VO.2 - Groei, obesitas en puberteit Flashcards
Vragen
Antwoorden
Welke vragen stel je in je algemene anamnese?
Medische voorgeschiedenis, medicatiegebruik, ontwikkeling, voedingsanamnese, familie anamnese, psychosociaal, puberteitsontwikkeling wanneer passend bij de leeftijd.
Welke vragen stel je in je tractusanamnese?
Alle tracti nagaan: circulatoir, respiratoir, centraal zenuwstelsel, GI, endocrien, bewegingsapparaat.
Q: Wat is een primaire groeistoornis?
A: Een groeistoornis veroorzaakt door een intrinsiek probleem van het skelet of genetisch materiaal, zoals genetische syndromen of skeletdysplasieën.
Q: Hoe verloopt de groeicurve bij een primaire groeistoornis?
A: Kinderen blijven vanaf jonge leeftijd achter in groei en volgen een afwijkende, vaak lagere, groeicurve.
Q: Wat is een secundaire groeistoornis?
A: Een groeistoornis waarbij de groei wordt beïnvloed door externe factoren zoals ziekten of omgevingsfactoren, bijvoorbeeld endocriene aandoeningen of ondervoeding.
Q: Hoe verloopt de groeicurve bij een secundaire groeistoornis?
A: De groei is aanvankelijk normaal, maar buigt af zodra de onderliggende aandoening zich ontwikkelt.
Q: Wat is een idiopathische groeistoornis?
A: Een groeistoornis waarvan de oorzaak onbekend blijft ondanks uitgebreid onderzoek. Is gewoon kleiner, maar niet erg snap je
Q: Hoe verloopt de groeicurve bij een idiopathische groeistoornis?
A: De groei is traag maar consistent, met een stabiele, lagere groeicurve zonder abrupte afbuigingen.
Q: Wat betekent een lengte binnen ±1,6 SD van de target height?
A: Dit valt binnen het normale bereik van de genetisch verwachte lengte.
Er buiten is dus niet normale bereik
Wat vind je van de groeicurve? Onder welke grote groep van groeistoornissen valt de meest waarschijnlijke diagnose van deze patiënt?
Afbuigende lengtecurve past bij secundaire groeistoornis: endocriene stoornissen, chronische ziekten, ondervoeding.
Waar let je op bij het lichamelijk onderzoek?
Lengte, gewicht, schedelomtrek, zithoogte, spanwijdte, bloeddruk, dysmorfe kenmerken, intern lichamelijk onderzoek incl. puberteitsstadium.
Waar denk je aan in je differentiaal-diagnose?
- Endocriene stoornissen (te veel cortisol, te weinig GH, hypothyroidie)
- chronische ziekten (hart, nieren, darmen)
- iatrogeen (glucocorticoïden)
- emotionele deprivatie
- malnutritie.
Wat voor aanvullend onderzoek zou je willen doen?
Labonderzoek: bloedbeeld, elektrolyten, leverenzymen, nierfunctie, schildklierfunctie, coeliakiescreening, IGF-I, IGFBP-3, X-hand voor skeletleeftijd.
Waar kan een te lage IGF-I waarde allemaal bij passen?
- GH deficiëntie
- GH resistentie
- tengere lichaamsbouw
- leverziekten
- chronische ziekten
- hypothyreoïdie.
Behandeling groeistoornis door lage GH
behandeling met groeihormoon,
Wat voor aanvullende vragen stel je in je anamnese bij obesitas?
Brede anamnese: hulpvraag, mogelijke oorzaken (leefstijl, medische pathologie), risicofactoren of co-morbiditeiten, aanpak tot nu toe.
Waar let je op bij het lichamelijk onderzoek bij obesitas?
Algemene indruk, vetverdeling, spiermassa, cushingoid, lengte en groei, vitale parameters, huid/haar kenmerken, dysmorfe kenmerken, puberteitstadiering.
Stel een differentiaal diagnose op voor obesitas.
Leefstijl en psychosociale factoren, medische pathologie, syndromale kenmerken, medicatiegebruik.
Welk aanvullend onderzoek zet je in bij obesitas?
Hormonaal onderzoek, genetisch onderzoek, neurologisch onderzoek, screening op DM2, leversteatose, dyslipidemie, hypertensie, OSAS, vitD deficiëntie.
Wat is het advies ten aanzien van behandeling van obesitas?
Gecombineerde leefstijlinterventie (voeding, beweging, gedrag), paramedische ondersteuning, psychologische zorg, farmacotherapie, maagoperatie bij uitzondering.
Welk hormonen veroorzaken borstgroei ?
A: Oestrogeen (zorgen voor de tijdelijke borstontwikkeling bij pasgeborenen.)
Q: Waardoor kan hormoon verhoogd in het bloed?
A: Tim heeft verhoogde oestrogeen door de overdracht van maternale hormonen via de placenta voor de geboorte.
Q: Heb je enig idee wanneer deze borstvorming verdwijnt?
Dagen tot weken
Q: Wat is je differentiaaldiagnose bij Sanne met borstontwikkeling op 2,5-jarige leeftijd?
- minipuberteit
- Premature thelarche (vroegtijdige, geïsoleerde borstontwikkeling zonder andere puberteitstekenen)
- Vroege puberteit (precocious puberty)
- Oestrogene blootstelling (bijvoorbeeld door crèmes of medicatie)
- Bijniertumoren
Q: Wat is de minipuberteit?
A: De minipuberteit is een tijdelijke hormonale activatie van de hypothalamus-hypofyse-gonadas-as bij pasgeborenen, die plaatsvindt in de eerste 3-6 maanden na de geboorte.
Q: Wat is pubertas praecox?
A: Vroegtijdige puberteit waarbij secundaire geslachtskenmerken vóór de leeftijd van 8 jaar bij meisjes en 9 jaar bij jongens optreden.
Q: Wat is centrale pubertas praecox?
A: Vroegtijdige activatie van de hypothalamus-hypofyse-gonadas-as, vaak idiopathisch of door een centraal zenuwstelsel probleem zoals een hypothalamustumor.
A: Behandeling met GnRH-agonisten om de puberteit te vertragen.
Q: Wat is perifere pubertas praecox?
A: Vroegtijdige puberteit veroorzaakt door verhoogde geslachtshormonen onafhankelijk van de hypothalamus-hypofyse-gonadas-as.
A: Behandeling gericht op de onderliggende oorzaak, zoals het verwijderen van tumoren of het aanpassen van hormonale blootstelling.
Q: Wat zijn secundaire geslachtskenmerken?
A: Fysieke kenmerken die zich ontwikkelen tijdens de puberteit onder invloed van geslachtshormonen, maar niet direct betrokken zijn bij de voortplanting.
Q: Welke diagnostiek is nodig bij Sanne?
- X-Hand
- LH en FSH
- ## Oestrogeen
Q: Wat betekenen de Tanner puberteitsstadia G1A1P2 en testis 2 mL?
- G1: Genitaalstadium 1 = prepuberaal, geen genitale ontwikkeling.
- A1: Axillaire beharing stadium 1 = geen okselbeharing.
- P2: Pubisbeharing stadium 2 = begin van schaamhaarontwikkeling (lichte, fijne haartjes).
- Testis 2 mL: Testikelvolume van 2 mL wijst op het begin van puberteit (puberteit start vanaf 4 mL).
Q: Welke hormonen veroorzaken deze veranderingen?
Adrenarche: Androgenen zoals DHEA en androsteendion veroorzaken schaamhaar en transpiratiegeur.
Gonadarche: LH en FSH stimuleren de testikels tot productie van testosteron, wat leidt tot testisgroei en verdere puberteitsontwikkeling.
Q: In welke organen worden deze hormonen gemaakt?
DHEA en androsteendion worden geproduceerd in de bijnierschors.
LH en FSH worden geproduceerd door de hypofyse (onder invloed van GnRH uit de hypothalamus).
Testosteron wordt geproduceerd in de testikels (Leydigcellen).
differentiaaldiagnose Tim
- Premature adrenarche (vroegtijdige bijnierschorsactiviteit zonder centrale puberteitsactivatie).
- Premature pubarge (
- Vroege puberteit (precocious puberty), vooral als testisvolume toeneemt.
- Exogene androgenen (bijvoorbeeld blootstelling aan testosteroncrèmes).
- Bijniertumor of hyperplasie (zoals congenitale bijnierhyperplasie).
- Centraal zenuwstelsel afwijkingen (zoals hypothalamustumoren bij centrale puberteit).
- Familiaire vroege puberteit.
Q: Welk onderzoek doe je bij Tim?
- X-skelet
- Lab: 17 OHP, adrosteendion, DHEAS, testosteron
Q: Wat is premature pubarche?
A: Vroegtijdige ontwikkeling van schaamhaar vóór de leeftijd van 8 jaar bij meisjes en 9 jaar bij jongens, zonder andere tekenen van puberteit.
Q: Welke oorzaak ligt meestal ten grondslag aan premature pubarche?
A: Vroegtijdige activering van de adrenarche (bijnierschorsactiviteit), wat leidt tot verhoogde productie van androgenen zoals DHEA en androsteendion.
Q: Hoe verloopt de behandeling van premature pubarche?
Geen behandeling nodig bij een normale variant, enkel follow-up.
Behandeling van onderliggende oorzaak indien pathologisch (zoals bij congenitale bijnierhyperplasie).
vanaf welk jaar borstontwikkeling beginnen?
13 jaar (te late menarche is dan 15 jaar)
Wnr te laat bij jongens?
14 jaar
Waar aan moet je denken bij POI?
- Turner (45X)
- Frag. X
- Antistoffen
Wanneer denk je aan POI?
Bij waardes die passen bij postmeno:
Lage oestradiol (onder 30)
Verhoogde LH (15-30) en FSH (25-100)
Wie mogen diagnose obestitas vaststellen
BIG Geregistreerde zorgverlener
Wie screenen obesitas?
- Overgewicht + RF of graad 1 of 2 obesistas dan vanaf 10 jaar screenen
- Indien graad 3 ondanks leeftijd
Waarop screenen?
- Dm2 (IGT), leverstenose
Hoe behandelen obesitas?
GLI (gecombineerde leefstijl interventie):
- Voeding
- bewegen (min 1u per dag matig bewegen en 3x per week spierversterkend)
- gedrag
Tweede stap is farmacotherapie