VO 1.4 Microscopische bouw van de mannelijke genitaliën en spermatogenese Flashcards

1
Q

Hoe noem je de bijbal ook wel?

A

Bijbal = epididymis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de opbouw van de testis?

A

Na de huid krijg je de tunica vaginalis (parietale en viscerale laag), dan de tunica albuginea (dikke bindweefsellaag gemaakt uit collageen). Tubula seminifurie: hier vindt de spermatogenese plaats. Via de rete testis gaan de spermacellen naar de bijbal, hier vindt verdere uitrijping plaats. Eerst naar beneden en dan naar boven, naar de vas deferens. Spermatic cord: bloedvaten, zenuwen en vas deferens. Wordt ook wel de funiculus genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de opbouw van de tubula seminifurie?

A

De cellen aan de basis van de tubuli seminiferi zijn de onrijpe spermatogonia, waaruit spermatocyten ontstaan. Spermatocyten ondergaan een meiotische cel deling, waarbij chromatine structuren goed te zien zijn. Na de meiotische celdeling is het DNA in iedere cel gehalveerd. We spreken nu van spermatiden, die een gecondenseerde kern hebben. Tijdens de verdere uitrijping van de spermatiden neemt de condensatie van het chromatine toe met een kleiner wordende kern en vormt zich een cytoplasma staart richting het lumen, er vindt dus afsnoering van het cytoplasma plaats. Hoewel de spermatogenese cyclus in iedere tubulus seminiferus een vaste duur heeft, wisselt het stadium waarin de spermatogenese zich bevindt tussen de tubuli onderling. Hierdoor kunnen bepaalde stadia van de spermatogenese beter in sommige tubuli worden aangetoond dan in andere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat ligt er tussen de cellen van de spermatogenese? En waar liggen de Leydig cellen?

A

Tussen deze cellen zitten de Sertoli cellen. Het zijn epitheelcellen met grote peervormige lichte kern en prominente nucleolus. Leydig cellen liggen tussen de tubuli in in het bindweefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de tunica albuginea?

A

Tunica albuginea: een dichte laag bindweefsel aan de buitenkant van de testis. Vanuit de tunica albuginea lopen bindweefsel septa tussen de tubuli seminiferi door naar het midden van de testis. Rondom en tussen de afzonderlijke tubuli seminiferi zit ook op alle plaatsen bindweefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de tubuli seminiferi?

A

Tubuli seminiferi: buisvormige structuren waarin spermatogenese plaatsvindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de cellen van leydig?

A

Cellen van Leydig: los en in kleine groepjes gelegen epithelioide cellen in het bindweefsel tussen de tubuli seminiferi, met granulair eosinofiel cytoplasma, ronde kern en prominente nucleolus. De Leydig cellen produceren testosteron.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de spermatogonia, spermatocyten, spermatiden, spermatozoen?

A
  • Spermatogonia: onrijpe stamcellen aan de basis met egale grijze ronde kern. Zitten aan het basaalmembraan geplakt.
  • Spermatocyten: cellen liggen halverwege tussen basaal membraan en lumen. Zij ondergaan een meiotische deling en zijn herkenbaar aan het opvallend chromatine patroon. Ze zijn korrelig.
  • Spermatiden: kleine cellen aan de luminale zijde met donkere ronde kern.
  • Spermatozoën: cellen liggen aan de luminale zijde van de tubulus. De kern is klein en ietwat ovaal. Daarnaast hebben de cellen een flagel, welke vaak richting het lumen is gericht. Heet ook wel spermatide.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de functie van de Sertoli cellen?

A
  • De cellen hebben lange cytoplasma uitloper die helemaal van het basaalmembraan naar het lumen lopen. Dit netwerk zorgt voor de zogenaamde bloed-testis barrière door occluding junctions, waardoor auto-immuniteit voor testisweefsel niet bestaat. De testis zijn immune privileged sites. De uitlopers zorgen er ook voor dat er geen toxische stoffen bij de cellen van de spermatogenese kunnen komen, aangezien ze een soort barrière functie hebben.
  • Daarnaast zorgt het voor voorziening van voeding voor de cellen van de spermatogenese.
  • Verder produceren de sertolicellen verscheidene hormonen. Zoals ABP (androgen binding protein), oestradiol, inhibine (remt FSH en LH) en tijdens de embryogenese MIS (mullarian inhibiting substance). MIS zorgt dat de buizen van muller degenereren bij de man.
  • Als laatst verzorgen de sertolli cellen fagocytose van de cytoplasmatische restanten en celresten van de spermatogenese.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke twee oorzakelijke groepen van azoöspermie worden onderscheiden bij ongewenste kinderloosheid bij de man?

