H3.2: Het ontstaan van chromosomale afwijkingen Flashcards

1
Q

centromeer

A

waar 2 chromosoomarmen aan elkaar vast zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

celcyclus

A

1: G1
2: S
3: G2
4: M

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

G1 fase

A

cel heeft van elk chromosoom 1 kopie. 1 van je vader, 1 van je moeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

S-fase

A

verdubbeling van het DNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

G2 fase

A

twee zuster chromatiden. je hebt nu dus van elk chromosoom 2 kopieën. in deze fase wordt gecontroleerd of alles netjes is gedaan en het wordt afgewerkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

M-fase

A

mitose: chromosomen worden verdeeld over 2 dochtercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mitose

A
  1. profase
  2. prometafase
  3. metafase
  4. anafase
  5. telofase
  6. cytokinese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

profase

A

condenseren van DNA. er onstaan langerzamerhand dus steeds meer structuurtjes in de celkern. de celkern is nog intact en de chromosomen beginnen langzamerhand zichtbaar te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

prometafase

A

kernenvelop gaat verloren zodat de chromosomen vrij in het cytoplasma komen te liggen en deze zijn dan ook goed zichtbaar als losse lichaampjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

metafase

A

chromosomen worden in het midden van de cel in een soort disk gebracht in het midden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

anafase

A

chromosomen worden naar twee kanten van de cel getrokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

telofase

A

chromosomen decondenseren en nieuwe kernenveloppen worden gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cytokinese

A

het cytoplasma wordt gescheiden in twee aparte cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe worden de chromosomen uit elkaar getrokken?

A

door draden van tubuline: micro-tubuli. deze zijn georganiseerd vanuit een centrosoom en ook de centrosoom wordt verdubbeld in de S-fase. ergens tussen de G2 en M fase gaan die centrosomen die naar de twee polen. de tubulinedraden worden vervolgens vastgemaakt aan de chromosomen. elk chromosoom wordt aan twee kanten vastgemaakt (beide polen). daarna trekken de tubulinedraden ze naar de polen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

microtubuli

A
  • zijn georganiseerd vanuit een centrosoom
  • er zijn ook tubulinedraden die van de ene pool naar de andere gaan. deze zorgen ervoor dat de polen uit elkaar geduwd worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

technieken om chromosomen te zien

A
  • alle chromosomen aankleuren (bv R bandering)
  • in situ hybridisatie (FISH)
  • chromosomen specifieke probes (FISH)
  • spectrale karyotypering (SKY)
17
Q

waartoe kunnen breuken in het DNA leiden?

A
  • translocaties
  • deleties
  • dicentrische chromosomen (met twee centromeren)
  • etc
18
Q

wat gebeurt er met een dicentrische chromoosom?

A

normaal gesproken hoort een chromosoom via tubuline draden gekoppeld te worden aan de twee centrosomen aan de twee polen. die zitten vast aan het chromosoom bij de centromeer. dat aanhechtingspunt heet kinetochoor. kinetechoor zit aan twee kanten.

bij een dicentrisch chromossom kan het voorkomen dat de ene centromeer naar links getrokken wordt en de andere naar rechts. dan krijg je een soort trekkracht op elk van de chromatiden naar twee kanten. hierdoor zal het chromoosom breken tijdens mitose. hierdoor hou je gebroken chromosomen over in de nieuwe cellen. hierdoor kan in de toekomst ook translocatie optreden.

dicentrische chromosomen zie je alleen snel nadat er breuken verkeerd zijn gerepareerd, maar na een paar celdelingen zijn ze er niet meer

19
Q

kinetochoor

A

aanhechtingspunt van tubulinedraden op centromeer.

20
Q

numerieke afwijkingen

A

bv 3 chromoomen 8; trisomie chromosoom 8. als je dan ook ziet dat 9 en 22 afwijkend zijn is het CML die in de acute fase terecht is gekomen.

21
Q

hoe ontstaan numerieke afwijkingen?

A

in het anafase checkpoint wordt gekeken of de cel wel van de meta naar anafase kan. dus alle chromosomen liggen midden in de cel te wachten op een veilig-signaal.

als er een mutatie is met de anafase checkpoint , kan het zijn dat de chromosoom maar aan 1 van de twee kanten vast zit. als er dan getrokken gaat worden kan het dus gebeuren dat beide zusterchromatiden naar 1 kant worden getrokken. hierdoor heeft de ene dochtercel 3 chromosomen en de ander 1. dit heet non-disjunctie.

22
Q

non-disjunctie

A

als een chromosoom niet vast zit voordat de uitverdeling begint, dan kan er een chromosoom te veel of te weinig in de dochtercel komen

23
Q

hoe ontdek je numerieke afwijken?

A
  • in het karyogram
  • analyse van (CA)n repeats (zie ZO aneuploidie en coloncarcinoma)
  • bij NGS: verlies van single nucleotide polymorphisms
24
Q

analyse van (CA)n repeats

A

je kan kijken of in de tumor het aantal repeats anders is dan elders, en dan weet je welk stuk van een chromossom weg is.

25
Q

bij NGS

A

verlies van SNPs. je vergelijkt het genoom van je bloed met je tumor. stel in je bloed heb je een chromossom met A en een ander met G. als je in je tumor alelen een G hebt weet je dat je het chromosoom met een A verloren hebt.

26
Q

hoe ontstaat een deletie?

A
  • eerst een dubbelstrengs breuk in het DNA
  • dan mitose
  • het stukje chromoosom zonder centromeer worden niet goed uitverdeeld omdat de tubulinedraad niet bindt
  • er ontstaat een cel die een (stuk) chromoosom mist. er ontstaat een micronucleus om het losse stukje chromosoom heen dat niet in de echte kern is. maar deze is erg instabiel
27
Q

chromothripsis

A

chromosoom wordt ineens compleet door elkaar gehusseld; chromosomen kunnen in kleine stukjes breken en weer aan elkaar gezet worden. dat kan bij 1 of meerdere chromosomen zijn.

vaak in laat stadium tumoren

28
Q

genamplificatie

A

het gebied van een bepaald gen op een chromosoom is ineens heel groot geworden. tientallen of honderden kopieën achter elkaar van hetzelfde gen/aantal genen.

amplificatie kun je zien als homogeen kleurende gebieden of ‘dubbel minute’ chromosomen

29
Q

hoe ontstaat zo’n amplificatie?

A

het hele chromosoom moet precies 1 keer per cyclus verdubbeld worden. replicatie gebeurt vanaf een origin of replication maar als elke origin meer dan 1 keer per S-fase start met verdubbeling, zijn er bepaalde stukken in het genoom met extra kopieën.

30
Q

bijdrage aan tumorigenese

A

activering van oncogenen door:
=translocatie
=verdubbeling van chromosoom
=genamplificatie
inactivering van tumor suppressor genen door:
=deletie
=verlies van chromosoom

31
Q

telomeren

A
  • 6 nucleotide repeat aan het uiteinde
  • deze zorgt ervoor dat het uiteinde als een soort van T-loop weer in zichzelf terugkomt zodat een uiteinde beschermd is tegen allerlei vormen van afbraak en zodat het niet herkend wordt als DNA-breuk.
  • zonder de beschermende wrking van telomeren zijn DNA uiteinden zichtbaar voor de cel => dicentrisch chromosoom omdat de telomeren aan elkaar vast gemaakt worden. deze wordt dus uit elkaar getrokken => chromosomale instabiliteit
32
Q

andere rol van telomeren

A

gedifferentieerde cellen raken bij elke celdeling een klein stukje van een telomeer kwijt door de manier waarop DNA polymerase DNA verdubbelt. totdat je op een gegeven moment bij een lengte aankomt waarbij een systeem begint dat zegt ‘de telomeren worden te kort, stoppen met delen’. op een gegeven moment zijn de telomeren zo kort dat ze niet meer KUNNEN delen. => celdooddie limiet is een goed anti-kanker mechanisme.

33
Q

stamcellen telomeren

A

stamcellen kunnen wel hun telomeren op lengte houden. telomeren worden bij elke celdeling weer verlengd door het enzym telomerase.

34
Q

tumorcel telomeren

A

gaat telomerase aanzetten. oneindige doordeling

35
Q

alternatieve telomeerverlenging

A
  • 85-90% van alle tumoren brengt telomerase tot expressie
  • waarom niet 100%? => er is ook een andere manier om te blijven doordelen: ALT mechanisme
36
Q

ALT mechanisme

A

andere manier om telomeren te verlengen

37
Q

telomerase remmer als magic bullet om tumoren te stoppen?

A

nee. tumorcellen hebben andere mechanismen. ALT of ze kunnen muteren

38
Q
A