ZO.3 - Kinderobducties Flashcards

1
Q

Wat betekent consanguiniteit en waarom is het belangrijk om hierover geïnformeerd te zijn?

A

Consanguiniteit is bloedverwantschap tussen ouders, zoals neef-nicht huwelijken. Het verhoogt het risico op autosomaal recessieve aandoeningen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een hygroma colli en bij welke belangrijke foetale toestand kan dit voorkomen?

A

Een hygroma colli is een vochtophoping in de nek van de foetus, vaak geassocieerd met hydrops foetalis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat valt je op bij de uitwendige kenmerken van de foetus? Beschrijf het aangezicht, genitaal en extremiteiten.

A

Dysmorf aangezicht met hoog voorhoofd, kleine neus, lang filtrum, micro/retrognathie. Vrouwelijk genitaal met prominente clitoris. Korte femora en knik in de tibia.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Met welke afwijking in de morfogenese hebben we te maken bij de afwijking in de stand en vorm van de benen?

A

Deformatie door skeletdysplasie die de ontwikkeling van femur en tibia beïnvloedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Om welke afwijking gaat het bij de ontwikkeling van het genitaal?

A

Malformatie door een mutatie in een cruciaal gen, leidend tot abnormale gonadenontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke bijdrage heeft de patholoog geleverd bij de diagnostiek van deze patiënt?

A

Bevestiging van echo-bevindingen, beschrijving van dysmorfe kenmerken, vond afwijkende gonaden en stelde de diagnose campomele dysplasie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zou je erfelijkheidsadvies aan deze ouders zijn?

A

Waarschijnlijk een de novo mutatie zonder verhoogd herhalingsrisico, aangezien campomele dysplasie een lethale aandoening is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar staat SIDS voor en wat is de definitie van SIDS?

A

Sudden Infant Death Syndrome: plotseling overlijden van een kind onder 1 jaar zonder verklaring na uitgebreid postmortaal onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aan welke 2 groepen aandoeningen zou je denken in de differentiaaldiagnose bij deze neonaat?

A

Congenitale afwijkingen en infectieuze oorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke invloed hebben de bevindingen van mucopurulent slijm in de trachea op de differentiaaldiagnose?

A

Congenitale afwijkingen zijn uitgesloten, infectieuze oorzaak wordt aannemelijker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen de normale en afwijkende longbeelden bij microscopisch onderzoek?

A

Normale long toont luchtruimten, afwijkende long toont granulocytair ontstekingsinfiltraat dat luchtruimten opvult.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke diagnose stel je op basis van het longbeeld?

A

Bronchopneumonie (bilateraal).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent de diagnose bronchopneumonie voor de initiële SIDS-diagnose?

A

De diagnose SIDS wordt verworpen; overlijden wordt nu toegeschreven aan bronchopneumonie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly