HC 1.3 Gametogenese Flashcards

1
Q

Wat is meiose?

A

Meiose = reductiedeling (voor het genereren van gameten), mitose = normale celdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is haploïdisatie?

A

Haploïdisatie: bij meiose krijgen de dochtercellen 3 chromosomen in tegenstelling tot 6 (in het voorbeeld).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe komen de homologe paren bij elkaar?

A

Chromosoomparing is afhankelijk van de beweging van chromosomen. “Bouquet formation” de chromosomen bewegen allemaal maar de uiteinden blijven bij elkaar. Je hebt de chromosomen op die manier allemaal al een beetje op lengte geselecteerd.
Het tweede wat een rol speelt bij de herkenning is het maken en herstellen van dubbelstrengsbreuken in het DNA. Het DNA dubbelstrengsbreuk herstel proces gaat gelijk op met de chromosoomparing waarbij een klein deel van de breuken zodanig gerepareerd wordt dat een crossover ontstaat (dit zien we in 10% van de gevallen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de kenmerken van meiose?

A
  • Reductiedeling van 2n naar 1n
  • Homologe chromosomen moeten paren
  • Crossovers worden gevormd
  • Eén haploïde set van chromosomen per dochtercel na meiose I
    Meiose gebeurt in de spermatogenese en de oogenese.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer vindt spermatogenese plaats?

A

Is een continu proces dat start vanaf de puberteit. Dit gaat dan gedurende de rest van het leven door, er zitten altijd stamcellen in de testis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het beloop van de spermatogenese?

A

Stamcel –> meiotische profase (duurt 2 weken) –> 2 meiotische delingen (1-2 dagen) –> postmeiotische cellen (spermatiden) ontwikkelen tot rijpe zaadcellen (spermatozoa): 2 weken. Dit proces vindt plaats in de testis buisjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de functie van de Leydig cellen? En wat is de functie van de Sertoli cellen?

A

Leydig cellen produceren testosteron en sertoli cellen ondersteunen de spermatogenese. De stamcellen zitten aan de zijkant van het buisje, de rijpere cellen zitten meer naar het midden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe vormen X en Y samen een chromosoompaar?

A

Een homoloog vormen bij een XY chromosomenpaar is best lastig. Maar ze moeten wel paren met elkaar, want ze moeten verdeeld worden over de dochtercellen, ze moeten namelijk niet allebei naar dezelfde cel gaan. Ze lijken nog wel ergens op elkaar, in de pseudo-autosomale regio. In dit stukje hebben X en Y homologe genen. De X en Y chromosomen paren dan ook maar over een klein stukje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kun je zeggen over de meiotische profase van de spermatogenese?

A

Tijdens de meiotische profase is er geen transcriptie van de X en de Y. Groen is RNA polymerase: dit zie je dus niet rondom X en Y. Dit is wel nadelig want op het X-chromosoom zitten veel genen die dus tijdens de meiotische profase inactief worden gemaakt die wel nodig zijn voor het metabolisme. Zoals phoshoglyceraat kinase (PGK): dit enzym is belangrijk in de glycolyse. Voor sommige genen is hiervoor de evolutionaire oplossing geweest om een kopie hiervan op een ander chromosoom te zetten. Die kopie komt dan alleen in de testis tot expressie en die zorgt dan voor een compensatie van het X-linked gen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de spermiogenese? Hoe wil je een zaadzel hebben?

A

Spermiogenese: de ontwikkeling van de spermatiden. Je wilt een zaadcel krijgen die erg aerodynamisch is van vorm: kleine kop, in het middenstukje zitten alle mitochondriën er moet namelijk veel energie worden gegenereerd om de staart: de flagel goed te kunnen bewegen. De kop moet klein zijn omdat: door het DNA klein in te pakken is het beter beschermd en daarnaast zorgt het ervoor dat de zaadcel meer aerodynamisch is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe werkt het met DNA van de spermatieten?

A

Normaalgesproken is het DNA rondom nucleosomen gedraaid. Als een rond spermatiet zich gaat ontwikkelen naar een rijpe zaadcel, is er een drastische reorganisatie van alle chromatiden. De nucleosomen worden eruit gegooid en vervangen door protamines (andere basische eiwitten). Deze gaan het DNA op een andere manier vouwen waardoor het veel compacter kan worden ingepakt. Dit noemen we de histon naar protamine transitie. Dit maakt dat de kop zo klein kan worden. Doordat het DNA zo klein wordt ingepakt daalt ook de transcriptie. Maar je hebt nog wel eiwitten nodig je moet nog wel de protamines maken. De oplossing daarvoor is dat in het ronde spermatiden stadium er al heel veel RNA’s gemaakt worden. Die eigenlijk niet meteen vertaald worden. Die worden dan ingepakt: ribonucleoprotein particles. Er wordt vervolgens heel nauwkeurig gereguleerd wanneer deze vertaald worden. Het is een soort voorraadje voor de laatste paar stappen van de spermatogenese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is ICSI?

A

ICSI = zaadcel injecteren in eicel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is ROSI?

A

ROSI = ronde spermatiden geven: hierbij sla je de gehele stap over van ronde spermatiden tot rijpe zaadcel. Je hebt dan ook nog DNA dat gewikkeld is om histonen. We weten nog niet wat de gevolgen daarvan zijn voor de epigenetische regulatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zit er boven in de zaadcel?

A

Boven in de kop zit het acrosoom: daar zitten allerlei enzymen in die belangrijk zijn bij het bereiken van de eicel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat kun je zeggen over de kwaliteit van zaadcellen?

A

In de afgelopen tijd is de kwaliteit van de zaadcellen omlaag gegaan. Met name dat de zaadcelconcentratie in het ejaculaat omlaag is gegaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom is kennis van gametogenese belangrijk?

A
  • Risico’s van geassisteerde voortplanting kunnen beter worden ingeschat
  • Ontvruchtbaarheid komt veel voor (15%)
  • “nieuwe” erfelijke afwijkingen ontstaan vaak tijdens de gametogenese
  • De leeftijd waarop mensen hun eerste kind krijgen stijgt.
17
Q

Wat is de oogenese?

A

Uit 1 voorlopercel ontstaat maar 1 eicel. Bij de spermatogenese heb je 4 producten. Daarnaast is er een onderscheid tussen voor en na de geboorte. Voor de geboorte beginnen alle stamcellen al met meiose. Alle oocyten worden dus al voor de geboorte gevormd. Dan is er een arrest aan het einde van de profase van de eerste meiotische deling. Dit noem je het diplotene arrest. Vlak voor de ovulatie wordt de eerste meiose afgemaakt. Maar dit is een oneerlijke deling, je krijgt een heel klein minicelletje: het poollichaampje en de eicel die al het cytoplasma opeist. Pas bij de bevruchting wordt de tweede meiotische deling afgemaakt. Bij de ovulatie wordt namelijk de eerste meiotische deling afgemaakt en de tweede meiotische deling stopt in de metafase. Ook de tweede meiotische deling is heel ongelijk waarbij je dus weer een heel klein celletje krijgt: tweede poollichaampje en de eicel.

18
Q

Waarom hebben we die kleine poollichaampjes?

A

Het embryo moet allemaal klievingsdelingen gaan doen en heeft daar veel eiwitten voor nodig. En het nieuwe genoom staat niet gelijk heel goed aan. Je offert dus de poollichaampjes op om een zo’n groot mogelijke eicel te krijgen. In de biologie heb je heel vaak een geslacht die veel gameten maakt die heel klein zijn en een geslacht die weinig gameten maakt die heel groot zijn.

19
Q

Wanneer in de oogenese worden alle eiwitten gemaakt?

A

In de diploïde fase worden alle RNA gemaakt voor het vormen van eiwitten. En dit wordt weer opgeslagen als: ribonucleoprotein particles. Dus in de maanden voor meiose heeft de eicel het RNA gemaakt en is die gaan groeien.

20
Q

Wanneer verliezen de eicellen hun functie?

A

De chromosomen zitten aan elkaar vast met een ritssluiting in de diplotene fase. Naarmate je ouder wordt laat de ritssluiting steeds een beetje meer los. En op het moment dat het helemaal is losgelaten dan blokkeren de eicellen. Hoe ouder je wordt hoe minder eicellen je hebt en hoe minder van kwaliteit de eicellen zijn. Bijvoorbeeld heb je dus vanaf je 30ste meer kans op een kind met het syndroom van Down.

21
Q

Wat gebeurt er allemaal bij de groei van de oocyt?

A

Voor de ovulatie gaat de eicel groeien, de eicel zit dan nog wel in het meiotic arrest. Het gaat dan maternaal mRNA en rRNA maken voor de vroeg embryonale fase (klievingsdelingen), en het vormt de zona pellucida. Dit is een soort gellaagje om de oocyt heen. Er vormen zich ook gapjunctions van de granulosacellen naar de eicel. Dit zijn tunneltjes waardoor allerlei stofjes heen kunnen zoals cAMP en calcium. Ook worden er corticale granula gevormd. Dit zijn blaasjes met enzymen die liggen in de eicel die vrijkomen als de zaadcel de eicel bevrucht. Die enzymen zorgen ervoor dat de zona pellucida harder wordt en dat er dan geen tweede zaadcel bij kan komen.
Daarnaast verwerft de oocyt tijdens het groeien ook de competentie om de meiose te kunnen hervatten. Een hoog cAMP gehalte vanuit de granulosacel houdt de meiose tegen. Op het moment dat de LH piek komt dan verdwijnen de gap junctions, dan komt er geen cyclisch AMP in de oocyt en kan de oocyt de meiose hervatten.

22
Q

Wat gebeurt er na de bevruchting?

A

Na de bevruchting wordt de eicel geactiveerd en voltooid het meiose II en dan worden twee voorkernen gevormd en het tweede poollichaampje.

23
Q

Waarop lijkt het diploteen arrest en metafase II arrest?

A

Het diploteen–arrest (profase MI) en metafase II arrest tijdens de oogenese lijken op “stops” tijdens checkpoints in de mitotische cyclus. Het diploteen arrest lijkt op G2/M checkpoint en het metasfase II arrest lijkt op het exit M checkpoint.