Chunk 12 (3-18 Mei) Flashcards

1
Q

… (It is complicated).

A

Het is ingewikkeld.

Bijvoeglijk naamwoord: in-ge-WIK-keld
… is ingewikkelder dan …
het ingewikkeldst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

… (Our wedding was a great celebration.).

A

De bruiloft van ons was een groot feest.

Zelfstandig naamwoord: BRUI-loft
de bruiloft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

…. (It is not appropriate)…

A

Het is niet gepast…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

… (I took a shower before our lesson. That’s why I have my hair loose now.).

A

Ik nam een douche voor onze les. Daarom heb ik mijn haar nu los.

los haar*vast haar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

… (I wear my hair on a ponytail / tail).

A

Ik heb draag mijn haar op een paardenstaart / staart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

… (She trust on her feelings).

… (I have trust to my friend).

A

Ze vertrouwt op haar gevoel.

Regelmatig werkwoord: ver-TROU-wen

Ik heb wel vertrouwen in mijn vriend.

Zelfstandig naamwoord: ver-TROU-wen
het vertrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

… (I have memorized the new words).

A

Ik heb de nieuwe woorden uit mijn hoofd geleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

… (I have an app called)”brainscape”. Als ik kant-en-klare flashcards kan vinden, is het beter.

A

Ik heb een app genaamd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ik heb een app genaamd “brainscape”. … (If I can find ready-made flashcards, it is better.)

A

Als ik kant-en-klare flashcards kan vinden, is het beter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

… (Ready meals).

A

Kant-en-klare maaltijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

… (What do they argue about)?

A

Waar maken zij ruzie over?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

… (My husband continues to work from home. So I take care of Ardiş).

A

Mijn man blijft thuiswerken. Ik zorg dus voor Ardiş.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

… (I now learn that the connection disconnects) als ik mijn oortje aanraak.

A

Ik leer nu dat de verbinding verbreekt

Onregelmatig werkwoord: ver-BRE-ken
ik verbreek
jij/u verbreekt
hij/zij verbreekt
wij/zij/jullie verbreken
ik/jij/u/hij/zij verbrak
wij/zij/jullie verbraken
hij heeft verbroken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ik leer nu dat de verbinding verbreekt … (when I touch my earpiece).

A

als ik mijn oortje aanraak.

het oortje: kulaklık
Regelmatig werkwoord: AAN-ra-ken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

… (Thank you for being at my party)

A

Bedankt dat je op mijn feest was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

… (I hope to see you again as soon as possible).

A

Ik hoop je zo snel mogelijk weer te zien

17
Q

… (The view of the mountains) vindt ik prachtig.

A

Het uitzicht op de bergen

18
Q

… (When I pass my exams) kan ik weer te werken.

A

Wanneer ik slaag voor mijn examens

19
Q

… (Ardiş put his foot in the lake).

A

Ardiş zette zijn voet in het meer.

20
Q

… (I have high expectations of myself), dus ik moet ze aanpassen.

A

Ik heb hooggespannen verwachtingen van mezelf

21
Q

Ik heb hooggespannen verwachtingen van mezelf, … (so I have to adjust them).

A

dus ik moet ze aanpassen

Regelmatig werkwoord: AAN-pas-sen
ik pas aan (… ik aanpas)
jij/u past aan (… jij aanpast)
hij/zij past aan (… hij aanpast)
wij/zij/jullie passen aan (… wij aanpassen)
ik/jij/u/hij/zij paste aan (… ik aanpaste)
wij/zij/jullie pasten aan (… wij aanpasten)
hij heeft aangepast