Delftse 2 Flashcards

1
Q

… (How long) woon je al in Nederland?

A

Hoe lang woon je al in Nederland?

-3 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

… (How old) ben je?
Wat is je … (age)?
Wanneer ben je …. (born)?

A

Hoe oud ben je? -Ik ben 35. jaar oud.
Wat is je leeftijd? -Ik ben 35.
Wanneer ben ie geboren? -Ik ben geboren op 17 Februari 1984.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Woon je …. (alone), bij vrienden of misschien …. (by family)?

A

Woon je alleen, bij vrienden of misschien bij familie?

-Nee, ik woon niet alleen. Ik ben getrouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wonen jullie in … (the center)?

A

Wonen jullie in het centrum?

-Nee, we wonen buiten het centrum, in een huis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hebben jullie ook … (children) ?

A

Hebben jullie ook kinderen?

-Ja, we hebben een zoon van drie jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bent u …. (married) en hebt u kinderen?

A

Bent u getrouwd en hebt u kinderen?

-J, ik ben getrouwd en ik heb een zoon van drie jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly