

De ouder-kindrelatie tijdens de eerste weken na de geboorte is essentieel voor de ontwikkeling van het stress-systeem van de baby. Waar / Niet waar?

A

Waar

22
Q

De ouder-kindrelatie wordt pas opgebouwd ná de geboorte van het kind. Waar / Niet waar?

A

Niet waar

23
Q

Een kind reageert in de baarmoeder op massage/stevig aanraken van de buik door naar de buikwand toe te gaan. Waar / Niet waar?

A

Waar

24
Q

Een baby jonger dan drie maanden kan zelf zijn/haar stress reguleren. Waar / Niet waar?

A

Niet waar

25
Q

Ernstige aanhoudende stress (zogeheten toxische stress) in de baarmoeder en kort na de geboorte, verstoort de opbouw van de hersenen en gaat gepaard met een verhoogde kans op psychiatrische problemen en lichamelijke ziektes op de langere termijn. Waar / Niet waar?

A

Waar

26
Q

Welke fysiologische aanpassingen van het brein treden er op tijdens de zwangerschap?

A

De biologische veranderingen van de hersenen en het endocriene systeem hangen samen met psychiatrische aandoeningen tijdens de zwangerschap.
Oxytocine wordt ook wel het knuffelhormoonen en geeft een gevoel van verbinding tussen mensen. Oxytocine speelt een onmisbare rol bij borstvoeding. Oxytocine geeft in moeders in specifieke hersengebieden meer en in specifieke hersengebieden minder activiteit. Testosteron heeft een vergelijkbaar effect in de hersenen van vaders. Hormonen leiden er dus toe dat de hersenen van ouders anders functioneren dan van niet-ouders.
Bepaalde aspecten van ouderschap hangen ook samen met specifieke hersenstructuren. Een voorbeeld van een gunstig aspect van ouderschap is ‘interactive synchrony’, waarbij ouder en kind in synchronie met elkaar steeds op elkaar reageren. Deze interactie is noodzakelijk voor een jong kind om hersenverbindingen aan te maken. Een minder gunstige aspect is ‘intrusive mothering’, waarbij de moeder niet de baby volgt in zijn of haar behoefte, maar de baby inzet om aan haar eigen behoefte tegemoet te komen en daarmee de behoefte van de baby niet ziet. Deze aspecten van oudergedrag zijn dus uitingen van hersenfuncties, die samenhangen met bepaalde hersenstructuren. Tijdens de zwangerschap vinden er allerlei veranderingen in de hersenen plaats om dit gedrag mogelijk te maken. De hersenen zijn dus in een periode van verandering tijdens de zwangerschap. Dat maakt de hersenen mogelijk gevoeliger voor de ontwikkeling van psychiatrische ziektebeelden.

27
Q

Wat is de invloed van de HPA-as tijdens de zwangerschap op de gezondheid van moeder en kind?

A

De HPA-as (Hypothalamus-Pituitary-Adrenal) is een onderdeel van het stress-systeem. De gevoeligheid van de HPA-as bepaalt de gevoeligheid van het lichaam voor stress.
Tijdens de zwangerschap vindt een aanpassing plaats waarbij de HPA-as aan het einde van de zwangerschap minder gevoelig wordt. Mogelijk is het evolutionair belang hiervan dat het (ongeboren) kind niet aan overmatige stress blootgesteld wordt en de programmering van de HPA-as van het kind tijdens de intra-uteriene periode niet ongunstig beïnvloed wordt.
Veel psychiatrische ziektebeelden zijn geassocieerd met een disregulatie van de HPA-as. Ook ernstig vroegkinderlijk trauma gaat gepaard met een disregulatie van de HPA-as. Mogelijk speelt een verstoorde aanpassing van de HPA-as aan zwangerschap een rol in het ontstaan en het beloop van psychiatrische ziektebeelden tijdens de perinatale periode.
De ontwikkeling en de gevoeligheid van de HPA-as van het kind wordt weer bepaald door de mate van blootstelling aan stress van de (aanstaande) ouders. Deze gevoeligheid hangt samen met de levenslange gevoeligheid van het kind voor stress, lichamelijke en psychische aandoeningen.

28
Q

Aan welke mogelijke psychiatrische diagnose(s) denk je?
A. Angststoornis
B. DHD
C. PTSS
D. Borderline persoonlijkheidsstoornis
E. Depressieve stoornis

A

C, E

28
Q

Hoeveel procent van de vrouwen benoemt zelf hun bevalling als traumatisch?

A

10-20 %

29
Q

Wat zijn de DSM-criteria voor PTSS?

A
30
Q

Hoe kun je het vele huilen van de baby in deze casus verklaren?

A

Als bij baby’s het stress-systeem aangaat (bv door honger, vieze luier, kou, pijn) kunnen baby’s deze stress (biologisch) de eerste maanden niet zelf reguleren. Daarvoor is het nodig dat een ouder/primaire verzorger de stressprikkel wegneemt en hen troost. Dit wordt ook wel co-regulatie of dyadische regulatie genoemd. Indien de eigen capaciteit voor stress-regulatie van een ouder tekort schiet, dan kan dit ook tot uiting komen in veel huilen van de baby.