VO.1 - Herkenning van kindermishandeling Flashcards
Q: Wat is de definitie van kindermishandeling?
A: Elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, opgelegd door ouders of anderen, resulterend in ernstige schade of dreiging daarvan voor de minderjarige.
Q: Wat zijn de belangrijkste vormen van kindermishandeling?
A: Lichamelijke mishandeling, lichamelijke verwaarlozing, emotionele mishandeling, emotionele verwaarlozing, seksueel misbruik, pediatric condition falsification (PCF), en getuige zijn van huiselijk geweld.
Q: Wat zijn de kenmerken van lichamelijke verwaarlozing?
A: Onvoldoende medische zorg, het kind verlaten zonder zorg of toezicht, en ontoereikend toezicht.
Q: Wat houdt “Pediatric Condition Falsification” (PCF) in?
A: Een vorm van mishandeling waarbij fysieke of psychische klachten bij een kind worden nagebootst, veroorzaakt, overdreven, of verzonnen, vaak door een verzorger.
In 75-90% moeder de pleger
Fabrication, induction, verbal fabrication, exaggeration.
Q: Wat zijn risicofactoren voor kindermishandeling?
A: Ongewenste kinderen, prematuren, kinderen met een handicap, ouders met een geschiedenis van mishandeling, psychische problemen, verslaving, en gezinnen met relatie- of financiële problemen.
Q: Wat zijn belangrijke aanwijzingen in de anamnese bij een vermoeden van mishandeling?
A: Inconsistenties in het verhaal, vertraging in medische hulp, ongebruikelijk gedrag van ouders, en eerdere verdachte letsels.
Q: Wat zijn “rode vlaggen” bij blauwe plekken bij kinderen?
A: Blauwe plekken op ongebruikelijke locaties, meerdere blauwe plekken, of blauwe plekken met een patroonvorming.
Q: Wat is de meldcode kindermishandeling?
A: Een stappenplan dat professionals moeten volgen bij vermoedens van kindermishandeling, waaronder overleg met Veilig Thuis en documentatie van signalen.
Q: Wat zijn typische fracturen die wijzen op toegebracht letsel?
A: Ribfracturen, metafysaire fracturen, fracturen met verschillende genezingsstadia, en fracturen door direct trauma zoals slaan of schudden.
Q: Welke gedragsveranderingen kunnen wijzen op seksueel misbruik?
A: Anorexia, enuresis, suïcidaliteit, of afwijkend seksueel gedrag dat niet past bij de leeftijd.
Q: Wat is belangrijk in de aanpak bij verdenking van kindermishandeling?
A: Documentatie van bevindingen, overleg met deskundigen, melding bij Veilig Thuis, en het bespreekbaar maken van zorgen zonder beschuldigingen.
Q: Wat is de rol van Veilig Thuis?
A: Het bieden van advies, onderzoek van de thuissituatie, en indien nodig het in veiligheid brengen van het kind.
Q: Wat zijn tekenen van inflicted traumatic brain injury (ITBI)?
A: Multipele fracturen, intracranieel letsel, wijde schedelnaden, en retinabloedingen.
Q: Wat moet je doen bij acute verdenking van seksueel misbruik?
A: Lichamelijk onderzoek, SOA-screening, en overleg met politie voor sporenonderzoek indien recent.
Q: Wat is een belangrijke boodschap bij de aanpak van kindermishandeling?
A: “Wees geen struisvogel. Overleg, documenteer, en zorg voor goede samenwerking en diagnostiek.”