ZO.5 - Het syndroom van Turner en andere numerieke geslachtschromosomale afwijkingen Flashcards

1
Q

Q

A

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel kinderen worden er gemiddeld per jaar in Nederland geboren met het syndroom van Turner?

A

40-100.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de twee meest frequent voorkomende chromosoompatronen bij vrouwen met het syndroom van Turner?

A

45,X en 46,X,i(Xq).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verklaar het ontstaan van het 45,X chromosoompatroon.

A

Nondisjunctie door anafase lag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verklaar het ontstaan van het 46,X,i(Xq) chromosoompatroon.

A

Delingsfout waardoor de twee Xq chromatiden samen een nieuw chromosoom vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is bij deze twee chromosoompatronen chromosoomonderzoek van familieleden geïndiceerd?

A

Nee, het zijn in principe de novo optredende chromosoomafwijkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe groot is bij deze twee chromosoompatronen het herhalingsrisico voor een volgende zwangerschap?

A

Laag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke arm van het X-chromosoom moet verloren gaan om het syndroom van Turner te veroorzaken?

A

De p-arm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom hebben vrouwen met het syndroom van Turner een verhoogde kans op X-gebonden recessieve aandoeningen?

A

Zij hebben net als een man slechts één (functionerend) X-chromosoom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de twee hoofdkenmerken van het syndroom van Turner?

A

Kleine lengte en primaire amenorroe (puberteitsproblemen, infertiliteit).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Op basis van welke kenmerken wordt het syndroom van Turner vermoed bij baby’s?

A

Oedeem, hartafwijking, webbing van de nek, kleine lengte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op basis van welke kenmerken wordt het syndroom van Turner vermoed bij kleuters?

A

Kleine lengte, brede thorax, dysmorfie van het gelaat, webbing, hyperactief gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op basis van welke kenmerken wordt het syndroom van Turner vermoed bij puberteit?

A

Uitblijvende puberteitskenmerken, kleine lengte, sociaal-emotionele contactproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het syndroom van Turner en het syndroom van Noonan?

A

Turner: prenataal kort, oedeem, dysgenese ovariae, infertiliteit. Noonan: postnataal kort, brede nek, pulmonaalklep stenose, cryptorchidisme bij mannen, mogelijk fertiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk onderzoek is geïndiceerd bij vragen over het herhalingsrisico van het syndroom van Noonan?

A

Lichamelijk en cardiologisch onderzoek, en bij bewezen mutatie in PTPN11-gen, DNA-onderzoek bij ouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom is verder onderzoek belangrijk bij een kind met Turner- of Noonan-syndroom kenmerken?

A

Vanwege verschillen in intelligentie, fertiliteit en herhalingsrisico’s voor ouders en sibs.

17
Q

Welke informatie geef je ouders wanneer hun dochter het syndroom van Turner heeft?

A

Kleine lengte, verminderde puberteit, fertiliteitsproblemen, nier- en hartafwijkingen, laag herhalingsrisico, behandelmogelijkheden (groeihormoon, hormonale substitutie).

18
Q

Welke informatie geef je ouders wanneer hun dochter het syndroom van Noonan heeft?

A

Kleine lengte, hartafwijking, matig/milde MR, herhalingsrisico (dominante overerving), behandelmogelijkheden afhankelijk van symptomen.

19
Q

Wat is de incidentie van Turner (45,X) bij levend geborenen?

20
Q

Wat is het fenotype van iemand met 45,X?

A

Vrouwelijk met kenmerken zoals korte lengte, oedeem, brede nek, hart- en nierafwijkingen.

21
Q

Wat is de puberteitsontwikkeling bij iemand met Turner syndroom?

A

Amenorroe, behandeling nodig met hormonale substitutie.