VO 6.1 Slecht nieuwsgesprek Flashcards

1
Q

Hoeveel van de vrouwen met een langdurige persisterende HPV infectie krijgt baarmoederhalskanker?

A

Slechts 1 tot 3% van de vrouwen die langdurig besmet is met hrHPV krijgt uiteindelijk baarmoederhalskanker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke klachten kunnen wijzen op premaligne afwijkingen van de cervix?

A
  • Abnormale afscheiding
  • Contactbloedingen
  • Macroscopisch zichtbare afwijkingen aan de cervix
  • Onregelmatig bloedverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werkt het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker?

A

Vrouwen, vanaf 30-jarige leeftijd, krijgen elke vijf jaar rond hun verjaardag een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek. Vanaf het 40e levensjaar wordt de vijfjaars follow-up alleen gehandhaafd bij een positieve hrHPV infectie. Bij afwezigheid van hrHPV wordt de screening pas na 10 jaar herhaald. (Dus bij positieve hrHPV test op 45e jaar test herhalen, bij negatieve hrHPV pas op 50e jaar). De screening stopt in principe bij 60 jaar, mits het hrHPV negatief is, anders blijft vervolgonderzoek plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het beleid bij de verschillende uitslagen van de Pap?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is CIN en hoe wordt het ingedeeld?

A

De voorstadia van baarmoederhalskanker, uitgaande van de plaveiselepitheelcellen worden ingedeeld op basis van de mate van afwijkingen van de cellen (cervicale intra-epitheliale neoplasie, CIN) in het weefsel. De mate van ernst van de CIN afwijking kan alleen m.b.t. histologisch onderzoek worden onderzocht.
De indeling is als volgt:
- CIN1: plaveiselepitheelcellen met geringe afwijkingen in vorm en opbouw van de cellen
- CIN2: plaveiselepitheelcellen met matige afwijkingen in vorm en opbouw van de cellen
- CIN3: plaveiselepitheelcellen met ernstige afwijkingen in vorm en opbouw van de cellen
CIN1 wordt niet als voorstadium van baarmoederhalskanker gezien. Vaak verdwijnen voorstadia en worden de afwijkende cellen door het lichaam opgeruimd (regressie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

U vertelt mevrouw over de procedure van de colposcopie, het inschatten van de aanwezigheid en de graad van de CIN laesie en de mogelijke vervolgstappen van het nemen van een biopt of een lisexcisie (LLETZ). Mevrouw geeft aan dit nogal heftig te vinden, zeker ook gezien een mogelijke kinderwens. Waarom zou ze weefsel laten verwijderen, het was toch maar een licht afwijkend uitstrijkje? Waarom is weefselonderzoek nodig?

A

De ernst van de Pap. classificatie correleert goed met de ernst van de onderliggende afwijking, maar een PAP smear geeft geen histologische diagnose. Het zou kunnen zijn dat er sprake is van een ernstigere afwijking dan wordt vermoed bij het uitstrijkje. Weefselonderzoek (biopten) of een behandeling (lisexcisie) is niet altijd nodig, maar hangt af van het beeld dat wordt gezien bij het colposcopisch onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het beleid per CIN stadia?

A

De volgende behandeling(en) is/zijn nodig bij de volgende uitslagen:
CIN 1:
- er is geen behandeling nodig
- de afwijkende cellen verdwijnen meestal vanzelf
- er moeten wel vervolguitstrijkjes gemaakt worden om dit te controleren
CIN 2
- hierbij is soms behandeling nodig
- ook deze afwijkende cellen kunnen vanzelf verdwijnen
- de gynaecoloog geeft een advies om af te wachten of te behandelen. Hierbij houdt zij/hij rekening met uw leeftijd en of u nog een kinderwens heeft
CIN 3
- de gynaecoloog raadt een behandeling aan
- de kans is klein dat de afwijking vanzelf verdwijnt
Passen de uitslag van uw uitstrijkje én de bevindingen van de colposcopie bij een CIN 3 afwijking? Dan kan de gynaecoloog besluiten om geen biopten af te nemen, maar direct een behandeling uit te voeren (LLETZ).
Een persisterende afwijking kan ook een reden zijn om toch te behandelen. Een afwijking die niet spontaan verdwijnt na 2 jaar is ook een indicatie om te behandelen. Dit uiteraard afhankelijk van de ernst, eventuele kinderwens en de wens van patiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke mogelijke complicaties kunnen optreden bij een LLETZ?

A
  • Acute nabloeding
  • Late nabloeding. Daarom wordt geadviseerd geen geslachtsgemeenschap te hebben, geen tampons te gebruiken en niet in bad te gaan tot twee weken na de ingreep.
  • Bloederige afscheiding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe groot is de kans op complicaties bij het zwanger worden en zwanger zijn bij LLETZ?

A

Geen tot nauwelijks kans op complicaties. Een lisexcisie is een oppervlakkige ingreep aan de buitenzijde van de baarmoedermond en heeft geen tot nauwelijks gevolgen voor het zwanger worden en zwanger zijn. Er is geen medische indicatie voor begeleiding van de zwangerschap in het ziekenhuis. Bij herhaalde lisexcisies kan een deel van de sluitfunctie van de baarmoederhals aangetast worden. Dit verhoogt wel de kans op een vroeggeboorte (RR 1.6). Het is dan wel aan te bevelen een zwangerschap door een gynaecoloog in de tweede lijn te laten controleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In hoeveel procent van de gevallen wordt er bij een PAP4 toch een adenocarcinoom gevonden?

A

In ongeveer 30% van de gevallen wordt een adenocarcinoom gevonden in het excisiemateriaal bij het vermoeden op enkel AIS (adenocarcinoma in situ).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kun je zeggen over conisatie?

A
  • De patholoog kan de snijranden van het preparaat beoordelen
  • De ingreep wordt verricht onder een ruggenprik of algehele anesthesie
  • Meer zekerheid kan worden verkregen over de radicaliteit van de ingreep
  • In het algemeen is m.b.v. deze ingreep het afwijkende weefsel voldoende verwijderd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de korte termijn complicaties van een conisatie?

A
  • Acute nabloeding
  • Late nabloeding. Daarom wordt geadviseerd geen geslachtsgemeenschap te hebben, geen tampons te gebruiken en niet in bad te gaan tot twee weken na de ingreep.
  • Bloederige afscheiding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de lange termijn complicaties van een conisatie?

A
  • Verlittekening van de baarmoederhals
  • Moeizamere afvoer van menstruatiebloed (hematometra), zich uitend in buikpijnklachten
  • Verminderde aanmaak van cervixslijm, wat mogelijk een grotere kans op infectie en vroegtijdig breken van de vliezen bij zwangerschappen geeft
  • Aantasting van de sluitfunctie van de baarmoederhals
    Ter info: de verminderde sluitfunctie na een conisatie verdubbelt de kans op een vroeggeboorte.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk van de volgende antwoorden is waar?
A. Ja, de kans op een extreme vroeggeboorte is hoog en het plaatsen van een bandje om de baarmoederhals is nodig
B. Nee, de baarmoederhals wordt nooit aangetast bij een conisatie
C. Nee, in principe is het plaatsen van een bandje niet noodzakelijk, maar een gynaecoloog in de tweede lijn moet wel de baarmoederhalslengte controleren
D. Nee, in principe is het plaatsen van een bandje niet nodig, maar bij verkorting van de baarmoederhals kan dit wel een optie zijn
E. Bij herhaalde extreme vroeggeboortes na een conisatie bestaat er een indicatie voor het plaatsen van een versterkend bandje

A

C, D, E

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly