Delftse 21 Flashcards

1
Q

… (Total population, toplam nüfus)

A

Totale bevolking

de beVOLking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

… (Inhabidants number, kismet edenlerin sayısı) per km2

A

Aantal inwoners

het AANtal: the number

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Nederland is klein. Toch wonen er veel mensen: ongeveer 16 miljoen.Nederland heeft … (a very dense population).

A

een zeer dichte bevolking

dichte:dense

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

… (Average counts) Nederland 450 mensen

per vierkante kilometer.

A

Gemiddeld telt

Regelmatig werkwoord: TEL-len :to count, saymak

Ze telde tot honderd: She counted to a hundred

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

… (In comparison to) andere landen is dat aantal opvallend hoog.

A

In verhouding tot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In verhouding tot andere landen is dat aantal … (remarkably high).

A

opvallend hoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

… (Is the population growing even further ) ?

-Ja, men verwacht dat de bevolking verder zal toenemen, richting 18 miljoen.

A

Groeit de bevolking nog verder

Regelmatig werkwoord: GROEI-en
-groter of meer worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Groeit de bevolking nog verder?

-Ja, … (it is expected) de bevolking verder zal toenemen, richting 18 miljoen.

A

men verwacht dat

Regelmatig werkwoord: ver-WACH-ten
ik verwacht
jij/u verwacht
hij/zij verwacht
wij/zij/jullie verwachten
ik/jij/u/hij/zij verwachtte
wij/zij/jullie verwachtten
hij heeft verwacht

richtingen: towards

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Groeit de bevolking nog verder?

-Ja, men verwacht dat de bevolking … (will increase further), richting 18 miljoen.

A

verder zal toenemen

Onregelmatig werkwoord: TOE-ne-men
het neemt toe (... het toeneemt)
zij nemen toe (... zij toenemen)
het nam toe (... het toenam)
zij namen toe (... zij toenamen)
het is toegenomen

toenemen * afnemen
increase * decrease
vb: De pijn die ze heeft neemt alleen maar toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

… (Nasıl olur)? Worden er meer kinderen geboren? Of heb je een andere verklaring voor die ontwikkeling.

A

Hoe komt dat?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe komt dat? Worden er meer kinderen geboren? Of heb je … (another explanation) voor die ontwikkeling.

A

een andere verklaring

de ver-KLA-ring :het zeggen hoe het komt of wat de reden is

vb: Wat is de verklaring voor …?
vb: Een verklaring geven [zeggen hoe het komt]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe komt dat? Worden er meer kinderen geboren? Of heb je een andere verklaring … (for that development).

A

voor die ontwikkeling

de ont-WIK-ke-ling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Heb je een andere verklaring voor die ontwikkeling?

Er zijn … (different reasons).

A

verschillende oorzaken.

de OOR-zaak: the reason, cause

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Er zijn verschillende oorzaken. Inderdaad … (is increasing) het aantal kinderen … (slowly). En de mensen leven langer.

A

stijgt … langzaam

Onregelmatig werkwoord: STIJ-gen : om hoog gaan
ik stijg
jij/u stijgt
hij/zij stijgt
wij/zij/jullie stijgen
ik/jij/u/hij/zij steeg
wij/zij/jullie stegen
hij is gestegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

… (Because) er veel buitenlanders naar Nederland komen, stijgt de bevolking ook.

A

Doordat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sommige mensen kunnen dat moeilijk … (accept). Zij zeggen: Nederland is vol.

A

aanvaarden

Regelmatig werkwoord: aan-VAAR-den
ik aanvaard
jij/u aanvaardt
hij/zij aanvaardt
wij/zij/jullie aanvaarden
ik/jij/u/hij/zij aanvaardde
wij/zij/jullie aanvaardden
hij heeft aanvaard

goedvinden dat het zo is
vb: de jongen aanvaardde de kritiek van zijn leraar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Kan iedereen wel een huis vinden, … (if the population increases sharply)?

A

als de bevolking sterk toeneemt

sterk:sharply

18
Q

… (The government ) houdt er rekening mee dat de bevolking stijgt.

A

De overheid

19
Q

De overheid … (takes into it account) dat de bevolking stijgt

A

houdt er rekening mee

er … mee : konuyla, ile

20
Q

Daar is … (de policy) op gericht.

A

het beleid

het be-LEID
vb: Deze school heeft een streng beleid.

21
Q

Daar is het beleid … (yönelik).

A

op gericht

22
Q

… (Just wacth it) hoeveel er gebouwd wordt!

A

Let er maar eens op

Let … op :dikkat et, just look at

23
Q

Let er maar eens op hoeveel er … (built) wordt!

A

gebouwd

Regelmatig werkwoord: BOU-wen: to build
het geBOUW: the building

24
Q

Iedereen … (is entitled to / hak etmek ) een passende woning.

A

heeft recht op

25
Q

Iedereen heeft recht op … (a suitable home).

A

een passende woning

Bijvoeglijk naamwoord: PAS-send
… is passender dan …

26
Q

Niemand … (need to sleep on the street).

A

hoeft op straat te slapen

27
Q

Maar niet alle mensen … (are satisfied).

A

zijn tevreden

28
Q

Dat … (was recently shown) een onderzoek.

A

bleek onlangs uit

29
Q

Dat bleek onlangs uit … (an investigation).

A

een onderzoek

Zelfstandig naamwoord: ON-der-zoek
het onderzoek

30
Q

… (It showed) dat de meeste Nederlanders een huis wensen met een tuin.

A

Het toonde aan

Regelmatig werkwoord: AAN-to-nen : laten zien dat het zo is
ik toon aan (… ik aantoon)
jij/u toont aan (… jij aantoont)
hij/zij toont aan (… hij aantoont)
wij/zij/jullie tonen aan (… wij aantonen)
ik/jij/u/hij/zij toonde aan (… ik aantoonde)
wij/zij/jullie toonden aan (… wij aantoonden)
hij heeft aangetoond

31
Q

Het toonde aan dat … (most Dutch people) een huis wensen met een tuin.

A

de meeste Nederlanders

32
Q

Het toonde aan dat de meeste Nederlanders een huis … (wish, want) met een tuin.

A

wensen

Regelmatig werkwoord: WEN-sen

33
Q

… (But that is not possible) vanwege het gebrek aan ruimte

A

Maar dat kan niet

34
Q

Maar dat kan niet … (because of) het gebrek aan ruimte

A

vanwege

35
Q

Maar dat kan niet vanwege … (the lack of) ruimte.

A

het gebrek aan

36
Q

… (Elbette yok) elke woning heeft een tuin. Een flat bijvoorbeeld.

A

Lang niet

37
Q

… (Thereby, onnut yanında) is natuurlijk geen sprake van een eigen tuin of een stukje grond.

A

Daarbij

38
Q

Daarbij is natuurlijk geen … (talk of) een eigen tuin of een stukje grond.

A

sprake van

39
Q

Daarbij is natuurlijk geen sprake van een eigen tuin of … (a piece of land/arsa ).

A

een stukje grond

40
Q

… (at most/ en fazla) een balkon met wat bloemen en planten. Toch nog een beetje tuin bij het huis!

A

Hoogstens