PD. Schisis Flashcards
Q: Wat zijn de verschillende vormen van schisis?
- Cheilognathopalatoschisis (unilateraal/bilateraal, incompleet/compleet voor lip, kaak, of gehemelte)
- Geïsoleerde mediane palatoschisis
- Microforme cheiloschisis
- Incomplete cheiloschisis
- Complete cheilognatoschisis
- Complete cheilognatopalatoschisis
Plaatjes in dia, belangrijk! komen in tts voor.
Q: Wat is de embryologische oorzaak van cheilognathopalatoschisis?
A: Fusieprobleem tussen frontonasale en maxillaire prominentie tijdens week 6-9 van de embryonale ontwikkeling.
Q: Wat is de embryologische oorzaak van geïsoleerde palatoschisis? en bij Cheilognatopalatoschisis
A: Fusieprobleem tussen de palatumgewelven tijdens week 13-14 van de embryonale ontwikkeling (fusie verloopt van anterieur naar posterieur).
Cheilognatopalatoschisis:
- Fusie probleem tussen frontonasale
en maxillaire prominentie
- Week 6-9 embryonale ontwikkeling
Q: Wat zijn de algemene oorzaken en risicofactoren voor schisis?
- Multifactorieel, inclusief genetische en omgevingsfactoren (zoals foliumzuurgebrek).
75% familiair, 5-15% syndromaal (bijv. Stickler, - Treacher Collins, 22q11-deletie). - Pierre Robin sequentie: retrognatie/micrognatie, glossoptosis, OSA.
- Incidentie afhankelijk van etniciteit:. Kaukasisch: 1/1000, Aziatisch: 1/500, Afrikaans: 1/2000
- Man:Vrouw = 2:1, Links:Rechts:Bilateraal = 6:3:1
Q: Wat is het risico op schisis bij een volgende nakomeling met CL/CLP?
- 1 kind of ouder met CL/CLP: 4%
- 2 kinderen met CL/CLP: 9%
- 1 kind + 1 ouder met CL/CLP: 17%
Wat is CL/CLP?
CL/CLP staat voor:
CL: Cleft Lip (schisis van de lip).
CLP: Cleft Lip and Palate (schisis van de lip en het gehemelte).
Q: Welke specialisten maken deel uit van het schisisteam?
A: Verpleegkundig specialist, plastisch chirurg, KNO-arts, MKA-chirurg, logopedist, orthodontist, kindertandarts, psycholoog/maatschappelijk werker, kinderarts, en klinisch geneticus.
Q: Wat zijn de belangrijkste chirurgische ingrepen bij schisisbehandeling?
- Lipsluiting (3 maanden): Millard rotatie-advancement, Fisher lipsluiting, bilaterale lipsluiting.
- Vomerlap: gedeeltelijke sluiting van palatum durum.
- Palatoraphie (9-12 maanden): sluiting van palatum molle en durum, technieken zoals Perko, Furlow Z-plasty.
- Secundaire correcties: Le Fort 1 osteotomie, open septorhinoplastiek, secundaire lipcorrectie.
Q: Wat zijn de complicaties na chirurgie bij schisis?
- Infectie, nabloeding, wonddehiscentie, littekenvorming, velopharyngeale insufficiëntie (VPI).
- Bij palatoraphie: necrose van mucosa, fistelvorming, onvoldoende spraakverbetering.
Q: Wat is de Pierre Robin sequentie?
A: Triade van retrognatie/micrognatie, glossoptosis en OSA, vaak geassocieerd met mediane palatoschisis (80%) en een U-vormig palatum.
Q: Welke technieken worden gebruikt bij spraakverbeterende chirurgie?
- Intravelaire veloplastiek
- Buccal myomucosal flap (wanglap)
- Pharyngoplastiek
ff random ahh numbers
- 50% Symmetrisch complete bilaterale schisis: Palatum bijna altijd aangedaan
- 25% Symmetrisch incomplete bilaterale schisis: Palatum vaak niet aangedaan
- 25% Asymmetrische (complete/incomplete) bilaterale schisis
Tip om de termen te onderscheiden:
Cheilo: lip
Gnatho: kaak
Palato: gehemelte
Dus cheiloschisis is lipschisis