HC 4.2 Ovarium en endometrium carcinoom Flashcards
Wat zijn de klachten van ovariumcarcinoom?
- Geen!
- Aspecifiek
o Vage gastro-intestinale klachten.
o Toename van de buikomvang.
o Mictie- of defaecatie problemen. - Acute buik door ruptuur van een cyste of steeldraai. Je hebt dan van het ene op het ander moment peritoneale prikkeling en dan ga je wel gelijk naar de dokter.
Ovariumcarcinoom wordt vaak pas in een vergevorderd stadium ontdekt. Dit komt omdat er geen specifieke vroege symptomen zijn
Wat is de epidemiologie van ovariumcarcinoom?
45% van de vrouwen met ovariumcarcinoom zijn ouder dan 70 jaar. 1/85 vrouwen krijgt ovariumcarcinoom en 1/100 vrouwen overlijdt aan ovariumcarcinoom. 5-jaarsoverleving is niet erg groot. 5-jaarsoverleving ligt rond de 38%. De 10 jaarsoverleving rond de 30%.
Wat zijn de beschermende factoren en risicofactoren voor ovariumcarcinoom?
Beschermende factoren:
- Minder ovulaties:
o De pil: 30-50% risico reductie indien > 3 jaar
o meerdere zwangerschappen
Ovulaties geven schade aan het ovarium. Door de pil en zwangerschappen heb je minder ovulaties.
Risicofactoren:
- Oudere leeftijd
- Genmutaties (10-15%):
o BRCA-1, BRCA-2
o Lynch syndroom: MLH1, PMS2, MSH2, (MSH6)
Welke diagnostiek doe je bij verdenking op ovariumcarcinoom?
Allereerst is gynaecologisch onderzoek nodig, daarna worden een vaginale echografie, CT-scan en meting van het serum Ca-125 gedaan.
Waar let je op bij het maken van een echo bij iemand met een ovariumcarcinoom?
Bij mensen met een massa in de buik, dan begin je met het maken van een echo qua beeldvorming.
- Cysteus / solide
o Uni – multi loculair
o Septae (dikte)
- Proliferaties
- Ascites
- ± doppler
- ± IOTA (international ovarian tumour analysis)
- ± RMI (risk of malignancy index)
Bij de pijltjes, in de cysten papillaire formaties. Bij de andere: schotten in het ovarium. Maar deze zijn wel glad. Er zijn allerlei modellen om in te schatten of iets kwaadaardig is. Maar het beste is om onderzoek te doen bij de patholoog.
Welke kwadranten moet je beoordelen bij de CT-scan voor ovariumcarcinoom?
Bij de CT-scan moet de radioloog goed alle kwadranten beoordelen. De kwadranten zijn: omentum, klieren, cardiophrenische hoek, kleine bekken, lever, longen, etc.
Wat voor lab doe je bij verdenking op ovariumcarcinoom?
Tumormarkers worden het liefst voorafgaand aan chirurgie of chemo bepaald. Ze zijn echter niet bewijzend voor een tumor en worden ook niet allemaal bepaald. De markers kunnen met name gebruikt worden als follow-up.
- Algemeen lab (preoperatief / voor chemotherapie)
- Markers
o CA 125
o CEA
o A1FP, hCG, LDH (kiemceltumoren: maligne variant van de teratomen: talg en haren uit de cysten, zie je met name bij jonge mensen). Maligne kiemceltumoren: zie je vaak ook bij jonge mensen, maar deze reageren goed op chemoreceptoren.
o Inhibine A en B, Estradiol, AMH (seks cord stroma celtumoren)
Wat kun je zeggen over de histologie bij ovariumcarcinoom?
Histologie maakt de diagnose definitief. Verschillende histologische typen:
- A Laaggradig endometrioid
- B Graad 3 endometrioid: ziet eruit als een endometriosehaard.
- C Clear cell (Heldercellig)
- D Sereus ovarium carcinoom: meest voorkomende vorm. Hooggradige tumor met veel delingsactiviteit. Sommige delen liggen los van het ovarium.
Samen 80% van de ovarium carcinomen. Andere 20% kiemcel en stromacel. Bij ovariumtumoren zijn de histologische subtypen klinisch niet relevant: het maakt niet uit voor de behandeling (bij endometrium tumoren wel).
Waaruit ontstaan ovariumcarcinomen?
We denken dat het ontstaan is in de eileider: behalve de kiemceltumoren en stromaceltumoren. Het heeft qua cellen meer weg van een tuba.
- Eierstok (ovarium)
- Eileider (tuba)
- Buikvlies (extraperitoneaal ovariumcarcinoom)
Klinisch vormen deze beelden één entiteit.
Hoe metastaseren ovariumcarcinomen?
Ovariumcarcinomen metastaseren om verschillende redenen makkelijk, namelijk door de intraperitoneale lokalisatie van de ovaria, de exfoliatieve groei en versleping van de tumorcellen. Tumorcellen kunnen worden meegenomen in de vochtstroom in de buik en zich hechten op de lever of in de darmen. Van daaruit kunnen zij gemakkelijk verder metastaseren. Dus heel vaak betrokkenheid van het omentum en het diaphragma.
Waar is de prognose van ovariumcarcinoom van afhankelijk?
Prognose is afhankelijk van stadium, (radicale) chirurgie, chemotherapie en mutatiestatus. BRCA mutatie betere kans op reageren op chemo. Je bent beter te behandelen dan iemand die het sporadisch krijgt.
Hoe kun je stadia van tumoren indelen?
Stadium I ergens begonnen (alleen in de eierstok en eventueel in het vocht van de buik), stadium II iets meer uitbreiding in dezelfde omgeving, III is regionaal, IV is op afstand. Als het in het buikvocht zit: dan slechtere prognose.
Wat zijn de kenmerken van laagstadium ovariumcarcinoom?
Bij een laag stadium ovariumcarcinoom bevindt de tumor zich in het orgaan van origine. Deze vroege stadia zijn meestal een toevalsbevinding (na bv. een steeldraai van het ovarium), omdat er in dit stadium zelden klachten zijn. Zorgvuldige (laparoscopische) stagering is cruciaal voor genezing. De tumorgraad is hierbij de belangrijkste prognostische factor. In deze vroege stadia zal 75-90% genezen. Adjuvante chemotherapie verbetert de overleving bij niet goed gestageerde patiënten, maar geeft geen extra overleving als de stagering goed is. Het is niet bekend of adjuvante chemotherapie de overleving verbetert van patiënten met een hooggradige tumor.
Wat is het doel van stagering bij het ovariumcarcinoom?
Het doel van stagering is het vaststellen of er (microscopische) metastasen zijn. Ze doen een laparoscopie of -tomie. Als er geen metastasen worden gevonden, krijgt men geen chemotherapie. De stageringsoperatie bestaat uit de volgende onderdelen:
- Cytologie spoelvocht of ascites;
- Inspectie en palpatie hele buikholte;
- Uterus- en adnexextirpatie;
- Omentectomie;
- Stageringsbiopten;
- Lymfeklieren dissectie/sampling: kleine bekken en rondom de aorta.
Wat zegt complete stagering over de prognose bij het ovarium carcinoom?
Compleet gestageerde vrouwen hebben een goede prognose, incompleet gestageerde vrouwen hebben een slechtere prognose. Bij deze laatste groep kan namelijk microscopisch gestageerde ziekte gemist worden. Als dit gebeurt, wordt er opnieuw geopereerd of wordt er gestart met chemotherapie.