ZO 2.1 Geneesmiddelen en zwangerschap Flashcards

1
Q

Beredeneer wat voor soort geneesmiddelen zwangeren vooral zullen gebruiken. Noem enkele indicaties waarbij de voordelen van het gebruik van geneesmiddelen opwegen tegen het risico voor de ongeborene

A

Antacida, antibiotica (vanwege vaginale infecties), anti-emetica, foliumzuur, ijzersupplementen, laxantia; voorbeelden van aandoeningen waarbij behandeling voortgezet dient te worden tijdens de zwangerschap: hypertensie, epilepsie, diabetes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beschrijf waarom DES en thalidomide gebruikt werden tijdens de zwangerschap en welke schade ze hebben opgeleverd.

A

Thalidomide is in 1957 geïntroduceerd als sedativum/hypnoticum (vooral gebruikt door doktersvrouwen!) en bleek te leiden tot focomelie (d.w.z. het volledig ontbreken van ledematen. Zelfs het gebruik op één specifieke dag tijdens de zwangerschap was al voldoende om dit te bewerkstelligen), en het is om die reden in 1961 teruggetrokken.DES is vanaf de jaren dertig tot de jaren zeventig in de vorige eeuw gebruikt door honderdduizenden vrouwen ter onderdrukking van een spontane abortus (helaas onterecht: bewijs hiervoor is nooit geleverd) en bleek tientallen jaren na het gebruik aanleiding te hebben gegeven tot afwijkingen aan de geslachtsorganen bij zowel de DES dochters als zonen (met als gevolg o.m. fertiliteitsproblemen, en een vergroot risico op vaginacarcinoom).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In sommige landen wordt thalidomide nog steeds gebruikt. Waarom en onder welke condities?

A

Thalidomide is effectief bij lepra (o.m. gebruikt in Brazilië), en bij de behandeling van met AIDS samenhangende aften en ulcera. Het zou uiteraard niet door vrouwen in de vruchtbare leeftijd moeten worden gebruikt (hetgeen in Brazilië helaas wel het geval is geweest).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekend teratogenese?

A

Teratogenese staat voor de inductie van ernstige lichamelijke misvormingen tijdens de foetale ontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel procent van de vrouwen gebruikt geneesmiddelen tijdens de zwangerschap?

A

Meer dan 70% van de zwangere vrouwen gebruikt tenminste één geneesmiddel, waarbij het in ongeveer 35% zelfmedicatie betreft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tijdens welke periode in de zwangerschap is het teratogene risico het grootst?

A

Tijdens de organogenese (in het eerste trimester, na de blastocytvorming).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beredeneer hoe teratogene effecten tot stand kunnen komen (direct/indirect). Bedenk hierbij dat recent bekend is geworden dat de negatieve effecten van DES zelfs kunnen doorwerken in de derde generatie (‘DES-kleinkinderen’).

A

Direct effect op de foetus (bijv. mutageen), of indirect via de moeder (bijv. via beïnvloeding van fysiologische en biochemische processen, zoals de doorbloeding van de placenta). Wat betreft de DES-kleinkinderen kan gedacht worden aan effecten op de eicellen van de DES-dochters, die immers al in het eerste trimester ontwikkeld worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Maak een schatting van het percentage spontane ontwikkelingsstoornissen bij pasgeborenen en probeer vanuit dit perspectief te bedenken hoe de teratogeniteit van een geneesmiddel getest zou kunnen worden.

A

2-3%; om een significante stijging boven dit percentage aan te tonen d.m.v. proefdieronderzoek zijn dus zeer veel dieren nodig, terwijl altijd de vraag blijft of bevindingen bij proefdieren ook gelden voor mensen (meestal is dat overigens wel zo)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Moet de eventuele teratogeniteit van een geneesmiddel bekend zijn voordat het op de markt gebracht wordt? Hoeveel geneesmiddelen kunnen ‘veilig’ tijdens de zwangerschap gebruikt worden?

A

Nee, je kan teratogeniteit nooit voor 100% uitsluiten, en dus zijn er slechts enkele tientallen geneesmiddelen bewezen niet-teratogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar hangt de placentapassage van een geneesmiddel van af?

A

Lipofiliteit, ionisatiegraad, molecuulgewicht (<600 gram/mol passeert de placenta), eiwitbinding, membraandikte van de placenta (neemt af tijdens de zwangerschap), metabolisme van geneesmiddelen in de placenta.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beschikt de foetus zelf over verdedigingsmechanismen om schadelijke stoffen af te breken/uit te scheiden? In hoeverre kunnen farmaca de bloed-hersenbarrière van de foetus passeren?

A

Nauwelijks: (lever)enzymsystemen zijn nog niet optimaal of zelfs afwezig, de nieren en hersenen zijn nog onderontwikkeld, en de bloed-hersenbarrière is veel permeabeler.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke veranderingen in de kinetiek van geneesmiddelen verwacht je bij de moeder?

A

Het verdelingsvolume is veel groter, en dit geldt meestal ook voor de klaring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de gevolgen van alcoholgebruik tijdens het begin en het einde van de zwangerschap?

