H7.1: Secundaire preventie - screening Flashcards
screening
het onderzoeken van een in principe gezonde populatie om asymptomatische gevallen van een ziekte/erfelijke aanleg/risicofactoren op het spoor te komen, in de veronderstelling dat deze aandoening in een vroeg stadium misschien beter te behandelen is
doel van screening
verhogen van (gezonde) levensverwachting/kwaliteit van leven in de populatie
= bij screening op ziekte door vroege behandeling
= bij screening op erfelijke aanleg en risicofactoren door verandering van levensstijl en/of intensievere screening
klinische praktijk draait om detectie van ziekte (van belang om niets te missen)
=> hoge sensitiviteit
screening richt zich op gezonde mensen (van belang om de nadelen te bespreken)
=> hoge specificiteit
Wilson and Junger criteria for screening 3 belangrijkste
- bewijs voor de effectiviteit van screening
- voordelen van screening zijn groter dan de nadelen
- redelijke balans tussen kosten en netto voordelen van screening
bewijs voor effectiviteit van screening
- langere survival van screendetected kankers vs klinisch gediagnosticeerde kankers niet genoeg, want als de diagnose EERDER wordt gesteld (met screening), ga je nog steeds op hetzelfde moment dood, maar het lijkt een langere survival te zijn omdat de tijd tussen diagnose en sterfte langer is. ook is er sprake van length time bias
- het enige dat je dus echt kan doen om effectiviteit van screening aan te tonen is gerandomiseerde studies
lead time bias
Lead time bias happens when survival time appears longer because diagnosis was done earlier (for instance, by screening), irrespective of whether the patient lived longer.
lead time
the duration of time between the detection of a disease (by screening or based on new experimental criteria) and its usual clinical presentation and diagnosis (based on traditional criteria).For example, it is the time between early detection by screening and the time when diagnosis would have been made clinically (without screening).
length time bias
Length time bias (or length bias) is an overestimation of survival duration due to the relative excess of cases detected that are asymptomatically slowly progressing, while fast progressing cases are detected after giving symptoms. [citation needed]
Length time bias is often discussed in the context of the benefits of cancer screening, and it can lead to the perception that screening leads to better outcomes when in reality it has no effect. Fast-growing tumors generally have a shorter asymptomatic phase than slower-growing tumors. Thus, there is a shorter period of time during which the cancer is present in the body (and so might be detected by screening) but not yet large enough to cause symptoms, that would cause the patient to seek medical care and be diagnosed without screening.
gerandomiseerde studies voor effectiviteit van screening
je neemt een gezonde groep mensen. de helft bied je screening aan, de andere helft niet. dan ga je kijken hoeveel mensen dood gaan aan de kanker waarin je geinteresseerd bent. maar hier heb je enorme grote groepen voor nodig, omdat de event-rate zo laag is
voordelen zijn groter dan nadelen
screening heeft een groot positief effect op de gezondheid voor een paar mensen en een klein negatief effect voor velen -> de vorodelen van screening moeten opwegen tegen de nadelen
gezondheidsraad
adviseert of balans voordelig uitvalt voor screening
waarom worden kosten ook meegenomen?
als ineffectieve interventies worden vergoed, zijn minder middelen beschikbaar voor efficiente interventies en wordt de gezondheid van de bevolking niet gemaximaliseerd
twee vormen van screening
- georganiseerde screening (population based screening/mass screening)(zoals in NL)
- opportunistische screening (case-finding)
oppertunistische screening
we vergoeden screening voor een bepaalde leeftijdsroep voor bepaalde ziektes, maar we laten het aan het individu om actie te ondernemen om naar de kliniek te gaan