VO 2.1 Microscopische bouw van vrouwelijke genitalia Flashcards

1
Q

Hoe kun je op basis van FSH en LH waarden bepalen of iemand in de overgang zit?

A

Tijdens de menopauze valt de productie van oestradiol en inhibine B weg. En hierdoor stijgen FSH en LH.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Hoe wordt de groei van follikels en het endometrium gereguleerd?

A

Iedere dag groeien er follikels tot secundaire follikels uit daardoor hebben follikels verschillende leeftijden. Op basis van een stijging van FSH wordt er een dominante follikel geselecteerd. Follikel die groeit geeft een toenemende productie van oestrogeen. Als het oestrogeen boven een bepaalde drempel komt: dan is het positieve feedback voor de hypofyse om LH af te geven. Onder invloed van oestrogeen neemt het endometrium toe, onder invloed van progesteron vindt er differentiatie plaats van het endometrium. Geen bevruchting, dan wordt het corpus luteum afgebroken, geen progesteron, dus afbraak van het endometrium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe gebruiken we AMH als marker?

A

AMH = een marker om de ovariële functie vast te stellen, in het geval van de menopauze en PCOS. Wordt geproduceerd door de premordiale follikels, en kleine follikels. Voordat ze geselecteerd worden door FSH. Als het aantal premordiale follikels afneemt, neemt ook de productie van AMH af. Dus hiermee kun je ook de responskans voor IVF bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe zijn de verschillende stadia van oocyten gelegen in het ovarium?

A

In het buitenste deel van de schors liggen de primordiale en primaire follikels, meestal dieper in de schors vind je secondaire en atretische follikels. De hilus ovarii is de plek waar de bloedvaten het ovarium binnenkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de oppervlakte bekleding van het ovarium?

A

Oppervlakte-bekleding: De buitenkant van het ovarium is bekleed met één cellaag dik mesotheel. Mesotheel vind je ook als bekleding van de andere inwendige organen, zoals de darm, de lever, het buikvlies etc. Tunica albuginea: Laag bindweefsel direct onder het mesotheel, met een relatief grote hoeveelheid vezels en parallel aan het oppervlak van het ovarium gerangschikte cellen (fibroblasten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke stadia kun je onderscheiden tijdens de rijping van de oöcyt en de follikel?

A
  • primordiale follikel
  • primaire follikel
  • secundaire/antrale follikel
  • Graafse follikel
  • atretische follikel
  • corpus luteum
  • corpus albicans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de kenmerken van de primordiale / primaire / secundaire follikel?

A
  • Primordiale follikel: de kleine primaire oöcyt is omgeven door één laag platte follikel cellen. Bij rijping van de follikel worden deze cellen ronder en differentiëren uit tot granulosa cellen.
  • Primaire follikel: de primaire oöcyt is omgeven door één of meerdere lagen van kubische granulosa cellen. (meerdere lagen granulosacellen ontstaan door proliferatie)
  • Secundaire follikel: vochtcollecties vormen zich tussen de granulosacellen, uiteindelijk vormt er een ruimte met vocht: het antrum.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er in achtereenvolgende stadia van rijping van de oocyten?

A

In achtereenvolgende stadia van rijping vinden de volgende veranderingen plaats:
- De oöcyt wordt steeds groter.
- Er wordt een zona pellucida gevormd op de grens van oöcyt en granulosa cellen;
- De granulosa cellen prolifereren verder en vormen meer lagen;
- Tussen de granulosa cellen vindt vloeistofophoping plaats (er ontstaan ruimten: antra), eerst in verspreid liggende gebiedjes (secundaire of antrale follikel);
- De antra raken met elkaar verbonden en vrijwel de gehele holte van de follikel wordt met vocht gevuld. De eicel blijft door granulosa cellen omgeven, maar komt aan een kant van de nu grote holte te liggen. De follikel is nu uitgerijpt tot Graafse follikel.
- Graafse follikel: (rijpe of tertiaire follikel): De eicel, omgeven door granulosa cellen, ligt op een heuveltje (cumulus oophorus) in het antrum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat ligt er rondom de follikel?

