HC.4 - Pediatrische klinische farmacologie Flashcards
Q: Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen kinderen en volwassenen in farmacologie?
- Absorptie, distributie, metabolisme en eliminatie verschillen door ontwikkeling.
- Doseringen moeten worden aangepast op basis van leeftijd, gewicht of lichaamsoppervlak.
Q: Wat betekent het continuum van ontwikkeling voor kinderdoseringen?
A: Kinderen zijn geen kleine volwassenen; farmacokinetiek en farmacodynamiek veranderen met de leeftijd, waardoor extrapolatie van volwassen doseringen vaak niet mogelijk is.
Q: Wat is farmacokinetiek?
A: De studie van wat het lichaam met een geneesmiddel doet: absorptie, distributie, metabolisme en eliminatie.
Q: Hoe verschilt absorptie bij neonaten van volwassenen?
- Lagere maagzuurgraad verhoogt opname van zuur-labiele geneesmiddelen (zoals penicilline).
- Vertraagde maag- en darmpassage beïnvloedt de opname.
Q: Waarom kan rectale toediening bij kinderen onbetrouwbaar zijn?
A: Door incomplete en wisselende absorptie, en verlies via feces.
Q: Hoe verandert distributie van geneesmiddelen bij kinderen?
- Zuigelingen hebben meer lichaamswater en minder vet, wat de verdeling van water- en vetoplosbare geneesmiddelen beïnvloedt.
- Eiwitbinding is lager door verminderde albumineproductie.
Q: Hoe werkt metabolisme bij kinderen?
- Fase I-enzymen (oxidatie, reductie) zijn bij neonaten minder actief.
- Fase II-enzymen (glucuronidering, sulfonering) ontwikkelen zich later.
- Metabolisme piekt op kinderleeftijd (sneller dan bij volwassenen).
Q: Hoe verandert nierfunctie bij kinderen?
A: Nierfunctie is verminderd bij neonaten en bereikt volwassen niveaus rond 1 jaar.
Q: Wat is farmacodynamiek?
A: De studie van wat een geneesmiddel met het lichaam doet, inclusief therapeutische en toxische effecten.
Q: Waarom kunnen bijwerkingen bij kinderen anders zijn dan bij volwassenen?
A: Door leeftijdsspecifieke fysiologie en onrijpe orgaansystemen.
Q: Noem een voorbeeld van bijwerkingen specifiek bij kinderen.
- Tetracyclines: tandverkleuring.
- Ciprofloxacine: gewrichtsschade.
- Antihistaminica: verhoogd risico op wiegendood.
Q: Hoe wordt de dosering van geneesmiddelen bij kinderen berekend?
A: Op basis van lichaamsgewicht (mg/kg) of lichaamsoppervlak (mg/m²).
Q: Vanaf welke leeftijd kan een kind een vaste orale toedieningsvorm doorslikken?
A: Vanaf 6-7 jaar.
Q: Waarom leiden lokaal toegepaste geneesmiddelen bij kinderen vaker tot systemische bijwerkingen?
A: Kinderen hebben een relatief groter huidoppervlak, wat leidt tot hogere bloedspiegels.
Q: Welke aandachtspunten zijn er bij formuleringen voor kinderen?
- Smaak en textuur (voor acceptatie).
- Vermijden van schadelijke hulpstoffen zoals conserveringsmiddelen en kleurstoffen.
- Beschikbaarheid van geschikte toedieningsvormen.