Belangrijke stof uit dysmorfologie college, DIT KOMT ELKE TT WEL BIJNA VOOR Flashcards

1
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Q

A

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is primaire telecanthus?

A

Een aangeboren afwijking waarbij de afstand tussen de mediale ooghoeken vergroot is zonder dat de oogkassen zelf verder uit elkaar staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is secundaire telecanthus?

A

Een vergrote afstand tussen de mediale ooghoeken als gevolg van een verworven aandoening, bijvoorbeeld littekenvorming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is hypotelorisme?

A

Een aandoening waarbij de afstand tussen de ogen kleiner is dan normaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is hypertelorisme?

A

Een aandoening waarbij de afstand tussen de ogen groter is dan normaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een gedraaid oor?

A

Een oor dat in een abnormale rotatiepositie staat ten opzichte van het hoofd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een laagstaand oor?

A

Een oor waarvan de bovenrand zich lager dan de gebruikelijke positie ten opzichte van de ogen bevindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een hoogstaand oor?

A

Een oor waarvan de bovenrand zich hoger dan normaal ten opzichte van de ogen bevindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een afstaand oor?

A

Een oor dat meer dan normaal van het hoofd af staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de neusbrug?

A

Het benige deel van de neus tussen de ogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de glabella (nasion)?

A

Het gladde gebied van het voorhoofd tussen de wenkbrauwen, boven de neusbrug.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de neuspunt?

A

Het uiterste, vaak ronde, deel van de neus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de neusgaten?

A

De openingen van de neus naar de buitenwereld, ook wel nares genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de columella?

A

Het weefsel dat de neusgaten scheidt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de neusvleugels?

A

De laterale delen van de neus rondom de neusgaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het philtrum?

A

Het groefje tussen de bovenlip en de neus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is syndactylie?

A

Het samensmelten van twee of meer vingers of tenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is camptodactylie?

A

Een blijvende buigstand van een of meer vingers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is clinodactylie?

A

Een abnormale kromming van een vinger in zijwaartse richting.

22
Q

Wat is microcefalie?

A

Een kleiner dan normaal hoofdomtrek bij een kind.

23
Q

Wat is macrocefalie?

A

Een grotere dan normale hoofdomtrek bij een kind.

24
Q

Wat is brachydactylie?

A

Een aandoening waarbij de vingers of tenen korter zijn dan normaal.

25
Q

Wat is polydactylie?

A

De aanwezigheid van extra vingers of tenen.

26
Q

Wat is epicanthus?

A

Een huidplooi die de binnenhoek van het oog bedekt.

27
Q

Wat is poliosis (witte haarlok)?

A

Een witte haarlok door verlies van pigment.

28
Q

Wat is een abnormaal beharingspatroon?

A

Ongewone verdeling of hoeveelheid haar op het lichaam.

29
Q

Wat is een laterale halsfistel?

A

Een aangeboren opening of kanaaltje in de zijkant van de hals.

30
Q

Wat is synophrys?

A

Het aaneengroeien van de wenkbrauwen.

31
Q

Wat is micrognathie?

A

Een abnormaal kleine onderkaak.

32
Q

Wat is ptosis?

A

Het hangen van het bovenste ooglid.

33
Q

Wat is een hoog palatum?

A

Een hoger dan normaal gehemelte.

34
Q

Wat is een bifide uvula?

A

Een gespleten huig.

35
Q

Wat is een viervingerlijn?

A

Een enkele dwarse plooi over de handpalm.

36
Q

Wat is een mongoloïde oogstand?

A

Ogen met een naar boven gerichte (upswing) stand van de oogspleten.

37
Q

Wat is een sandal gap?

A

Een vergrote ruimte tussen de eerste en tweede teen.

38
Q

Wat is een kleine gestalte?

A

Een lengte die significant kleiner is dan het gemiddelde voor leeftijd en geslacht.

39
Q

Wat is een oogspleet?

A

De opening tussen de bovenste en onderste ooglidrand.

40
Q

Wat is een nasion?

A

Het punt op de schedel waar de neusbotjes en het voorhoofdsbeen samenkomen.

41
Q

Wat is de mongoloïde oogstand?

A

Een opwaartse (upswing) helling van de oogspleten, vaak gezien bij syndromen zoals Down.

42
Q

Wat is een antimongoloïde oogstand?

A

Een neerwaartse (downswing) helling van de oogspleten.

43
Q

Wat is telecanthus?

A

Vergrote afstand tussen de mediale ooghoeken zonder dat de oogkassen verder uit elkaar staan.

44
Q

Wat zijn tapering fingers?

A

Vingers die geleidelijk smaller worden naar de toppen toe.

45
Q

Wat is een preauriculaire sinus of tag?

A

Een klein gaatje of aanhangsel net voor het oor.

46
Q

Wat is macroglossie?

A

Een vergrote tong.

47
Q

Wat is trigonocefalie?

A

Een driehoekige vorm van het voorhoofd door vroegtijdige sluiting van de metopische sutuur.

48
Q

Wat is scaphocefalie?

A

Een langwerpige schedelvorm door vroegtijdige sluiting van de sagittale sutuur.

49
Q

Wat is plagiocefalie?

A

Scheefgroei van het hoofd door asymmetrische sluiting van de schedelnaden.

50
Q

Wat is frontal bossing?

A

Een prominente vooruitstekende vorm van het voorhoofd.