A

Rondom de follikel (buiten de laag granulosa cellen) heeft het stroma (bindweefsel) zich rondom de follikel in twee lagen gerangschikt. De binnenste laag wordt theca interna genoemd, de buitenste theca externa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er na de ovulatie?

A

Na de ovulatie (waarbij de eicel tezamen met enkele granulosa cellen -corona radiata- door het oppervlak van het ovarium uit de follikel wordt gestoten) blijft de follikel over als corpus luteum. Als de uitgestoten eicel niet bevrucht wordt dan degenereert het corpus luteum na ongeveer 10 dagen, waarbij verbindweefseling optreedt en een corpus albicans ontstaat. Follikels die niet volledig uitrijpen worden atretisch. Atresie gebeurt door apoptose van cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn tekenen van atretische follikels?

A

Atretische follikel: Per definitie geldt de term atresie alleen voor degeneratie van zich nog ontwikkelende follikels. De volgende verschijnselen wijzen op atresie:
- Loslaten van de laag granulosa cellen van de theca interna;
- Pyknotische kernen in de laag granulosacellen;
- Pyknotische granulosa cellen in het antrum;
- Aanwezigheid van fibroblasten te midden van de granulosacellen;
- En tot slot bindweefsel vorming op de plaats waar de atretische follikel zich bevond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk hormoon werkt in op de theca interna cellen?

A

LH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk hormoon wordt door de theca cellen geproduceerd?

A

Androgenen vanuit cholesterol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Door welke hormonen worden de granulosa cellen aangestuurd?

A

FSH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke hormonen worden door de granulosa cellen geproduceerd?

A

Oestradiol vanuit androgenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe ontstaat uit de graafse follikel een corpus luteum?

A

De wand van de oorspronkelijk Graafse follikel is als het ware naar binnen gevouwen, daardoor vertoont het corpus luteum sterke plooiingen waarin geluteiniseerde granulosa en geluteiniseerde theca interna cellen te vinden zijn. Het oorspronkelijke centrum van de follikel bevindt zich tussen de plooiingen en is gevuld met vocht en bloed. De geluteiniseerde granulosa cellen zijn groot ten opzichte van de oorspronkelijke afmeting (in het Graafse follikel) en veel groter dan de geluteiniseerde theca cellen. De theca cellen zijn ronder dan ze (in het Graafse follikel) waren.

16
Q

5.Welk hormoon wordt door de theca luteinecellen geproduceerd?

A

Progesteron

17
Q

6.Welk hormoon wordt door de granulosa luteine cellen geproduceerd?

A

Progesteron ook nog wel oestrogeen. En inhibine A.

18
Q

Hoe is de tuba opgebouwd?

A

Een deel van de tuba ligt vast in de wand van de uterus = het intramurale deel, de tuba bestaat uit een smal gedeelte de isthmus, een wat breder gedeelte naar distaal = de ampulla, en een trechtervormige uitmonding = infundibulum.

19
Q

Hoe is de wand van de tuba opgebouwd?

A

Een sterk geplooid slijmvlies (binnenste laag), bestaande uit éénlagig epitheel met eronder een lamina propria waarin veel kleine bloedvaten. Let op de afwisseling van trilhaar- en klierepitheelcellen; Twee niet duidelijk van elkaar gescheiden spierlagen

20
Q

Welk functioneel nut heeft de combinatie van kliercellen en trilhaarcellen in de wand van de tuba?

A

Kliercellen zorgen voor voeding van de eicel en de trilhaalcellen zorgen voor voortbeweging van de eicel.

21
Q

Hoe is de baarmoederwand opgebouwd?

A

Het endometrium met cylindrisch epitheel en stroma, waarin zich tubulaire klieren bevinden. De klieren zijn bekleed met eenlagig cylindrisch epitheel. De grens van endometrium en myometrium is in de proliferatie fase niet scherp afgetekend. In de epitheelcellen zijn delingsfiguren zichtbaar. Om het myometrium heen ligt de serosa en deze bestaat uit een dunne laag mesotheelcellen met daaronder losmazig bindweefsel. De serosa gaat over in het peritoneum.

22
Q

Hoe is het myometrium opgebouwd?

A

Het myometrium bevat spiercellen in bundels die in verschillende richtingen verlopen. Het myometrium bestaat uit drie lagen die niet scherp van elkaar te onderscheiden zijn: een binnenste en buitenste laag met longitudinale en schuin verlopende gladde spiervezels en een brede middelste laag met circulaire spierbundels. Tussen de spierbundels bevinden zich bindweefsel en fibroblasten. Tussen de middelste en de buitenste spierlaag bevinden zich de doorsneden van de middelgrote bloedvaten, het myometrium is zeer goed gevasculariseerd. Het myometrium verandert niet tijdens de secretie- en proliferatiefase. Het onderscheid tussen myometrium en endometrium is beter te onderscheiden in de secretiefase.

23
Q

Hoe kun je de overgang tussen het myometrium en het endometrium goed zien?

A

De grens tussen myometrium en endometrium is in de secretie fase veel beter te zien dan in de proliferatie fase. Bij lage vergroting valt de grote celrijkdom van het stroma van het endometrium op. Bij sterkere vergroting lijkt het stroma op mesenchym met enigszins stervormige cellen waartussen weinig vezels. Verder zijn er veel arteriolen en kleine arteriën aanwezig.

24
Q

Hoe zien de klieren eruit in de secretiefase?

A

De tubulaire klieren zijn nu niet recht, zoals in de proliferatie fase, maar hebben een sterk gekartelde wand. Ze worden ook wel zaagtandklieren genoemd. De klierbuizen zijn bekleed met éénlagig cylindrisch epitheel. In het lumen van deze klieren is weinig secreet aanwezig. Het oppervlakte-epitheel van de uteruswand is eveneens bekleed met éénlagig cylindrisch epitheel. Het naar het lumen gekeerde oppervlak van de epitheelcellen is heel onregelmatig.

25
Q

Benoem de verschillen tussen het endometrium in de proliferatie en secretiefase?

A

Endometrium is dikker, secreet is zichtbaar en buizen zijn meer gekarteld. Cellen zijn niet meer in mitose.

26
Q

Heeft de ovulatie al plaatsgevonden in de secretiefase?

A

Ja, progesteron zorgt voor de secretiefase

27
Q

Hoe ontstaat de menstruatie?

A

De menstruatie ontstaat onder invloed van hormonen door contractie van de spiraalarteriën in het functionele gedeelte van het endometrium. Er ontstaat een ischemische necrose, de vaatwand gaat kapot en er ontstaat een bloeding aan het einde van de secretiefase. De vasa recta in het basale deel van het endometrium zijn niet hormoonafhankelijk en blijven dus onaangetast. Het basale gedeelte van het endometrium zal dus niet vervallen. Het functionele gedeelte van het endometrium zorgt voor veel vocht, bloed en neutrofiele granulocyten. Er zijn geen buisjes meer te zien. Alles wordt gedegenereerd en afgestoten. Als het endometrium opnieuw opgebouwd wordt, moeten de bloedvaatjes dus ook opnieuw aangelegd worden.

28
Q

Hoe is de cervix opgebouwd?

A

Het endocervix met de daarin uitmondende vertakte tubuleuze klieren; Het endocervixslijmvlies: met een hoog cylindrisch epitheel; Het epitheel zorgt voor slijmproductie die wisselt in de cyclus. Rondom de ovulatie is het slijm waterig, terwijl het vaster wordt na de ovulatie (hiermee vormt de cervix een beschermingsmechanisme tegen spermacellen of bacteriën die proberen de cervix binnen te treden). De overgang naar ectocervix, met meerlagig niet verhoornend plaveiselepitheel

29
Q

Wat is de fornix uteri?

