HC.7 - Inleiding op psychiatrische beelden bij jonge kinderen Flashcards
Wat bevat de infant mental health visie?
- Ontwikkeling vh kindje
- Ouders
- (culturele) context
- Multitheoretisch
- Multidisciplinair
- Apart classificatiesysteem
Waar naar kijk je bij ontwikkeling vh kindje?
- Emotioneel
- Sociaal relationeel
- Spraak-taal
- Cognitief
- Motorisch
Waar kijk je naar bij de ouders?
- Sensiviteit
- Emotionele beschikbaarheid
- Relatie met het kind (en met elkaar)
Q: Wat betekent ‘ouderlijke sensitiviteit’ in de IMH-context?
A: Het vermogen van ouders om de signalen van hun kind te herkennen, begrijpen en er adequaat op te reageren.
Q: Welke rol speelt de ouder in de IMH-visie?
A: Ouders worden gezien als de primaire beïnvloeders van de emotionele en sociale ontwikkeling van hun kind.
Q: Waarom is de vroege ouder-kind relatie belangrijk in de IMH-visie?
A: Omdat veilige hechting en responsieve interactie cruciaal zijn voor een gezonde emotionele en cognitieve ontwikkeling.
Q: Hoe draagt IMH bij aan de preventie van psychische problemen?
A: Door vroegtijdige ondersteuning van de ouder-kind relatie en het bevorderen van veilige hechting.
Q: Wat is een belangrijk principe in de IMH-behandeling?
A: Het werken met zowel het kind als de ouder, in plaats van alleen het kind te behandelen.
Q: Hoe wordt de ontwikkeling van het kind beoordeeld in de IMH-visie?
A: Door observatie van interacties tussen ouder en kind en het evalueren van hechtingsgedrag.
Q: Wat is het ‘good enough parenting’ concept binnen IMH?
A: Het idee dat ouders niet perfect hoeven te zijn, maar voldoende responsief moeten zijn om een veilige hechting te bevorderen.
Q: Wat zijn risicofactoren voor problemen in de infant mental health?
A: Stress, armoede, mishandeling, verwaarlozing, en psychische problemen bij ouders.
Q: Wat is de rol van cultuur in Infant Mental Health?
A: IMH erkent het belang van culturele waarden en overtuigingen in opvoeding en ouder-kind relaties.
Q: Wat zijn beschermende factoren volgens de IMH-visie?
A: Veilige hechting, stabiele gezinsomgeving, en positieve ouder-kind interacties.
Q: Wat houdt reflectief functioneren in binnen de IMH?
A: Het vermogen van ouders om na te denken over hun eigen gevoelens en die van hun kind.
Q: Hoe draagt IMH bij aan de ontwikkeling van veerkracht bij kinderen?
A: Door het versterken van veilige hechting en het ondersteunen van positieve interacties met verzorgers.
Q: Wat is het belang van interdisciplinaire samenwerking in IMH?
A: Effectieve ondersteuning vereist samenwerking tussen verschillende zorgprofessionals.
Q: Hoe wordt trauma benaderd in de IMH-visie?
A: Trauma wordt erkend als een verstorende factor in de vroege ouder-kind relatie en vereist specifieke interventies.
Q: Waarom is ouderlijke zelfzorg belangrijk in IMH?
A: Omdat de emotionele gezondheid van de ouder direct invloed heeft op de ontwikkeling van het kind.
wat is transactioneel ontwikkelingsmodel
A: Een model dat beschrijft hoe de ontwikkeling van een kind ontstaat door de voortdurende wisselwerking tussen het kind en zijn omgeving.
Q: Wat betekent wederzijdse invloed in het transactioneel ontwikkelingsmodel?
A: Zowel het kind als de omgeving beïnvloeden elkaar voortdurend en passen zich aan op basis van elkaars gedrag.
Q: Waarom is het transactioneel model een dynamisch proces?
A: Omdat de interacties tussen het kind en de omgeving continu veranderen naarmate het kind groeit en de omstandigheden veranderen.
Q: Wat zijn cumulatieve effecten in het transactioneel ontwikkelingsmodel?
A: Kleine interacties stapelen zich op en kunnen leiden tot grotere, langdurige veranderingen in de ontwikkeling van het kind.
Q: Geef een voorbeeld van het transactioneel ontwikkelingsmodel in de praktijk.
A: Een kind met een moeilijk temperament kan stress bij ouders veroorzaken, wat leidt tot minder geduldige reacties. Dit kan het moeilijke gedrag van het kind versterken, waardoor een vicieuze cirkel ontstaat.
Q: Hoe kan een negatieve spiraal doorbroken worden volgens het transactioneel model?
A: Door positieve interventies vanuit de omgeving, zoals gerichte stimulatie of ondersteuning van de ouder-kind interactie.
Q: Hoe sluit het transactioneel ontwikkelingsmodel aan bij de Infant Mental Health (IMH) visie?
A: Beide benadrukken het belang van de wederzijdse interactie tussen ouder en kind voor een gezonde emotionele en sociale ontwikkeling.
Q: Wat maakt het transactioneel ontwikkelingsmodel anders dan lineaire modellen van ontwikkeling?
A: Het transactioneel model ziet ontwikkeling als een interactief proces, terwijl lineaire modellen ontwikkeling vaak als een eenrichtingsproces beschouwen.
Q: Waarom is het belangrijk om in het transactioneel model naar zowel kindfactoren als omgevingsfactoren te kijken?
A: Omdat de ontwikkeling wordt gevormd door de interactie tussen de kenmerken van het kind en de reacties van de omgeving.
Q: Wat betekent de uitspraak “There is no such thing as a baby”?
A: Het betekent dat een baby niet los van de verzorger(s) kan worden gezien; de relatie tussen de baby en de ouder is essentieel voor de ontwikkeling.
Q: Wat benadrukt Winnicott met “There is no such thing as a baby”?
A: Dat de ontwikkeling van een kind alleen begrepen kan worden in de context van de interactie met de verzorger(s).
Q: Wat zou er gebeuren zonder de ouder-kind interactie, volgens Winnicott’s visie?
A: Zonder deze interactie zou een baby niet de nodige emotionele en sociale stimulatie krijgen die essentieel is voor gezonde ontwikkeling.
Q: Wat is de functie van spiegelneuronen bij mensen?
A: Spiegelneuronen helpen bij het aanvoelen van emoties van anderen door het zelf simuleren van de waargenomen actie of emotie.
Q: Hoe dragen spiegelneuronen bij aan emotieregulatie?
A: Ze maken het mogelijk om emoties van anderen te herkennen en hierop te reageren, wat essentieel is voor sociale interactie en emotieregulatie.
Q: Wat is co-regulatie in de context van ouder-kind interacties?
A: Het proces waarbij ouders en kinderen elkaars emoties volgen en reguleren door wederzijdse interactie.
Q: Hoe reguleren moeders en vaders de emoties van hun kind?
A: Door actief in te spelen op de emoties van hun kind en samen een emotioneel evenwicht te vinden.
Q: Wat toont het experiment met gezichtsuitdrukkingen in de afbeelding aan?
A: Dat baby’s gezichtsuitdrukkingen van volwassenen kunnen nadoen, wat wijst op het functioneren van spiegelneuronen.
Q: Waarom zijn spiegelneuronen belangrijk voor de ontwikkeling van een kind?
A: Ze ondersteunen de ontwikkeling van empathie, sociale vaardigheden en emotionele verbondenheid.
Q: Wat gebeurt er als de co-regulatie tussen ouder en kind niet goed verloopt?
A: Dit kan leiden tot problemen in emotieregulatie en hechting bij het kind.
Wat dient er te gebeuren met de emotionele en intentionele toestanden van een kind?
- Gemarkeerd
- Congruent
- Continguent
Gespiegeld te worden zodat innerlijke representaties gevormd worden
Q: Wat betekent gemarkeerd in de context van ouder-kind interacties?
A: Gemarkeerd verwijst naar het overdreven of benadrukken van emoties door ouders zodat het kind deze makkelijker kan herkennen en begrijpen.
Q: Waarom is gemarkeerde emotie belangrijk in de ontwikkeling van een kind?
A: Het helpt het kind om emoties van zichzelf en anderen te identificeren en te leren reguleren.
Q: Wat betekent congruent in de context van emotionele communicatie?
A: Congruent betekent dat de emotie die wordt getoond overeenkomt met de werkelijke gevoelens, zoals een oprechte glimlach bij blijheid.
Q: Waarom is congruente emotie-uiting belangrijk voor kinderen?
A: Het leert kinderen vertrouwen te hebben in hun eigen waarnemingen en helpt bij het ontwikkelen van emotioneel begrip.
Q: Wat betekent contingent in ouder-kind interactie?
A: Contingent verwijst naar het direct en passend reageren van de ouder op de signalen van het kind.
Q: Waarom is contingente responsiviteit belangrijk?
A: Het bevordert veilige hechting en ondersteunt de sociale en emotionele ontwikkeling van het kind doordat het zich begrepen en gezien voelt.
Wat is affectspiegeling?
A: Affectspiegeling is het proces waarbij een ouder de emoties van het kind weerspiegelt door deze herkenbaar en overdreven na te bootsen.
Q: Waarom is affectspiegeling belangrijk voor een kind?
A: Het helpt het kind zijn eigen emoties te herkennen, begrijpen en reguleren, wat essentieel is voor emotionele ontwikkeling.
Q: Wat betekent affect in affectspiegeling?
A: Affect verwijst naar de zichtbare en voelbare emoties van een kind die door de ouder worden weerspiegeld.
Q: Waarom is het spiegelen van affect belangrijk?
A: Het helpt het kind bij het ontwikkelen van emotioneel bewustzijn en zelfregulatie.
Q: Wat is een voorbeeld van affectspiegeling?
A: Als een baby huilt, toont de ouder een bezorgde blik en kalmeert het kind, waardoor het leert dat zijn emoties worden begrepen.
Q: Wat gebeurt er als affectspiegeling ontbreekt of incongruent is?
A: Het kind kan moeite krijgen met het herkennen en begrijpen van emoties, wat kan leiden tot problemen in emotieregulatie en hechting.
Q: Hoeveel matches zijn volgens Good Enough Parenting voldoende?
A: Minimaal 30-50% van de ouderlijke reacties hoeft te kloppen met de behoeften van het kind.
Q: Waarom is reparatie na een mismatch belangrijk?
A: Het helpt het kind te leren dat relaties hersteld kunnen worden na misverstanden, wat bijdraagt aan veerkracht en emotionele veiligheid.
Q: Is perfect ouderschap nodig voor een gezonde ontwikkeling van het kind?
A: Nee, volgens Good Enough Parenting is het normaal en gezond dat niet alle ouderlijke reacties perfect zijn, zolang er voldoende matches en herstelmomenten zijn.
Wat valt er onder (culturele) context?
Psychosociale factoren zoals:
- armoede
- verslaving
- huiselijke geweld
- huisvesting
Ook aandacht hebben voor cultuur, wat voor ons normaal is, hoeft bij een ander ni normaal te zijn
Wat is cumulatieve risicohypothese?
Hoeveelheid stressoren zijn voorspeller voor latere issues
Wat houdt multitheoretisch in?
- Hechtingstheorie
- Sociale ontwikkelingsmodellen
- Cognitieve ontwikkelingsmodellen
Q: Wat is de hechtingstheorie?
A: De hechtingstheorie beschrijft hoe de emotionele band tussen een kind en zijn verzorger de basis vormt voor veilige relaties en emotionele ontwikkeling later in het leven.
Q: Wat zijn sociale ontwikkelingsmodellen?
A: Sociale ontwikkelingsmodellen verklaren hoe kinderen sociale vaardigheden en gedrag ontwikkelen door interacties met hun omgeving, zoals ouders, leeftijdsgenoten en culturele invloeden.
Q: Wat zijn cognitieve ontwikkelingsmodellen?
A: Cognitieve ontwikkelingsmodellen beschrijven hoe het denken, probleemoplossend vermogen en begrip van kinderen zich ontwikkelen naarmate ze ouder worden, zoals in de theorie van Piaget.
Wat houdt multidisciplinair in?
Er wordt door verschillende mensen naar gekeken:
- Kinder- en jeugdpsychiaters
- Psychologen/orthopedagogene
- Kinderartsen
- Maatschappelijkwerkenden
- Logopedisten
Wat is de DC 0-5?
A: De DC:0-5 is een diagnostisch classificatiesysteem voor psychische stoornissen bij kinderen van 0 tot 5 jaar.
Meer assig (juist volgorde):
1. Lichamelijke gezondheid
2. Psychosociale stressoren
3. Ontwikkeling van competenties
4. Relationele context
5. Klinische stoornissen
Wat valt onder as klinische stoornissen?
- neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
- Zintuigeijke verwerking
- angst
- stemmings
- slaap eet en huil
- trauma en stess
- relatie
- obsessief compulsieve
Waar kijk je naar bij competenties?
- emotioneel
- sociaal-relationeel
- taal en sociale communicatie
- cognitie
- motoriek en beweging
Bij relatie kijken naar?
Moeder kind
Vader kind
Gezin omgeving
Waar hebben kinderen met autisme spectrum stoornis problemen mee?
- Sociale communicatie
- Sensorische gevoeligheden
- Stereotiep of repetitief gedrag
wat is van wiechen schema?
Q: Wat is het Van Wiechen-schema?
Q: Welke ontwikkelingsgebieden meet het Van Wiechen-schema?
A: Het schema meet motorische, cognitieve, spraak-taal en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Q: Waar wordt het Van Wiechen-schema gebruikt?
A: Het wordt gebruikt in de jeugdgezondheidszorg (consultatiebureaus) om vroegtijdig ontwikkelingsachterstanden te signaleren.
Welke rode vlaggen autisme spectrum stoornis?
- Lacht niet naar anderen (vanaf 12m)
- Reageert niet wanneer hij/zij wordt toegesproken (vanaf 12 maanden)
- Brabbelt niet (vanaf 12 maanden)
- Maakt geen gebaren (wijzen en zwaaien) [Vanaf 12 maanden]
- Geen interesse in andere mensen (vanaf 12 maanden)
- Maakt geen functioneel gebruik van woorden (vanaf 18 maanden)
- Gebruikt geen 2-woorzinnen, anders dan papegaaien (vanaf 24 maanden)
- Elk verlies van taal of sociale vaardigheden (iedere leeftijd)
Q: Wat is preverbaal trauma?
A: Preverbaal trauma ontstaat in de fase voordat een kind kan praten en is een reactie op een ingrijpende gebeurtenis waarbij angst en machteloosheid een rol spelen.
Q: Kan een kind zonder actieve herinnering toch preverbaal trauma ervaren?
A: Ja, een kind kan trauma ervaren ondanks dat het geen bewuste herinnering heeft of er woorden aan kan geven.
Q: Waar wordt preverbaal trauma opgeslagen als een kind er geen woorden voor heeft?
A: De herinnering van het trauma wordt opgeslagen in het lichaam.
Q: Welke gevoelens spelen een grote rol bij preverbaal trauma?
A: Gevoelens van angst en machteloosheid.
Q: Wat is het verschil tussen preverbaal trauma en later trauma?
A: Bij preverbaal trauma kan het kind geen woorden geven aan de ervaring, terwijl later trauma vaak met bewuste herinneringen gepaard gaat.
Q: Wat is een ACE (Adverse Childhood Event)?
A: Een ACE is een ingrijpende, negatieve ervaring in de kindertijd die schadelijk kan zijn voor de ontwikkeling en gezondheid op lange termijn.
Q: Welke voorbeelden vallen onder Adverse Childhood Events (ACE’s)?
A: Mishandeling, verwaarlozing, huiselijk geweld, scheiding van ouders, armoede, en het opgroeien met een ouder met psychische problemen of verslaving.
Q: Hoe beïnvloeden ACE’s de hersenontwikkeling van kinderen?
A: Langdurige stress door ACE’s kan de ontwikkeling van hersenstructuren aantasten die betrokken zijn bij emotieregulatie en stressrespons.
Q: Kunnen de effecten van ACE’s verminderd worden?
A: Ja, beschermende factoren zoals een ondersteunende volwassene, therapie, en veilige omgevingen kunnen de negatieve impact van ACE’s verminderen.