HC.6 - Kindergeneeskunde: wat maakt het verschil? Flashcards

1
Q

Wat was het eerste gespecialiseerde kinderziekenhuis in Europa?

A

Hôpital des Enfants-Malades (Parijs, 1802).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het oudste kinderziekenhuis in Nederland?

A

Sophia Kinderziekenhuis (Rotterdam, 1863).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de belangrijkste anatomische verschillen tussen kinderen en volwassenen?

A

Neusademhaling en grotere tong bij zuigelingen.
Kleinere diameter van luchtwegen (5 mm bij neonaten).
Ribben meer horizontaal gepositioneerd.
Minder ontwikkelde alveoli en bronchiale structuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom zijn neonaten volledig afhankelijk van het diafragma voor ademhaling?

A

Horizontale positie van het diafragma.
Minder type I spiervezels, wat leidt tot snelle uitputting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de belangrijkste fysiologische verschillen bij kinderen?

A

Hogere zuurstofconsumptie en metabolisme.
Onrijpe longen en respiratoire spieren.
Leeftijdsafhankelijke vitale parameters (hartslag, ademhalingsfrequentie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn uitdagingen in de communicatie met kinderen?

A

Afhankelijkheid van ouders voor anamnese.
Non-verbale signalen zijn vaak belangrijker dan woorden.
Lichamelijk onderzoek vereist geduld en aanpassing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe beïnvloedt leeftijd de benadering van kinderen in de medische zorg?

A

Zuigelingen: Focus op ouder-kind interactie.
Peuters: Gebruik van spel en visuele hulpmiddelen.
Oudere kinderen: Betrek hen in beslissingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat maakt de differentiaal diagnostiek bij kinderen uniek?

A

Leeftijdsspecifieke aandoeningen.
Ontwikkelingsfase en epidemiologie spelen een rol.
Gedetailleerde familie-anamnese is cruciaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke aandoeningen komen vaak voor bij neonaten met respiratoire distress?

A

Infectieus: Virale bronchiolitis, pneumonie, sepsis.
Obstructie: Aspiratie, congenitale afwijkingen.
Neurologisch of metabool: CF, PCD.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van obstipatie bij een pasgeborene van 4 weken?

A

Ziekte van Hirschsprung.
Anale stenose of anus imperforatus.
Hypothyreoïdie.
Neuromusculaire ziekten (bijv. SMA).
Currarino trias (rectale stenose, hemi-sacrum, presacrale massa).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kan obstipatie veroorzaken bij een 14-jarige?

A

Functionele obstipatie.
Voedingsfactoren (bijv. vezelarme voeding).
Psychosociale stress.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn belangrijke vitale parameters bij acute ziekten bij kinderen?

A

Hartslag en ademhaling variëren sterk met leeftijd.
Zuigelingen hebben vaak een hogere hartslag en ademfrequentie dan oudere kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn aandachtspunten bij respiratoire aandoeningen bij kinderen?

A

Grotere kans op luchtwegocclusie door anatomie.
Verminderde sputummobilisatie en risico op atelectase.
Afhankelijkheid van non-verbale tekenen zoals kreunen en neusvleugelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat maakt kindergeneeskunde anders dan volwassenen-geneeskunde?

A

Grote anatomische en fysiologische verschillen.
Unieke communicatievereisten.
Leeftijdsspecifieke differentiaal diagnostiek.
Continu veranderende ontwikkelings- en groeifases.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom is kennis van normale ontwikkeling belangrijk in de kindergeneeskunde?

A

Het helpt om afwijkingen sneller te herkennen en gericht te behandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke ontwikkelingsmijlpalen zijn belangrijk bij kinderen?

A

Motorisch: Hoofd oprichten (3 maanden), lopen (12-18 maanden). Taal: Brabbelen (6 maanden), eerste woorden (12 maanden). Sociaal: Glimlachen (6 weken), interacties met anderen (9 maanden).

17
Q

Waarom is kennis van ontwikkelingsmijlpalen belangrijk in de kindergeneeskunde?

A

Het helpt afwijkingen vroegtijdig te signaleren en passende interventies in te zetten.

18
Q

Waarom zijn kinderen gevoeliger voor hypoxie?

A

Hogere zuurstofconsumptie door verhoogd metabolisme. Minder functionele alveoli bij jonge kinderen. Snelle uitputting van ademhalingsspieren door minder type I spiervezels.

19
Q

Waarom hebben kinderen een verhoogd risico op warmteverlies?

A

Groter lichaamsoppervlak in verhouding tot lichaamsmassa. Minder subcutaan vetweefsel bij neonaten.

20
Q

Welke stappen zijn belangrijk bij de diagnostiek van een ziek kind?

A

Gedetailleerde anamnese (inclusief familiegeschiedenis). Leeftijdsgebonden symptomen evalueren. Fysiek onderzoek aanpassen aan het comfortniveau van het kind.

21
Q

Hoe pas je behandelingen aan bij kinderen?

A

Doseringen worden berekend op basis van lichaamsgewicht of lichaamsoppervlak. Toedieningsvormen moeten geschikt zijn voor de leeftijd (bijv. siropen, zetpillen).

22
Q

Wat zijn alarmsymptomen bij respiratoire klachten bij kinderen?

A

Kreunen. Neusvleugelen. Intrekkingen van de thorax. Cyanose.

23
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van acute buikpijn bij kinderen?

A

Appendicitis. Gastro-enteritis. Invaginatie. Malrotatie met volvulus.

24
Q

Wat zijn preventieve maatregelen in de kindergeneeskunde?

A

Vaccinaties volgens het Rijksvaccinatieprogramma. Voorlichting over voeding en beweging. Vroege screening op ontwikkelingsachterstanden.

25
Q

Welke rol speelt monitoring van groei in de kindergeneeskunde?

A

Afwijkingen in lengte en gewicht kunnen wijzen op chronische ziekten zoals coeliakie of groeihormoondeficiëntie.