ZO - Aangeboren hartafwijkingen E-Module Flashcards

1
Q

Waarvan is het atrium septum defect (ASD) een gevolg?

A

(gedeeltelijk) uitblijven van septatie.

Detaileerder: Een stoornis in de vorming van het septum primum en septum secundum tijdens de embryonale ontwikkeling, wat leidt tot een secundum type ASD (ASD II), meestal een centraal defect in het atriumseptum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de incidentie van aangeboren hartafwijkingen?

A

8:1000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk deel van de kinderen met een aangeboren hartafwijking heeft een atriumseptumdefect type II?

A

10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hvl % vd aangeboren hartafwijkingen zijn VSD/ ASD? Plumo Stenose?

A

30%, 10%, 8%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een L-R shunt?

A

ASD type 2 kan dit geven, dit is een situatie waarbij de hoeveelheid bloed die er per tijdseenheid door de longcirculatie gaat groter is dan de hoeveelheid bloed die door de lichaamscirculatie gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar hangt de grootte van een L-R shunt van af?

A
  • Grootte van het defect
  • Drukverschil tussen hartruimtes waartussen het defect zich bevindt
  • Weerstandsverhoudingen van lichaams- en longcirculatie
  • Plaats van het defect
  • Compliance van hartkamers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is er anders aan de 2e harttoon bij een groot ASD II dan bij een normaal hart?

A
  • Luider
  • Gefixeerd gespleten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat voor hartruis wordt er bij het ASD gehoord?

A

Systolisch ejectiegeruis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerken rechter atrium?

A

Getrabeculariseerde achterwand en stomp oor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kermerken linkeratrium?

A

Gladde achterwand en vingervormige oor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerken rechter ventrikel?

A

Spierband tussen tricuspidalisklep en pulmonaalklep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vanaf welke zijde van het hart wordt het atrium septum gewoonlijk bestudeerd (links of rechts)?

A

Rechts, Het hart wordt via de normale stroomrichting mee geïnspecteerd, derhalve het rechter atrium als eerste.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke van de onderstaande kenmerken zijn aanwezig bij een tetralogie van Fallot?

A
  • Ventrikelseptumdefect
  • Pulmonalisstenose
  • Overrijdende aorta
  • Rechterkamer hypertrofie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe vaak komt de tetralogie van Fallot voor?

A

5% (6%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het kenmerkende aspect van het klinisch beeld van een kind met tetralogie van Fallot?

A

Centrale cyanose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is centrale cyanose?

A

Centrale cyanose is het blauw zien van slijmvliezen, nagelbed, tong en eventueel huid ten gevolge van onderverzadiging met zuurstof van het arteriële bloed.

(Bij perifere cyanose is het arteriële bloed goed met zuurstof verzadigd, doch is er verhoogde zuurstof extractie in de weefsels. Dit uit zich meestal met blauwe verkleuring van de uiteinden van de extremiteiten, de acra.)

17
Q

Wat is de oorzaak van de centrale cyanose bij tetralogie van Fallot?

A

R-L shunt op ventrikelniveau

18
Q

Zal een patiënt met een tetralogie van Fallot met lichte pulmonalisstenose cyanotisch zijn?

A

Nee, want dan zal er L-R shunt door het VSD zijn

19
Q

Wat is het meest kenmerkende van het ECG bij een dergelijke patiënt?

A

Rechterkamerhypertrofie

20
Q

Hoe wordt een kind met tetralogie van Fallot behandeld?

A

Chirurgisch, op leeftijd < 1 jaar