A

De fornix uteri zowel aan de anterieure als aan de posterieure zijde van de cervix de overgang van de cervixwand naar de vagina. De vaginawand wordt gevormd door meerlagig, niet verhoornd plaveiselepitheel. Dit zorgt met name voor bescherming tegen invloeden van buitenaf.

30
Q

Waarom is de cervix gevoelig voor maligniteiten?

A

De overgang van meerlagig niet verhoornd plaveiselepitheel (ectocervix) naar éénlagig cilindrisch epitheel (endocervix) is een voorkeurslocatie voor (pre-)maligne laesie ontwikkelingen, waarschijnlijk doordat de overgang enige genomische instabiliteit met zich meebrengt.

31
Q

Hoe kleurt de cervix histologisch aan?

A

Het cilindrisch epitheel van het cervixkanaal en de tubulaire klieren is onafhankelijk van de menstruele cyclus, altijd sterk PAS positief, aangezien het secreet rijk is aan glycoproteïnen. In het preparaat kleuren deze cellen hierdoor paars aan.

32
Q

Waar bevindt de overgangsplaats van de cervix zich?

A

De overgangsplaats wisselt daarnaast met de cyclus en de leeftijd van de vrouw. Bij een baby zit de overgangsplaats in het kanaal, bij een jonge vrouw beweegt het slijmvormende epitheel naar buiten en zit het meer aan de buitenkant van de cervix. Bij oudere vrouwen groeit er weer plaveiselepitheel terug overheen en zit de overgangsplaats weer meer in het kanaal.

33
Q

Waardoor ontstaat er dysplasie van de cervix?

A

Dysplasie ontstaat ten gevolge van een veel voorkomende infectie met het humaan papillomavirus (HPV). Dit virus is bij veel mensen aanwezig, maar zorgt niet bij iedereen voor dysplasie en slechts bij een klein percentage voor de vorming van een cervixcarcinoom. Het gebied is te herkennen doordat het plaveiselepitheel van de vagina wat wit is, terwijl het cervicale cilindrische epitheel wat roder is. Tijdens de screening voor baarmoederhalskanker wordt een uitstrijkje gemaakt van dit gebied van overgangsepitheel. Soms lukt het niet om een uitstrijkje van het juiste gebied te maken, omdat de regio van het overgangsepitheel te diep ligt.

34
Q

Hoe ziet de opbouw van de tubae eruit?

A

Hoe dichter bij het ovarium hoe meer je de plooien in de wand ziet van de tuba. Je ziet cellen met trilharen (transport) en secretoire cellen (voeding).

35
Q

Waaruit bestaat de baarmoederwand?

A

Myometrium is ontzettend breed. Aan de buitenzijde zit het serosa, deze is een cellaag breed. Myometrium heeft grote clusters van bloedvaten. Endometrium bestaat uit 2 lagen: basale endometrium (donkerder door dichter stroma, blijft altijd aanwezig) en functionele endometrium: doet mee met de cyclus en is gevoelig voor hormonen: zorgt voor proliferatie en secretie en doet mee aan de menstruatie.

36
Q

Wat is het verschil in bloedvaten tussen het functionele deel van het endometrium en het basale deel?

A

Het functionele gedeelte is ook van spiraalvormige bloedvaten voorzien die de uterus van bloed voorzien. In het basale gedeelte zijn de bloedvaten recht.

37
Q

Wat is er kenmerkend aan de proliferatiefase?

A

Je ziet makkelijk mitose in het epitheel, ook in het stroma: daarom is het een mooi voorbeeld van de proliferatiefase.

38
Q

Wat is er kenmerken aan de secretiefase?

A

Endometrium is breder en de klierbuizen hebben een ander aspect. Het basale endometrium is nog aanwezig (denser stroma). Heel kronkelend verloop van de klierbuizen: er ligt secreet in de lumina. Noemen het ook wel zaagtand klieren. Eindsecretie fase: je ziet het secreet niet meer zitten in het epitheel: onder de kern zou normaalgesproken onder de kern een vacuole zitten met secreet (in het begin van de secretiefase).