H5.7: Tumor evolutie: Klinische implicaties van intratumor heterogeniteit Flashcards

1
Q

genomische afwijkingen onderverderling

A
  • specifieke afwijkingen
  • niet-specifieke afwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

specifieke afwijkingen

A

heeft direct invloed op hoe een cel zich gedraagt; drivers

oorzakelijk betrokken bij transformatie en progressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

driver mutatie

A

mutatie die er dus echt voor zorgt direct dat een cel een tumorcel wordt en deze tumorcel dan vervolgens in stand houdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

niet-specifieke genomische afwijkingen

A

hebben geen dirtect effect op het ontstaan/progressie van tumor
- passengers/hitchhikers
- age-related genomic aberrations

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

proto-oncogen

A
  • aanwezig bij iedereen in DNA
  • als hierin een afwijking ontstaat, verandert het in een oncogen => tumor fenotype
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoeveel allelen in een proto-oncogen moeten afwijken/muteren om een oncogen te worden?

A

maar 1 vd 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tumorsuppressorgenen

A
  • eerst ontstaat er 1 afwijking (bv verlies van 1 allel)
  • als er dan iets gebeurt met dan ene overblijvende allel, heb je pas een probleem
  • dan wordt de tumor niet meer onderdrukt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoeveel allelen moeten in een tumor suppressorgen muteren om tumor te worden?

A

2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

clonaal

A
  • uit dezelfde cel ontstaan
  • hebben allemaal precies dezelfde afwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

clonal dominance

A

1 clone groeit harder dan de rest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

klinische tumor

A

heel veel cellen met wèl dezelfde driver, maar er is veel meer onderweg opgepikt aan passenger mutaties die verschillen per cel; heterogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

TP53

A
  • tumorsuppressorgen
  • je verwacht dus 1 gemuteerd allel icm verlies van het wildtype allel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

als je 100% tumorcellen onderzoekt, verwacht je … % mutant tumorsuppresorgen DNA

A

100%. want het andere allel is verwijderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

DNA isolatie 80% tumor en 20% normale cellen

A

per 100 cellen:
- 80 tumorcellen, dus 80x het mutant allel (het andere allel is weg)
- 20 normale cellen, dus 40x het normale allel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

mutant allel frequentie bij dit voorbeeld

A

80/(80+40)=67%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

coverage bij NGS

A

aantal keer dat een basepositie onafhankelijk bepaald is

17
Q

Var_Cov = variant (dus gemuteerd)

A

Ref_Cov = referentie (dus normaal)

18
Q

homogene afwijking

A

clonaal = in alle cellen aanwezig

19
Q

heterogene afwijking

A

niet-clonaal, niet in alle cellen aanwezig

20
Q

EGFR

A

oncogen

21
Q

DNA isolatie EGFR oncogen 80% tumor en 20% normaal

A

per 100 cellen:
- 80 tumorcellen: 80x normaal allel, 80x wildtype allel (maar 1 vd 2 bij oncogen is afwijkend)
- 20 normale cellen: 40x normaal allel

22
Q

mutant allel frequentie bij oncogen

A

80/(80+80+40)= 40%

23
Q

welke mutatie bij longkanker zorgt voor resistentie erlotinib?

A

p. T790M

24
Q

!: homogeniteit van mutaties is aanwijzing, maar geen bewijs, voor causale betrokkenheid bij maligne transformatie (age-related en passenger/hitchhiker mutaties in dominante clone zijn ook mogelijk ipv dat het meteen een driver is)

A
25
Q
A