Delftse 4 Flashcards

1
Q

…. (When) heb ik les?

A

Wanneer heb ik les?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

… (The course begins) op maandag 24 augustus.

A

De cursus begint op maandag 24 augustus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

… (The course ends) op vrijdag 18 september.

A

De cursus eindigt op vrijdag 18 september.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer heb jij les?

- Ik …. (have/get) twee dagen les. … (in other words/thus) twee dagen per week.

A

Wanneer heb jij les?
- Ik krijg twee dagen les. Dus twee dagen per week.
krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De les …. (sürmek, last) van half tien tot elf uur.

A

duurt
duren
De les duurt van half tien tot elf uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De les … (arasında olmak, between) 09:30 en 11:00 uur.

A

tussen

De les tussen 09:30 en 11:00 uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe laat …. ( başlamak) de lessen?

-‘s Morgens …. ( başlamak) de les om half tien (9:30) uur.

A

Hoe laat beginnen de lessen?

-‘s Morgens begint de les om half tien (9:30) uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Komt … (everybody) op tijd?

-We beginnen … (exactly on time). … (Nobody) komt te laat.

A

Komt iedereen op tijd?

-We beginnen precies op tijd. Niemand komt te laat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

We kommen op tijd. We zijn … (dakik, punctual)

A

We kommen op tijd. We zijn punctueel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe lang duurt een les?

-‘s Ochtends duren de lessen … (bir buçuk saat, one and half hour)

A

Hoe lang duurt een les?

-‘s Ochtends duren de lessen anderhalf uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

… (What do you do) tussen de lessen?

  • Ik leer de …. ( next lesson).
  • Ik studeer voor de … ( next lesson).
A

Wat doe jij tussen de lessen?

  • Ik leer de volgende les.
  • Ik studeer voor de volgende les.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is er …. (on the weekend) geen les?
- Omdat mijn lerares werkt niet …. (on the weekend)
…. ( almost, hemen hemen) iedereen is dan vrij.

A

Waarom is er in het weekend geen les?
- Omdat mijn lerares werkt niet in het weekend.
Bijna iedereen is dan vrij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op welke dag … (end) jouw cursus?

- … ( Henüz bilmiyorum)

A

Op welke dag eindigt jouw cursus?

-Dat weet ik nog niet!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sorry, I don’t understand.

A

Sorry, dat begrijp ik niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Sorry, I don’t know.

A

Sorry, dat weet ik niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Krijgen jullie ook ‘s avonds les?

-Nee, … (We don’t have lesson in the evening)

A

Krijgen jullie ook ‘s avonds les?

-Nee, ‘s Avonds krijgen we geen les.

17
Q

Krijgen jullie in het weekend geen les?

- Nee, op zaterdag en zondag … (there is no lesson)

A

rijgen jullie in het weekend geen les?

- Nee, op zaterdag en zondag is er geen les.