Chunk 11(7-8 Juni) Flashcards
… (Do not worry).
Maak je geen zorgen
… (I’m not sure).
Ik weet het niet zeker
… (I’m tense/gerginim, heyecanlıyım) als ik een nieuwe student heb.
… (It is exciting) als ik een nieuwe student heb
Ik ben gespannen
Het is spannend
Ik hoef niet … (eraan a lot of money).
Ik hoef geen … (tons of money).
heel veel geld te verdienen
bakken met geld
… (I do not agree with you).
Dat ben ik niet met je eens.
… (The subscription ends on May 20th (to run out/ to end/ to finish)).
Het abonnement loopt af op 20 mei (aflopen)
Wat een … (ridiculous pants ) heb je aan!
belachelijke broek
Bijvoeglijk naamwoord: be-LA-che-lijk
… (She is pregnant).
Ze is in verwachting / Ze is zwanger
… (You have high expectations).
Je hebt hoge verwachtingen
Vrije dagen in verband met de geboorte van een kind is … .
Vrije dagen waarin je doorbetaald wordt is … .
zwangerschapsverlof
betaald verlof
… (My Dutch level is now A2.).
Mijn Nederlands niveau is nu A2.
niveau (niivoo): level
Zelfstandig naamwoord: ni-VEAU
het niveau
de niveaus
… (We think it is safer to stay at home for a while longer.).
We vinden het veiliger om nog een tijdje thuis te blijven.
… (The wind blows hard).
Het waait hard.
… (Yesterday we went to the forest).
Gisteren zijn we naar het bos gegaan.
Gisteren zijn we in het bos geweest.
… ( I exaggerate).
Ik overdrijf
Onregelmatig werkwoord: o-ver-DRIJ-ven ik overdrijf jij/u overdrijft hij/zij overdrijft wij/zij/jullie overdrijven ik/jij/u/hij/zij overdreef wij/zij/jullie overdreven hij heeft overdreven