Chunk 7 Flashcards
Walt Disney heeft … (wonderful cartoons) gemaakt.
prachtige tekenfilms
Zelfstandig naamwoord: TE-ken-film
de tekenfilm
de tekenfilms
het tekenfilmpje
De zon schijnt. … (There are no clouds / It is not cloudy).
Er zijn geen wolken/ Het is niet bewolkt.
Ik loop en Ardiş fietst … (next to me on the sidewalk).
naast me op de stoep
Terwijl het vogeltjes vliegen, … (whistle and sing) ze in de lucht.
fluiten en zingen
Onregelmatig werkwoord: FLUI-ten: ıslık çalmak, flüt çalmak ik fluit jij/u fluit hij/zij fluit wij/zij/jullie fluiten ik/jij/u/hij/zij floot wij/zij/jullie floten hij heeft gefloten
Hij … (plays with his toys).
speelt met zijn speelgoed.
het SPEELgoed
We moeten proberen … (look at the positive side).
de positieve kant te bekijken.
We maken een plan voor de avond … (but as soon as) Ardiş slaapt, doen we iets anders dan film kijken.
maar zodra
… (Until) ik jou zag, en ik dacht … (suddenly) aan morgenvroeg.
Totdat
ineens
Onregelmatig werkwoord: zien ik zie jij/u ziet hij/zij ziet wij/zij/jullie zien ik/jij/u/hij/zij zag wij/zij/jullie zagen hij heeft gezien
… (Yesterday we planned to) …
Gisteren waren we van plan om…
… (Today we plan to) …
Vandaag zijn we van plan om…
… (I fell asleep) met Ardiş gisteren.
Ik viel in slaap
Onregelmatig werkwoord: IN-val-len ik val in (... ik inval) jij/u valt in (... jij invalt) hij/zij valt in (... hij invalt) wij/zij/jullie vallen in (... wij invallen) ik/jij/u/hij/zij viel in (... ik inviel) wij/zij/jullie vielen in (... wij invielen) hij is ingevallen
… (I usually fall asleep with Ardiş).
Meestal val ik in slaap met Ardiş.
Ik heb niet … (control myself). Ik maak mijn plan op basis van Ardiş.
zelf de controle
Ik heb niet zelf de controle. Ik maak mijn plan … (on the basis of) Ardiş.
op basis van
Mijn man … zijn portemonnee … (to lost).
heeft … verloren
Onregelmatig werkwoord: ver-LIE-zen: to lost ik verlies jij/u verliest hij/zij verliest wij/zij/jullie verliezen ik/jij/u/hij/zij verloor wij/zij/jullie verloren hij heeft verloren
Zij … hun zwarte hond … (to lost).
zijn … kwijt.
iets kwijt zijn: to lost something ( can’t find)
We kunnen pas na 1 mei … (cancel).
opzeggen
Regelmatig werkwoord: OP-zeg-gen
ik zeg op (… ik opzeg)
jij/u zegt op (… jij opzegt)
hij/zij zegt op (… hij opzegt)
wij/zij/jullie zeggen op (… wij opzeggen)
ik/jij/u/hij/zij zegde op (… ik opzegde)
wij/zij/jullie zegden op (… wij opzegden)
hij heeft opgezegd
Ik … (adjust me) aan Ardiş.
pas me aan
zich aanpassen: to adjust, ayarlamak
We … alle foto’s in een album … (have sticked/ yapıştırdık).
hebben …geplakt
Regelmatig werkwoord: PLAK-ken ik plak jij/u plakt hij/zij plakt wij/zij/jullie plakken ik/jij/u/hij/zij plakte wij/zij/jullie plakten hij heeft geplakt
Als je zonder werkvergunning werkt, … (then you are playing with fire).
dan speel je met vuur
… (Have you also done something fun)?
Heb je ook iets leuks gedaan?
Arden sliep, dus … (we turned back).
zijn we omgedraaid
Onregelmatig werkwoord: SLA-pen ik slaap jij/u slaapt hij/zij slaapt wij/zij/jullie slapen ik/jij/u/hij/zij sliep wij/zij/jullie sliepen hij heeft geslapen
… (I’m confusing it).
Ik haal het door elkaar.