ZO3.1 Flashcards

1
Q

Op de verkregen blot leest men drie grootheden af:

de positie van de eiwitband,

de intensiteit van de band en

het aantal verschillende banden

Wat vertellen deze grootheden over het eiwit in kwestie?

A

Positie: het MW (‘grootte’) van het eiwit

Intensiteit: de hoeveelheid van het eiwit

Aantal banden: of er meerdere vormen van een eiwit voorkomen, of meerdere soorten eiwitten die met het antilichaam kunnen reageren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

open leesraam

A

Een start-plaats gevolgd door een serie codons zonder stop. In het mRNA voor een eiwit van bijvoorbeeld 100 aminozuren moet zich een open leesraam van 300 basen bevinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt cDNA gemaakt?

A

Reverse transcriptase enzym met als beginnetje een stuk poly-T (wat aan de poly-A staart plakt).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het genomisch DNA van een gen en zijn cDNA?

A

Genomisch DNA heeft een promoter en introns, cDNA niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de zus/broer van een obligaat drager heeft … kans op dragerschap

A

1/2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het werkingsmechanisme van colchicine?

A

Remming van de aanmaak van microtubuli.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De telomeer is een tamelijk complexe structuur aan het eind van de chromosomen. Geef aan wat de belangrijkste functies (kunnen) zijn van:

(a) de herhaalde TTAGGG sequentie: ……………………………………

(b) de T-loop: …………………………………………………………………

(c) de telomeer-specifieke eiwitten: …………………….

A

Het werkt als een buffer tegen beperkt verlies, maar dat zou ook met een willekeurig stuk niet-coderend DNA te realiseren zijn. Belangrijker is, dat er zo een mogelijkheid wordt geschapen om met een kant-en-klaar stukje template de telomeren op lengte te brengen of te houden.

De T-loop kan bijdragen aan het verbergen van het open uiteinde voor verschillende enzymen, die iets met open uiteinden ‘doen’, zoals exonucleasen of breukherstel-enzymen.

Het maken en stabiliseren van de telomeer structuur; het aantrekken en regelen van het enzym telomerase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beschrijf twee manieren om in chromosoompreparaten (of in cellen) specifiek de telomeren aan te kleuren.

A
  • FISH m.b.v. een (TTAGGG)n repeat als fluorescerende probe
  • Immunofluorescentie met antilichamen tegen telomeer-specifieke eiwitten.

Beide methoden kunnen zowel voor interfase-kernen als gespreide chromosomen worden gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke twee chromosoomafwijkingen kunnen ontstaan in cellen waarin de telomeren niet meer functioneren?

A

Zodra de uiteinden niet meer afdoende beschermd worden, vallen ze ten prooi aan de efficiënte breuk-herstel-enzymen van het NHEJ proces (zie ZO DNA herstel & kanker). Het resultaat is zg ‘telomeer-fusie’ (fig.3516C) en wordt zichtbaar als een dicentrisch chromosoom of een ring-chromosoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly