Tweede ronde 1- Flashcards

1
Q

… (Size işaret ediyoruz) deze mogelijkheden.

A

Wij wijzen u op

mogelijkheden:olasılıklar

Wij wijzen u erop dat deze mogelijkheden bestaat.

WİJzen
ik wijs
jij/u wijst
hij/zij wijst
wij/zij/jullie wijzen
ik/jij/u/hij/zij wees
wij/zij/jullie wezen
hij heeft gewezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

… (She passed ) de eindtoets van de cursus.

-Gefeliciteerd!

A

Ze is geslaagd voor

SLAgen
ik slaag
jij/u slaagt
hij/zij slaagt
wij/zij/jullie slagen
ik/jij/u/hij/zij slaagde
wij/zij/jullie slaagden
hij is geslaagd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

… (She failed) de eindtoets van de cursus.

-Oo, jammer! Volgende keer beter!

A

Ze is gezakt voor

ZAKken
ik zak
jij/u zakt
hij/zij zakt
wij/zij/jullie zakken
ik/jij/u/hij/zij zakte
wij/zij/jullie zakten
hij is gezakt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

… (Birbirleriyle nasıl geçiniyorlar?)

A

Hoe gaan ze met elkaar om?

OMgaan (OR,S): met iemand samenwerken, met hem praten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voor de les … (iyice, dikkatlice hazırlanmalısın)

A

moet u grondig voorbereiden

GRONdig:bijvoeglijk naamwoord
met veel aandacht en veel inzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

U moet de teksten voor de les … (son ayrıntısına kadar bilmelisin)

A

tot in puntjes kennen

tot in puntjes:precies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

… (Heaba katın) minstens twee uur vorrbereiding per tekst.

A

Rekent u op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

… How does it work?

A

Hoe zit het in elkaar?

=Hoe is het georganiseerd?=Hoe werkt het?

Hoe wordt het geregeerd?= Hoe zit de regering in elkaar?

zit in elkaar= is structured

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

… (Bir devam kursuna kaydoldunuz.).

A

U heeft zich opgegeven voor een vervolgcursus.

zeggen dat je eraan mee wilt doen

vb: hij gaf zich op voor de wedstrijd
synoniem: aanmelden
tegenstelling: afmelden

ik geef op (… ik opgeef)
jij/u geeft op (… jij opgeeft)
hij/zij geeft op (… hij opgeeft)
wij/zij/jullie geven op (… wij opgeven)
ik/jij/u/hij/zij gaf op (… ik opgaf)
wij/zij/jullie gaven op (… wij opgaven)
hij heeft opgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

… (Her dezavantajın bir avantajı vardır.) Dat geld niet alleen voor voetballen.

A

Elke nadeel heeft zijn voordeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Elke nadeel heeft zijn voordeel. … (Bu sadece futbol icing geçerli değil) voetballen.

A

Dat geld niet alleen voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

… (New knowledge and skills) verspreiden zich snel.

A

Nieuwe kennis en vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Immigratie … (büyük bir katkı sağladı) de ontwikkeling van het land.

A

heeft een grote bijdrage geleverd aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly