Chunk 10(30-30 Mei) Flashcards
De dokter … (gave me the advice) minder te roken.
gaf mij het advies
[hij adviseert het mij]
… (I am bored)
… (We are bored)
Ik verveel me
Wij vervelen ons
… (I did some house work)
Ik deed iets in het huishouden
… (I put green lentils (yeşil mercimek)) in the Ezogelin soup.
Ik deed groene linzen in de Ezogelin soep.
groene linzen: green lentils / yeşil mercimek
rode linzen: red lentils / kırmızı mercimek
Ik doen in het eten: Yemeğe ekledim
… (My husband likes to eat dried white beans).
Mijn man eet graag gedroogde witte bonen.
gedroogde witte bonen: kuru fasülye
… (We often eat chickpeas/ nohut).
We eten vaak kikkererwten.
kikkererwten: chickpeas, nohut
… (We eat vegetable dishes every day).
We eten elke dag groentegerechten.
… (I am lucky to live in the Netherlands).
Ik heb geluk om in Nederland te wonen.
geluk hebben: to be lucky
gelukkig zijn: mutlu olmak
… (I am happy because I live in the Netherlands).
Ik ben gelukkig omdat ik in Nederland woon
geluk hebben: to be lucky
gelukkig zijn: mutlu olmak
… (Nothing to do about it/ Yapacak bir şey yok). We moeten aan de situatie wennen.
Niks aan te doen.
Niks aan te doen. … (We have to get used to the situation).
We moeten aan de situatie wennen.
… (What are the similarities) en wat zijn de verschillen?
Wat zijn de overeenkomsten
… (That gives a lot of confidence!)
Dat geeft veel zelfvertrouwen!
… (What do you like)?
… (What do you love)?
Waar hou je van?
Waar ben je gek op?
… (You can go the police) als je iets vindt.
Bij de politie kun je terecht
ergens terecht kunnen: to be right place to go