A
  • Obstructief: de cellen worden goed gevormd, maar het buissysteem is niet goed doorgankelijk. Bijv. door trauma of vasectomie.
  • Niet-obstructief: buissysteem is wel goed doorgankelijk, maar de spermatogenese vindt niet goed plaats.
    o Genetisch: Klinefelter syndroom (XXY)
    o Chemo
    o Medicatie
    o Overmatig alcoholgebruik
    o Virale infecties: bof (door hevige ontsteking kunnen de stamcellen kapot gaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar let de uroloog op bij het lichamelijk onderzoek bij infertiliteit?

A
  • Grootte van de testis: vaak verkleind bij een niet-obstructieve stoornis
  • Aanwezigheid van de testis: afwezig dan heet dat cryptorchisme
  • Aanleg van de epididymis
  • Palpatie van de vas deferens (is deze goed aanwezig of niet)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doe je bij een TESE? En wat gebeurt daarna?

A

Bij een testiculaire sperma extractie (TESE) wordt een beetje testiculair weefsel weggehaald. Er wordt gekeken of er spermatozoa zijn, op dit moment leven en bewegen. Dan kunnen ze worden ingevroren en later eventueel nog een eicel bevruchten. Hierna gaat het biopt naar het pathologielab, waar kan worden gekeken of er een ontsteking of een voorstadium van kanker is. Tevens kan er gekeken worden of de cellen van de spermatogenese aanwezig zijn .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke cellen zijn aanwezig in de tubuli seminiferi?

A

Seroti cellen. Geen uitrijpingsstadia van de spermatogenese zijn zichtbaar. Dit noemen we een Sertolli cell only beeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat valt je op in het interstitium?

A

Dat er een toename is van Leydig cellen ter compensatie voor de afwezigheid van de spermatogenese (Leydig cell hyperplasie). Het LH en FSH stijgen door afwezige inhibine (afkomstig van de Sertolicellen) en het LH zorgt ervoor dat de Leydig cellen meer gaan delen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke conclusie kun je trekken voor de oorzaak en verdere behandeling van de ongewenste kinderloosheid?

A

Man maakt geen spermacellen aan. Hij kan geen genetisch eigen kinderen meer krijgen. Er is geen behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de reis die de zaadcellen afleggen?

A

Vanuit de tubuli seminiferi passeren de zaadcellen achtereenvolgens: de tubuli recti en rete testis, waarna ze terechtkomen in de epididymis. In de epididymis ondergaan de spermatozoën nog verdere rijping en worden ze opgeslagen totdat ze via de ductus deferens naar buiten worden gedreven. De epididymis ligt tegen de testis aan.

17
Q

Wat zijn de ductuli efferentes?

A

Ductuli efferentes (rechts): de epitheelbekleding van de ductuli efferentes is golvend enéénlagig. Het golvende karakter wordt veroorzaakt door verschil in hoogte van de epitheelcellen. De epitheliale cellen dragen trilharen. Het lumen bevat spermatozoën en secreet. Rondom de ductuli liggen gladde spiercellen. Gekarteld lumen, stervormig. Je hebt er 12. In de ductuli efferentes zitten trilharen om de spermatozoa voort te duwen.

18
Q

Wat is de ductus epididymis?

A

Ductus epididymis: het caudale deel van de ductus epididymis dient als reservoir voor de spermatozoën. De epitheelcellen zijn even hoog waardoor een “vlak” lumen ontstaat. Het epitheel is meerrijig en bevat veel stereocilia. Onder de basaalmembraan liggen gladde spiercellen die bij de ejaculatie contraheren. 1 lange buis, die gekronkeld is.

19
Q

Wat is de functie van de stereocilia in de ductus epididymis?

A

Iets anders dan de trilharen. Het zijn gedifferentieerde lange microvilli. Ze vergroten het oppervlak om voedingstoffen/restanten/vloeistof te absorberen. De spermacellen gaan wel is dood en het lichaam wil dan deze stoffen weer opnemen.

20
Q

Wat is de bouw van de prostaat?

A

De prostaat is een klier die gelegen is rondom de urethra prostatica. De prostaat bestaat uit bindweefsel met vele gladde spiervezels waarin klierbuizen zijn gelegen. De klierbuizen hebben een golvend lumen en worden bekleed door twee cellagen: kubocylindrische luminale cellen die een eiwit- en lipidbevattend secreet produceren en platte basale cellen welke voorlopers zijn van het luminale epitheel. De prostaat kan in een aantal zones worden ingedeeld. Centraal loopt de urethra prostatica waaromheen een zone van bindweefsel met uitmondende afvoerbuizen. Links en rechts naast de urethra prostatica bevindt zich de transitie-zone, die vaak een nodulaire bouw heeft. Achter de urethra prostatica en helemaal aan de zijkanten bevindt zich de perifere zone, die geen nodulaire bouw heeft. Door de prostaat heen loopt beiderzijds de afvoergang (ductus ejaculatorius) van een vesicula seminalis, welke fuseert met de ductus deferens.

21
Q

Uit welke zones bestaat de prostaat?

A
  • Transitie zone: bindweefsel en klierbuizen met nodulaire bouw. Ze zien er dus uit als bollen.
  • Perifere zone: bindweefsel en klierbuizen aan de buitenzijde
22
Q

Uit welke cellen bestaat de prostaat?

A
  • Fibromusculair bindweefsel: interstitium tussen de klierbuizen
  • Luminale epitheliale cellen: kubocylindrische cellen grenzend aan lumen
  • Basale epitheliale cellen: platte cellen grenzend aan bindweefsel
23
Q

Wat is het verumontanum?

A

Verumontanum: uitstekende heuveltje bij de urethra. Het markeert de locatie waar de zaadleiders (ductus deferentes) uitmonden in de urethra.

24
Q

Zijn de basale cellen makkelijk te identificeren?

A

Ze zijn plat en moeilijk te onderscheiden van fibroblasten in het bindweefsel. Je kan ze wel aantonen met een kleuring.

25
Q

Welke twee veel voorkomende ziekten zie je bij oudere mannen in de prostaat?

A

De transitie-zone en perifere zone worden bij oudere mannen verschillend aangedaan door twee veel voorkomende ziekten: benigne prostaat hyperplasie (transitie-zone) en prostaat carcinoom (voornamelijk perifere zone).

26
Q

Welke ziekte (benigne hyperplasie of carcinoom) zal eerder tot klachten leiden en waarom?

A

Kanker in de perifere zone is ver van de urethra verwijderd en geeft daardoor weinig symptomen of klachten. Benigne prostaathypertrofie komt vooral voor in de transitiezone. Waardoor de urethra dichtgedrukt wordt met plasklachten tot gevolg: nicturie, vaker plassen, moeite met leegplassen.

27
Q

Wat maakt PSA?

A

PSA wordt uitgescheiden door luminale cellen in het lumen, maar lekt in het stroma en komt zo in het bloed terecht. Kan verhoogd zijn bij hypertrofie of prostaatkanker.

28
Q

Wat zijn de kenmerken van een adenocarcinoom in de prostaat?

A
  • Onregelmatige gerangschikte klierbuizen van luminaal eenlagig epitheel met een basofiel cytoplasma, de architectuur is zeer simpel
  • Geen basale cellen
  • Grote ronde kernen
  • Prominente nucleolus (hele dikke stippen)
  • Atypie in verhouding tot kernvergroting
  • Bij prostaatkanker zijn alleen luminale cellen aanwezig, basale cellen zijn niet meer aanwezig.
29
Q

Wat is de Gleason score?

A

In te delen met Gleason score: 3 minst agressief (nog buizen aanwezig, rechts), 5 meest agressief (geen buizen meer aanwezig, links).

30
Q

Hoe voelt prostaatkanker aan bij een rectaal toucher?

A

Rectaal toucher: prostaatkanker is zo hard als bot.

31
Q

Wat zijn de volgende structuren van de penis: urethra, corpus spongiosum, corpus cavernosa, tunica albigunea, huid?

A
  • Urethra: centrale buis met geplooid lumen bekleed door urotheel (5-7 lagen cellen). Aan de buitenkant paraplucellen die zorgen voor bescherming tegen giftige stoffen in de urine.
  • Corpus spongiosum: bindweefsel met vele vaatruimten rondom de urethra. Loopt door in de glans penis.
  • Corpora cavernosa: gepaard bindweefsel met vele vaatruimten aan de dorsale (!)zijde van de urethra
  • Tunica albuginea: dicht bindweefsel rondom de corpora cavernosa
  • Huid: vetarm met enkele grote vaten
32
Q

Waarom is er geen tunica albuginea rondom het corpus spongiosum?

A

Hierdoor kan dit zwellichaam nog goed uitzetten. Mocht hier wel een tunica albuginea omheen zitten. Dan zou de urethra dichtgedrukt worden. Tijdens de erectie moet de urethra openblijven.