A

‘Foetaal alcohol syndroom’, gekenmerkt door groeivertraging, specifieke gelaatsmisvormingen, neurologische en psychomotore afwijkingen en afwijkingen aan hart en ledematen; de lichamelijke afwijkingen zijn waarschijnlijk vooral terug te voeren op alcoholgebruik aan het begin van de zwangerschap, terwijl drank aan het eind van de zwangerschap (wanneer de neuronale netwerken zich in de hersenen vormen) vooral hersenschade veroorzaakt .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cocaïne is een re-uptake blokker, die wordt afgebroken door cholinesterase. De concentraties van dit enzym zijn verlaagd bij de foetus. Beredeneer op grond van deze gegevens wat de schadelijke effecten van cocaïne zouden kunnen zijn.

A

Cocaïne verhoogt de concentraties van neurotransmitters zoals noradrenaline en dopamine (omdat hun ‘re-uptake’ in de zenuwuiteinden geblokkeerd is); hoge concentraties noradrenaline, via stimulatie van α1 receptoren, verminderen de doorbloeding van de uterus, zodat foetale hypoxie kan optreden (met als gevolg bijv. een verminderde ontwikkeling van de ledematen); daarnaast kan cocaïne ook in de foetus terechtkomen, waar het minder snel wordt afgebroken, en dus ernstige effecten kan hebben (tachycardie, hypertensie, hypoxie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het neonatal abstinence syndroom (NAS)?

A

Baby’s van verslaafde moeders kunnen ook zelf verslaafd zijn; men spreekt wel van het ‘neonatal abstinence syndrome’ (NAS), dat onder meer gekenmerkt wordt door hyperactiviteit, slaapproblemen, autonome disfunctie en diarree.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe behandel je NAS?

A

De baby zal tijdelijk met opiaten (morfine, methadon, opiumtinctuur) behandeld moeten worden, en kan mogelijk daarnaast sederende middelen krijgen (bij voorkeur fenobarbital, en evt. diazepam).

17
Q

Welke geneesmiddelen beïnvloeden de melkproductie? Wat is in dit verband de indicatie voor het gebruik van bromocriptine, een dopamine receptor agonist die bij de ziekte van Parkinson wordt toegepast?

A

De melkproductie staat onder invloed van prolactine, waarvan de release gestimuleerd wordt door oestrogenen en geremd door dopamine; dopamine agonisten kunnen worden toegepast bij een prolactinoom en ter onderdrukking van de postpartale lactatie.

18
Q

De pH van de moedermelk is iets lager dan de pH van bloedplasma (7.0 vs. 7.4). Wat zijn hiervan de gevolgen voor de concentratie van basische stoffen (zoals bijvoorbeeld erythromycine en bètablokkers) in de moedermelk?

A

Deze bereiken iets hogere concentraties in de moedermelk dan in bloed.

19
Q

Farmaca kunnen de moedermelk bereiken door middel van actieve of passieve diffusie door het melkklierepitheel. Bediscussieer de verschillen en voorspel wat de moedermelk/plasma concentratie ratio onder beide condities zal zijn.

A

Passieve diffusie hangt af van ionisatiegraad, eiwitbinding en molecuulgrootte (<200) en zal leiden tot moedermelk/plasma concentratie ratio <1.0, terwijl actieve diffusie (geldt bijv. voor cimetidine) een energie-afhankelijk proces is (waarbij vaak een carriereiwit is betrokken) dat kan leiden tot een ratio > 1.0.

20
Q

Hoe verhouden zich de renale en hepatische klaring van geneesmiddelen bij pasgeborenen ten opzichte van volwassenen?

A

Nier- en leverfunctie zijn bij pasgeborenen nog onderontwikkeld: risico op ophoping van een geneesmiddel.

21
Q

Een 21-jarige vrouw, zwanger sinds twee maanden, heeft nogal eens rugklachten. Ze vraagt je welke pijnstiller ze het best kan nemen. Wat adviseer je haar? En zou je advies anders zijn wanneer ze zeven maanden zwanger zou zijn?

A

Paracetamol, in tegenstelling tot aspirine en andere ‘niet-steroïde anti-inflammatoire drugs’ (NSAIDs), kan veilig gebruikt worden tijdens de zwangerschap, zowel in de tweede als de zevende maand (NSAIDS geven aanleiding tot bloedingen, remmen de weeënactiviteit en kunnen aanleiding geven tot doofheid bij de pasgeborene).

22
Q

Een gravida van 23 jaar heeft veel last van obstipatie, net als bij haar vorige zwangerschappen. Naar welke therapie gaat je voorkeur uit?

A

Lactulosesiroop, magnesiumzouten en volumevergrotende middelen zijn allen geschikt, vanwege het milde bijwerkingenpatroon.

23
Q

Je wordt geconsulteerd door een 26-jarige zwangere. Ze is twee maanden zwanger en heeft veel last van braken. Bij haar vorige zwangerschap leidde dat tot stoornissen in de water- en zouthuishouding waardoor de patiënte opgenomen moest worden. Hoe ga je haar behandelen?

A

Gezien de voorgeschiedenis is medicamenteuze behandeling op zijn plaats: kies een antihistaminicum (bijv. meclozine).