Chunk 18 Flashcards

1
Q

Als ik het niet leuk vind,… (I can stop/ durabilirim).

Als ik het niet leuk vind, … (I don’t have to go through with it). Dat hangt af van mij.

A

kan ik stoppen

hoef ik er niet mee door te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

… (I can now start packing boxes / Artık kutuları ambalajlamaya başlayabilirim).

A

Ik kan nu beginnen met dozen in te pakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

… (You have to accept it).

A

Je moet het accepteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

… (Anything else?

- That was it.)

A

Anders nog iets?

- Dat was het.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

We konden geen traditioneel eten vinden. … (We were disappointed).

A

We waren teleurgesteld

Regelmatig werkwoord: te-LEUR-stel-len:
ik stel teleur (… ik teleurstel)
jij/u stelt teleur (… jij teleurstelt)
hij/zij stelt teleur (… hij teleurstelt)
wij/zij/jullie stellen teleur (… wij teleurstellen)
ik/jij/u/hij/zij stelde teleur (… ik teleurstelde)
wij/zij/jullie stelden teleur (… wij teleurstelden)
hij heeft teleurgesteld
vb: Hij stelt zijn ouders teleur met zijn agressieve gedrag

Zelfstandig naamwoord: te-LEUR-stel-ling
de teleurstelling
vb: Het was een teleurstelling dat Emma niet kwam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ze storten beton over de geschiedenis. … (Unbelievable and ridiculous!).

A

Ongelofelijk en belachelijk!

ongeloof- disbelief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

… (They pour concrete on history /Tarihe beton döküyorlar). Ongelofelijk en belachelijk!

A

Ze storten beton over de geschiedenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Er staan auto’s … (in the parking lot on the edge of the road / yolun kenarındaki otoparkta).

A

op de parkeerplaats aan de rand van de weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het strand is erg breed, … (because it is low tide).

A

want het is eb

eb en vloed: gelgit, med cezir / ebb and flow

de eb:cezir, suların çekildiği zaman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

… (Our landlord is a nice man).

A

Onze landheer is een aardig man.

Zelfstandig naamwoord: GAST-heer: misafirlere ev sahipliği yapan kişi
de gastheer
de gastheren

Zelfstandig naamwoord: LAND-heer: mülk sahibi kişi
de landheer
de landheren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

… (I want to limit the use of plastic as much as possible).

A

Ik wil het gebruik van plastic zoveel mogelijk beperken.

Regelmatig werkwoord: be-PER-ken: to restrict, to limit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

… (We are limited in time/Zamanımız kısıtlı).

A

We zijn beperkt in de tijd.

Bijvoeglijk naamwoord: be-PERKT
… is beperkter dan …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

… (There are five lanes on the highway).

A

Er zijn vijf rijbanen op de snelweg

Zelfstandig naamwoord: RIJ-baan: şerit
de rijbaan
de rijbanen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

… (I buy fruit and vegetables from the greengrocer.).

A

Ik koop groenten en fruit bij de groenteboer.

de groenteboer: manav

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

… (What would you suggest)?

A

Wat zou je voorstellen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

… (Do you have a better proposal/offer/suggestion?)

A

Heb je een beter voorstel?

17
Q

… (You must come immediately / Hemen gelmelisin).

A

Je moet meteen komen.
Je moet onmiddellijk komen.

metEEN
onMİDdellijk

18
Q

… (Uzun süredir endişeliydim).

A

Ik zat lange tijd in spanning.

19
Q

… (There is a cloth on my legs, because it is too cold).

A

Op mijn benen ligt een kleedje, omdat het te koud is

Zelfstandig naamwoord: kleed : örtü, kıyafet
het kleed
de kleden
het kleedje

20
Q

… (There were three blankets on the bed.).

A

Er lagen drie dekens op het bed.

Zelfstandig naamwoord: DE-ken : battaniye
de deken
de dekens
het dekentje

21
Q

… (You need four ingredients for bread): bloem, water, zout en gist

A

Voor brood heb je vier ingrediënten nodig

Zelfstandig naamwoord: in-gre-di-ENT
het ingrediënt
de ingrediënten

de gist: yeast / maya