ZO - Aangeboren hartafwijkingen CIS Flashcards

1
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen een subvalvulaire en supravalvulaire vernauwing?

A

Vernauwing onder of boven de klep. Bij aortaklep dus net onder aortaklep in linkerkamer of net boven aortaklep in aorta ascendens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verschillen de klinische symptomen van een valvulaire aortastenose met die van een subvalvulaire aortastenose? Motiveer je antwoord.

A

Nee. Beide leiden tot belasting van de linkerkamer, met eventueel linkerkamer-hypertrofie. Het bijpassende hartgeruis verschilt niet. In beide gevallen kan myocardischaemie ontstaan, wat kan leiden tot pijn op de borst, ritmestoornissen of syncope.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de zuurstofsaturatie in de linkerboezem, linkerkamer, aorta ascendens en arteria femoralis bij een normaal hart?

A

Linkeratrium: 100 %
Linkerkamer: 100 %
Aorta ascendens: 100 %
Arteria femoralis: 100 %

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de normale bloeddruk in de aorta ascendens en thoracale aorta descendens bij een pasgeborene?

A

Systolisch ongeveer 90 mm Hg, diastolisch ongeveer 60 mm Hg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij welke linkszijdige obstructies wordt een diastolisch geruis gehoord?

A

Longvenestenose, mitralisstenose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij welke linkszijdige obstructies wordt een systolisch geruis gehoord?

A

Aortastenose (valvulair, subvalvulair en supravalvulair), coarctatio aortae, hypertrofische obstructieve cardiomyopathie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de verschijnselen van een ernstige coarctatio aortae bij het lichamelijk onderzoek?

A

Slechte arteriële pulsaties aan de benen, eventueel ook aan de linkerarm, systolisch en soms diastolisch hartgeruis, koude acra van met name de benen, versterkte linkerkamerimpuls, soms versnelde ademhaling en bleekheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kan er als eerste opvang in het ziekenhuis worden gedaan bij een ernstige coarctatio aortae?

A

Toediening van Prostaglandine E1 om de ductus Botalli te openen, zodat de onderste lichaamshelft doorbloed blijft. Dit leidt tot een lagere zuurstofsaturatie in de onderste lichaamshelft dan in de bovenste lichaamshelft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de lange-termijn gevolgen van een niet-behandelde coarctatio aortae?

A

Hypertensie in de bovenste lichaamshelft met complicaties zoals linkerkamer-hypertrofie en verhoogde kans op CVA’s. Ook ontwikkeling van collaterale circulatie met verhoogde bloedingskans bij operatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke cardiale en/of circulatoire compensatiemechanismen gebruikt een zuigeling bij ernstige aortaklepstenose?

A

Toename hartfrequentie, verhoogde contractiliteit van myocard, perifere vasoconstrictie, myocardhypertrofie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk compensatiemechanisme kan niet acuut ingeschakeld worden?

A

Hypertrofie van het myocard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de verschijnselen bij een kind die wijzen op het inschakelen van compensatiemechanismen?

A

Bleekheid, snelle pols, snelle ademhaling, linkerkamer-hypertrofie zichtbaar op ECG.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij welk syndroom wordt een coarctatio aortae vaak gezien en welke andere linkszijdige hartafwijkingen komen daarbij voor?

A

Syndroom van Turner. Andere afwijkingen: aortaklepstenose, bicuspide aortaklep, aortaboogafwijkingen zoals aneurysma vorming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly