Chunk 17 Flashcards

1
Q

… (A diamond is a gem / Elmas bir mücevherdir.)

A

Een diamant is een edelsteen.

Zelfstandig naamwoord: de E-del-steen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De Turkse Republiek … (did not participate in) de Tweede Wereldoorlog.

A

heeft niet deelgenomen aan

deelnemen:to participate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

… (I was amazed when I heard that ..).

A

Ik was verbaasd toen ik hoorde dat..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

… (The Dutch plan everything 6 months in advance/Hollandalılar her şeyi 6 ay önceden planlıyor).

A

Nederlanders alles 6 maanden van tevoren plannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

… (It is going well, only the weather is bad).

A

Het gaat goed, alleen het weer zit tegen.

tegenzitten: niet gunstig zijn /to be against, not to be beneficial

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

… (I write it down).

A

Ik noteer het. / Ik schrijf het op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

… (We have moved the lesson from last Wednesday to next Friday).

A

We hebben de les van afgelopen woensdag naar aanstaande vrijdag verzet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

… (Hikers and volunteers participate in the language walk). Het is leuk om aan de taalwandeling deel te nemen.

A

Wandelaars en vrijwilligers nemen deel aan de taalwandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

… (I hung up/ Telefonu kapattım).

A

Ik hing op.

onhangen (telefoon): to hang up the phone/ telefonu kapatmak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

… (I cannot be sure but…).

A

Ik kan het niet met zekerheid zeggen maar..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

… (I worry) dat als hij te veel honger heeft, hij meer junkfood wil.

A

Ik maak me zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ik zet … (sıcak su torbası/hot water bag) onder mijn voeten

A

een warme kruik [metalen fles of rubberen zak gevuld met heet water]

de kruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

… (It’s been raining for three days/Üç gündür yağmur yağıyor).

A

Het regent al drie dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

… (It will rain for three days/Üç gün yağmur yağacak).

A

Het zal drie dagen regenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

… (It will rain for three more days/Üç gün daha yağmur yağacak.).

A

Het zal nog drie dagen regenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

… (It has been raining the entire day./Bütün gün yağmur yağıyor.)

A

Het regent al de hele dag.

17
Q

… (I have not yet answered).

A

Ik heb nog geen antwoord gegeven

18
Q

… (Ardiş’in eşyaları nerede kaldı?).

A

Waar zijn de spullen van Ardiş gebleven?

de SPUL-len

19
Q

… (Don’t put it off until tomorrow/ Yarına kadar erteleme), wat je vandaag nog kunt verzorgen

A

Stel niet uit tot morgen

Regelmatig werkwoord: UIT-stel-len
synoniem: verschuiven

20
Q

Is het mogelijk … (in a speaking skills course) om in oktober deel te nemen?

A

in een spreekvaardigheidcursus