Chunk 19 Flashcards

1
Q

… (I am curious about the trip to Turkey. / Türkiye gezisini merak ediyorum.)

A

Ik ben benieuwd naar de reis naar Turkije.

Bijvoeglijk naamwoord: be-NIEUWD : curious, meraklı

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

… (The tire was flat./Lastik patlamıştı.).

A

De band was lek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

… (She came to say goodbye).

A

Ze kwam om afscheid te nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

… (I was at her delivery and she was at my delivery.) Beiden waren bijzondere momenten.

A

Ik was bij haar bevalling en zij was bij mijn bevalling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

… (He has to have an operation on his stomach.).

A

Hij moet een operatie aan zijn buik ondergaan.

Zelfstandig naamwoord: o-pe-RAAT-sie
de operatie
de operaties
het operatietje

de operatiekamer / de operatiezaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

… (When was it due)? (Hamile birine bebeğin beklendiği tarihi sorarken)

A

Wanneer is ze uitgerekend?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

… (I am slowly used to it)

… (I’m used to it now)

A

Ik ben er langzaam aan gewend

Ik ben er nu aan gewend

Regelmatig werkwoord: WEN-nen
ik wen
jij/u went
hij/zij went
wij/zij/jullie wennen
ik/jij/u/hij/zij wende
wij/zij/jullie wenden
hij is gewend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

… (I get used to the weather. But it took us time to get used to it.)

A

Ik wen aan het weer. Maar het kostte tijd voor ons om er aan te wennen

Regelmatig werkwoord: WEN-nen
ik wen
jij/u went
hij/zij went
wij/zij/jullie wennen
ik/jij/u/hij/zij wende
wij/zij/jullie wenden
hij is gewend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

… (The district in which Annelies lives is called Oud-Zuid.)

A

De wijk waarin Annelies woont, heet Oud-Zuid.

de wijk= de buurt: mahalle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

… (I’m busy now.)
… (I was busy yesterday.)
… (I’ve always been busy.)

A

Ik heb het nu druk.
Ik had het gisteren druk.
Ik heb het altijd druk gehad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

… (Dürüst olmak gerekirse, doğrusunu söylersem) zie ik er een beetje tegenop.

A

Eerlijk gezegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eerlijk gezegd … (biraz çekiniyorum, biraz korkuyorum)

A

zie ik er een beetje tegenop.

Ik moet morgen examen doen. Ik zie er erg tegenop.
=Yarın sınava girmem gerekiyor. Gerçekten korkuyorum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

… (Bütün bebekler birbirine benziyor).

A

Alle baby’s lijken op elkaar.

Onregelmatig werkwoord: LIJ-ken. *** lijken op
ik lijk
jij/u lijkt
hij/zij lijkt
wij/zij/jullie lijken
ik/jij/u/hij/zij leek
wij/zij/jullie leken
hij heeft geleken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

… (Ne kadar erken o kadar iyi!).

A

Hoe eerder hoe beter!

Hoe … hoe … = Ne kadar … o kadar …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

… (Oğlumuzun adı konusunda çok kararsız kaldık).

A

We hebben hevig getwijfeld over de naam van onze zoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

… (Günlük hayatta) heet ik Lies.

A

In het dagelijks leven

normalde het-word'den önceki kelime başında het varsa -e eki alır. Ama kurum isimleri ve genel anlamlarda istisnai olarak almaz.
net zo:
het openbaar onderwijs
het openbaar vervoer
het Social Planbureau
het national product
17
Q

Weet je hoe de families Jansen … (soyadlarını aldılar)?

A

aan hun achternaam komen

komen aan iets: krijgen of kopen of in bezit krijgen (sahip olmak)
vb:
Hoe kom je aan die jas? = Waar heb je die kocht?
Hoe komt hij aan al dat geld? = Waar haalt hij dat vandaan?

18
Q

Mensen met een dubbele achternaam komen vaak uit … (saygın aileler). Behalve getrouwde vrouwen.

A

voorname families

VOORnaam: ilk isim

voorNAAM: 1. als (van) iemand die hooggeplaatst is (saygın)
vb: Wij wonen in een voorname buurt

2-van grote betekenis (önemli) synoniemen: belangrijk
vb: De voornaamste reden om niet mee te doen is mijn ziekte (Katılmamamın en önemli nedeni hastalığımdı)

19
Q

Je moet Noord-Holland schrijven … (arasında bir çizgi ile).

A

met een streepje ertussen

20
Q

… (Çatallar, kaşıklar ve bıçaklar çatal bıçak takımıdır.).

A

Vorken, lepels en messen zijn bestek.

het beSTEK