RBW3+4 Flashcards

1
Q

miRNA

A
  • hele korte stukjes RNA
  • gecodeerd zijn in het genoom van de cel waarin ze functioneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

miRNA genen

A
  1. daarvan wordt pri-RNA van afgeschreven
  2. dan heb je een pre-miRNA
  3. dan wordt dat matuur mi-RNA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

siRNA’s

A
  • = short interfering RNA’s
  • als je dubbelstrengs RNA hebt in een cel dan breekt die cel dat af in korte stukjes
  • die korte stukjes worden dan vervolgens weer gebruikt als miRNA, alleen de plek van origine is anders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe wordt siRNA gebruikt in het lab?

A

als korte stukjes RNA die ze zelf in een cel kunnen brengen waardoor een gen uitgeschakeld kan worden (iig de expressie ervan)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verschil miRNA en siRNA

A

miRNA is echt van de cel zelf, siRNA is meestal kunstmatig en wordt door onderzoekers ingebracht (of het komt van virussen maar hoef je niet te weten)

maar de functie is ongeveer hetzelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

er zijn twee dingen om van eu- naar heterochromatine te gaam of andersom

A
  • DNA-methylering van C’s (naast G)
  • acetylering van histon-tails
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

acetylering van chromatine gevolg

A

dan is het chromatine open

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

methylering gevolg

A

eu=> hetero

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

acetylering gevolg

A

hetero => eu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zit er op een tumor?

A

een receptor molecuul: PD-L1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zit er op een T-cel?

A

PD1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat gebeurt er als de PDL-1 en PD1 van de tumorcel en T-cel elkaar gevonden hebben?

A

dat is een signaal om niet te gaan killen; dan denkt de T-cel dat de tumorcel lichaamseigen en goed is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe zorgen wij ervoor dat dat PDL-1 en PD1 proces niet meer op die manier werkt?

A

we voegen een antilichaam toe dat bindt aan òf PDL-1 òf PD1. zo kunnen ze niet meer aan elkaar binden en wordt het signaal van ‘eet me niet op’ niet doorgegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly