tentamen moeilijk/algemeen Flashcards
waardoor wordt angiogenese geïnduceerd?
- hypoxie via HIF1alfa
- VEGF
purine
- A
- G
pyrimidine
- C
- T
niet-homologe DNA-eindverbinding
- KU70/80 dimeer herkent breuk
- DNA-PKcs en ligase brengen twee uiteinden aan elkaar
welke drie factoren zorgen voor nauwkeurigheid bij de DNA-replicatie?
- base selectie
- proof-reading
- mismatch reparatie (EXO1 knipt het gemuteerde stuk)
waarvoor heb je PARP1 nodig?
BER
wat doet PARP1?
bindt aan enkelstrengsbreuken en verzorgt herkenning voor reparatie-eiwitten
synthetische letaliteit
- PARP1 remmen
- enkelstrengsbreuken staan lang open
- er komt al replicatie voordat dit is gerepareerd
- door de breuk valt het uit elkaar
- twee opties: (1)niet-homologe eindverbinding (2)homologe recombinatie
- niet-homologe eindverbinding kan niet door gebrek aan 2de DNA-uiteinde
- homologe recombinatie dmv BRCA: tumor dood, normale cellen leven
wat is de invloed van hyperthermie?
=> breekt BRCA2 af => geen homologe recombinatie
dubbelstrengsbreuken reparatiemechanismen
- niet-homologe DNA-eindverbinding (non-homologous end joining, NHEJ)
- homologe recombinatie (HR)
enkelstrengsbreuken reparatiemechanismen
- BER
- NER
FLT3-receptor
- split kinase receptor
- ITD mutatie => AML
GCSF-receptor
- non-RTK receptor
- mutatie => CNL
IL-7 receptor
- non-RTK receptor
- i.c.m. JAK2 mutatie => ALL
TPO-receptor
- non-RTK receptor
- i.c.m. JAK2 mutatie => myeloproliferatieve aandoening
welke mutaties horen bij MPN?
- JAK2
- MPL-R
- calreticuline
effecten van een Wnt pathway die aanstaat
- cycD => celcyclus
- CDK4 => celcyclus
- MYC => celcyclus
- LGR5 => niche
volgorde darmkanker mutaties
1: APC
2: K-RAS
3: p53, SMAD
Wnt als therapie target
COX2 stimuleert Wnt pathway. een COX2-remmer, zoals aspirine, remt de Wnt-pathway
verschil MDS en MPN
kijk overzicht blz 21 boekje
MDS behandeling
5-azacytidine
- C-homoloog die niet kan worden gemethyleerd
- op de 5 plek is een N, ipv een C
MDS pathofysiologie
hypermethylering
wat gebeurt er bij methylering?
er komt een bindingsplaats voor CpG eiwitten
wat doen CpG eiwitten?
euchromatine => heterochromatine
met welk enzym vindt methylering plaats?
DNMT
waar vindt vooral methylering plaats?
in CG-eilanden in de promotor: plaats 5 van ringstructuur
BCL-2 effect op apoptose
inhiberend
BAX effect op apoptose
stimulerend
intrinsieke apoptose pathway
stress/DNA-schade
1. p53 reageert
2. BAX actief
3. cytochroom C komt vrij uit mitochondria
4. activeert caspase 3
5. apoptose
extrinsieke apoptose pathway
TNF/FASL
1. DISC: death inducing signaling complex
2. caspase cascade
3. apoptose
BH3 functie
blokkeert BCL2 en activeert BAX
hoe remmen senescente cellen de celcyclus?
- p53
- p21
- p16
uit welke 3 domeinen bestaat p53?
1) TAD: transcriptie-activerend
2) DNA-bindend
3) tetramerisatie (werkzaam alleen als tetrameer)
p53 normale situatie
- MDM2 bindt aan TAD
- MDM2 voegt ubiquitine toe aan TAD
- ubiquitine zorgt ervoor dat p53 wordt afgebroken door proteasomen
- geen apoptose
p53 onder stress
- TAD wordt gefosforyleerd
- MDM2 kan niet binden aan TAD
- meer p53 in nucleus
- tetramerisatie + activatie
- apoptose
waarop heeft p53 invloed?
- p21
- BAX (induceert apoptose)
- MDM2 (negatieve feedback)
tumoren p53
- missense mutatie in DNA-bindend domein
- verlies beide allelen
- MDM2 amplificatie
er is een hoge concentratie aan p53, maar het is niet werkzaam
dominante negatieve werking p53
- werkt als tetrameer
- als 1 is gemuteerd, werkt de rest ook niet
- dus: wildtype wordt ook geïnactiveerd
wanneer de CD8+ cytotoxische T-cel is geactiveerd, wat gebeurt er dan?
deze cel gaat eiwitbevattende cytotoxische granulen uitscheiden.
uit deze granulen komt:
1. perforine: maakt gaten in tumor celmembraan
2. granzym B: gaat tumor naar binnen door gat
tumor editing
- normale cellen muteren waardoor het immuunsysteem ze herkent
- via intrinsieke regulatie gaan ze naar reparatie, apoptose, of senescense : eliminatie
- niet goed genoeg? => immuun systeem valt cellen aan
- => equilibrium: getransformeerde cellen zijn onderdrukt aanwezig
5.verdere mutaties => niet meer herkend door immuun: escape door:
~geen Ag maken
~HLA downreguleren
kanker immuun cyclus
- tumor Ag komen vrij
- de vrijgekomen tumor Ag’s worden door APC’s opgenomen
- APC’s gaan naar lymfeklieren, waar speeddating plaatsvindt tussen APC’s en T-cellen. match? => heel veel T-cellen
- T-cellen gaan via bloed richting tumor
- T-cellen infiltreren door het endotheel naar de tumor
- T-cellen herkennen tumorcellen adhv HLA en Ag
- tumorcel wordt gedood
priming costimulatioire activatie
signaal 1 = HLA-Ag => TCR
signaal 2 = CD80+CD86 => CD28
hierdoor komt CTLA-4 op het T-celmembraan
hoe doen alkylerende middelen hun werk?
adducten en crosslinks
platina verbindingen
adducten en crosslinks
taxanen
verhinderen depolymerisatie
western blotting
- eiwitten scheiden adhv gewicht
- grootte: plaats van band
- hoeveelheid: dikte van band
mutaties CML
- ABL 9=>22
- BCR 5’22=>22
- BCR 3’22=>9
philadelphia chromosoom
ABL en BCR 5’
folliculair B-cel lymfoom
Bcl2 gen bij IgH enhancer
lymfoom van burkitt
c-myc gen naar IgH enhancer
T colon
T1: uitbreiding tot in submucosa
T2: uitbreiding tot in muscularis propria
T3: uitbreiding tot in subserosa of pericolisch/perirectaal vetweefsel
T4: uitbreiding in omgevende organen of door peritoneum
N colon
N0: geen regionale kliermetastasen
N1: maximaal 3 klieren positief
N2: meer dan 3 klieren positief
T mamma carcinoom
T1: tumor 2 cm of kleiner in grootste dimensie
T2: tumor meer dan 2 cm maar niet meer dan 5 cm in grootste dimensie
T3: tumor meer dan 5 cm in grootste dimensie
T4: tumor met ingroei in thoraxwand of huid
N mamma carcinoom
N1: maximaal 3 klieren positief (tenminste 1 klier met een metastase >0,2cm)
N2: meer dan 3 klieren positief maar niet meer dan 9 positieve klieren
N3: meer dan 9 klieren positief
urologische tumoren meta
kleine bekken
penis vulva tumoren meta
lies
testis tumor meta
abdominale aorta
bronchustumoren gaan eerst naar… en dan naar …
eerst intrabronchiale klieren en dan naar hilaire klieren
in transit metastase
een uitzaaiing van kanker die zich verspreidt via lymfevaten tussen de oorspronkelijke tumor en de dichtstbijzijnde lymfeklieren, maar die de lymfeklieren zelf nog niet heeft bereikt. Dit komt vooral voor bij huidkankers zoals melanoom. dus je hebt onderweg al een vastloping.
een uitzaaiing van kanker die zich verspreidt via lymfevaten tussen de oorspronkelijke tumor en de dichtstbijzijnde lymfeklieren, maar die de lymfeklieren zelf nog niet heeft bereikt. Dit komt vooral voor bij huidkankers zoals melanoom. dus je hebt onderweg al een vastloping.
in transit metastase
skip metastasering
bepaalde lymfeklieren worden overgeslagen
bepaalde lymfeklieren worden overgeslagen
skip metastasering
eerste lymfeklier die een lymfbaan tegenkomt =
sentinel node
sentinel node
eerste lymfeklier die een lymfbaan tegenkomt =
hoe kan skip metastase voorkomen?
als er bv al eerder in het gebied is geopereerd kan het zijn dat de lymfedrainage is verstoord
lymfangitis carcinomatosa
massaal tumor deposities in lymfevaten
de term pleuritis carcinomatosa wordt ook wel gebruikt maar verwijst dan naar pleuraholte
massaal tumor deposities in lymfevaten
de term pleuritis carcinomatosa wordt ook wel gebruikt maar verwijst dan naar pleuraholte
lymfangitis carcinomatosa
tumordeposits
je ziet een tumorgroei buiten het orgaan, maar niet in een duidelijke lymfeklier structuur
je ziet een tumorgroei buiten het orgaan, maar niet in een duidelijke lymfeklier structuu
tumor deposits
hoe kan tumordeposits ontstaan?
- in transit metastase
- lymfeklier waar metastase in is geweest en de metastase is zo gegroeid dat de hele lymfeklier is vernietigd dus je ziet de rets van de lymfeklier niet meer
entmetastasering
pleuraholte, bv pleuradoorgroei longtumor: pleuravocht, pleuritis carcinomatosa
peritoneumholte bv door doorgroei maagtumor: ascites, peritonitis carcinomatosa
pericardholte, bv bij maligne mesothelioom
steekkanaal buikwand metastase na naald biopsie van levertumor
pleuraholte, bv pleuradoorgroei longtumor: pleuravocht, pleuritis carcinomatosa
peritoneumholte bv door doorgroei maagtumor: ascites, peritonitis carcinomatosa
pericardholte, bv bij maligne mesothelioom
steekkanaal buikwand metastase na naald biopsie van levertumor
entmetastasering
wat zijn twee mogelijke oorzaken waardoor tumorceldeling niet circiaan verloopt?
- de klok in tumorcellen is nog synchroon, maar de celcyclus niet
- de klok in tumorcellen is niet synchroon, en hierdoor de celdeling ook niet.
spectrale karyotypering (SKY)
je hebt gwn een soort overzicht van alle chromosomen. dan voeg je een kleur probe toe die dan ergens specifiek aan bindt. hiermee maak je de chromosomen zichtbaar, zodat je kan zien hoeveel , maar ook translocaties zijn hierdoor zichtbaar
pleiomorf
groep cellen die qua grootte, vorm of kleur sterk van elkaar verschillen
anaplasie
dedifferentiatie
desmoplastisch
tumorcellen met collageenrijk stroma
een buisvormige structuur in het cytoplasma van de cel
centriool
centriool
een buisvormige structuur in het cytoplasma van de cel
centrosoom
bestaat uit twee loodrecht op elkaar staande centriolen; spoellichaampjes vormen hieruit
bestaat uit twee loodrecht op elkaar staande centriolen; spoellichaampjes vormen hieruit
centrosoom
het centrale deel van een chromosoom dat als anker fungeert bij de segregatie (opdeling) van de chromatiden tijdens de mitose.
centromeer
centromeer
het centrale deel van een chromosoom dat als anker fungeert bij de segregatie (opdeling) van de chromatiden tijdens de mitose.
symptomen rechtszijdige CRC
- vermoeidheid
- anemie
symptomen linkszijdige CRC
- veranderd defecatiepatroon
- rectaal bloedverlies
- krampen
welke twee typen adenomen zijn voorlopers van CRC?
- sessiele adenomen
- tubulo-vilieuze (meest voorkomend, KRAS)
lead time bias
als de diagnose EERDER wordt gesteld (met screening), ga je nog steeds op hetzelfde moment dood, maar het lijkt een langere survival te zijn omdat de tijd tussen diagnose en sterfte langer is. ook is er sprake van length time bias;
Lead time bias happens when survival time appears longer because diagnosis was done earlier (for instance, by screening), irrespective of whether the patient lived longer.
length time bias
Length time bias (or length bias) is an overestimation of survival duration due to the relative excess of cases detected that are asymptomatically slowly progressing, while fast progressing cases are detected after giving symptoms. [citation needed]
Length time bias is often discussed in the context of the benefits of cancer screening, and it can lead to the perception that screening leads to better outcomes when in reality it has no effect. Fast-growing tumors generally have a shorter asymptomatic phase than slower-growing tumors. Thus, there is a shorter period of time during which the cancer is present in the body (and so might be detected by screening) but not yet large enough to cause symptoms, that would cause the patient to seek medical care and be diagnosed without screening.
trechter van dunning criteria
- noodzakelijke zorg
- werkzaamheid
- doelmatigheid (weegt het op?)
- eigen rekening en verantwoording (kan de burger dit zelf betalen?)
QALY=
tijdsduur x ernst
Geef een aantal voorbeelden van orgaansystemen welke acute schade kunnen vertonen en beschrijf de klachten van de patiënt. Beargumenteer of je elk van deze reacties kunt voorkomen en zo ja, hoe je dat zou moeten doen.
Keelslijmvlies
pijn bij slikken
te voorkomen door zoveel mogelijk volume af te dekken.
Slokdarmslijmvlies
pijn bij slikken
te voorkomen door zoveel mogelijk volume af te dekken.
Darmslijmvlies
diarree
te voorkomen door zoveel mogelijk volume af te dekken.
Noem zo volledig mogelijk de orgaansystemen waarbij sprake is van laat optreden van bestralingsschade en beschrijf de klachten van de patiënt hierbij. Geef aan of de klachten van voorbijgaande aard zijn of niet.
Speekselklieren
droge mond en caries
doorgaans blijvend
Dunne darm
diarree
bij laat optreden doorgaans blijvend
(kan echter wel na enkele jaren geleidelijk uitdoven)
Ooglens
staar
blijvend
Nieren
nierinsufficiëntie
blijvend
Ruggenmerg
neurologische uitval
blijvend
Huid
fibrose (cosmetisch blijvend bezwaar en soms pijnlijk)
blijvend
precursor formaat
groot
rijpe cel formaat
klein
nucleoli precursor
goed zichtbaar
nucleoli rijpe cel
slecht zichtbaar
precursor chromatine
open
rijpe cel chromatine
gesloten
precursor cytoplasma
basofiel-neutrofiel
rijpe cel cytoplasma
neutrofiel-acidofiel
kern rijpe cel
lobbig
blasten:
normaal
MDS
leukemie
<2%
<20%
>20%
NPM1 mutatie
AML:
insertie van 4 basen => frameshift
gevolgen NPM1 mutatie
geen verandering in de overleving, maar wel minder lang ziektevrij
calreticuline mechanisme
- stimulering door TPO
- dimerisatie van MPL-eiwitten
- JAK2 wordt aangezet
JAK-2 mutatie
polycytemia vera
welke mutatie leidt tot polycytermia vera?
JAK-2
mutaties bij MPL en CAL-R
primaire myelofibrose en essentiele trombocytemie
prognostische marker
Prognostische markers geven informatie over de waarschijnlijke uitkomst of het verloop van de ziekte onafhankelijk van de behandeling. Ze helpen voorspellen hoe agressief een ziekte is en wat de kans is op overleving of terugval. Met andere woorden, ze geven inzicht in de prognose van een patiënt.
Positieve prognostische marker: Als een prognostische marker positief is, betekent dit dat de patiënt een beter verwachte uitkomst heeft. Bijvoorbeeld, als een kankerpatiënt een positieve marker heeft die geassocieerd wordt met een lagere kans op terugkeer van de kanker, is dat een gunstig teken.
Negatieve prognostische marker: Een negatieve prognostische marker geeft juist een slechtere prognose. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat de ziekte waarschijnlijk agressiever zal zijn of dat de overlevingskans lager is.
predictieve marker
- Predictieve markers
Predictieve markers voorspellen hoe goed een patiënt zal reageren op een specifieke behandeling. Ze worden vaak gebruikt om te bepalen of een bepaalde therapie effectief zal zijn, zoals chemotherapie of immunotherapie.
Positieve predictieve marker: Als een predictieve marker positief is, betekent dit dat de patiënt waarschijnlijk goed zal reageren op de behandeling. Bijvoorbeeld, een positieve predictieve marker voor een specifieke kankerbehandeling zou betekenen dat de kans groot is dat de behandeling effectief zal zijn voor deze patiënt.
Negatieve predictieve marker: Een negatieve predictieve marker betekent dat de patiënt waarschijnlijk niet goed zal reageren op de behandeling. In dat geval zou een andere behandelingsoptie mogelijk effectiever zijn.
FACS x-as
hoeveelheid DNA
FACS y-as
hoeveelheid cellen
aphidicolin
DNA-polymerase remmer
dimensies palliatieve zorg
fysiek
psychisch/emotioneel
sociaal
spiritueel
wat zijn meest voorkomende symptomen bij kankerpt in laatste stadium?
pijn !
vermoeidheid !
anorexie
obstipatie
dyspneu
misselijkheid
MLL mechanisme
- MLL fusie-eiwitten hebben het SET domein verloren
- MLL fusie-eiwitten kunnen geen H3K4 methylering meer uitvoeren
- MLL fusie-eiwitten worden nog steeds gerecruteerd naar hun normale target genen
- MLL fusie-eiwitten gaan een interactie aan met histon-methylase DOT1L
- DOT1L zorgt voor methylering van H3K79
- H3K79 methylering zorgt voor hyperactivatie van MLL target genen
- Hyperactivatie van MLL target genen leidt tot abnormale celgroei
gebrek aan differentiatie
anaplasie
desmoplasie
Certain cancers induce a dense, abundant fibrous stroma (desmoplasia), making them hard
anaplasie
Tumors composed of undifferentiated cells are said to
be anaplastic, a feature that is a reliable indicator of
malignancy.
eigenschappen anaplastische cellen
- pleiomorfisme (variatie in vorm en grootte)
- nucleaire abnormaliteiten (hyperchromatisme, increased
nuclear-to-cytoplasmic ratio) - loss of polarity
dysplasie
disorderly proliferation;
Dysplastic epithelium is recognized by a loss in the
uniformity of individual cells and in their architectural
orientation
HER2
bij amplificatie => borstkanker
RAS oncogen of tumorsuppressor gen
oncogen
RAS mechanisme
- in inactieve staat is GDP gebonden.
- groeifactors (zoals EGF) stimuleren de uitwisseling van GDP met GTP
- er treden conformatieveranderingen op die RAS activeren
- Activated RAS stimulates downstream regulators of proliferation by several interconnected pathways that converge on the nucleus and alter the expression of genes that regulate growth, such as MYC or BRAF.
RAS mutaties
- puntmutaties GTP bindingspocket
- puntmutaties in de regio die GTP hydrolyse verzorgt
initiatie DNA replicatiefase (S-fase)
hiervoor is cyclineE/CDK2 complex nodig.
cyclineE/CDK2 is afhankelijk van E2F transcriptiefactoren.
hoe wordt cycline E geactiveerd?
CDK4 fosforyleert pRB waardoor E2F vrijkomt. E2F zorgt ervoor dat cycline E stijgt (en p16)
TGF-beta
groeiremmer
initiatie S-fase
1) CDK4 fosforyleert pRB waardoor E2F vrijkomt
2) E2F verhoogt tegelijkertijd CycE en p16. CycE verzorgt de overgang van G1- naar S-fase. p16 remt de G1-fase. Samen zorgen ze er dus voor dat de S-fase wordt geïnitieerd
Hoe zorgen groeifactoren voor de daadwerkelijke groei?
als voorbeeld : EGF
1) EGF verhoogt RAS
2) RAS verhoogt CycD/CDK4
3) CycD/CDK4 zorgt ervoor dat een cel de G1-fase ingaat
4) CycD/CDK4 zorgt er ook voor dat pRB wordt gefosforyleerd waardoor de cel doorgaat naar de S-fase
TGF-beta mechanisme
bindt aan een dimeer receptor. hierdoor worden CDKI’s afgeschreven waardoor proliferatie wordt geremd.
SMAD
betrokken bij TGF-beta signaling
welke eiwitten dragen bij aan het veranderde tumormetabolisme (glycolyse en lactaat ipv glycolyse en oxydatieve fosforylering)?
- RAS
- MYC
BH3
remt de apoptose remmende Bcl-2 en stimuleert de apoptose-inducerende BAX
waardoor wordt VEGF aangemaakt?
RAS en MYC
cathepsine
breekt ECM af
welke PD bevat de tumorcel?
PDL-1
PD-1
op T-cellen
wat gebeurt er als PDL-1 en PD-1 aan elkaar binden?
cytotoxische T-cellen worden uitgeschakeld
CTLA-4 functie
zit op de T-cel en bindt aan CD80 en CD86 op de tumor Ag. hierdoor wordt de T-cel inactief.
vogelstein model
- APC
- KRAS
- p53
Wat is de bijnaam voor de lymfklier die de laatste halte vormt voor de inmonding in de vena subclavia sinistra?
Virchow’s klier.
alkylerende middelen
adducts
platinum verbindingen
adducts en crosslinks
topoisomerase remmers
dubbelstrengs DNA-breuken in S-fase
plaveiselcelcarcinoom in longen
- hoog in luchtweg
- p16ink4 en p53 mutatie
- keratine dus verhoorning
- 98% roker
adenocarcinoom longen
- lager in luchtweg
- slijmerig
- 75% roker
subcategoriën adenocarcinoom vd longen
EGFR: goed te behandelen met TKI
KRAS
3 categoriën mamma carrcinoom
1) Her2 overexpressie
2) Er positief, Her2 negatief
3) triple negatief
wat repareert BER?
- spontane hydrolyse
- deaminatie
- oxidatieve schade
=> enkelstrengsbreuken
wat reparareert NER?
- UV schade (intrastreng crosslinks, fotoproducten)
- bulky adducts (BPDE)
interstreng crosslinks
gerepareerd met homologe recombinatie
positief voorspellende waarde
Het geeft de kans weer dat iemand die een positieve testuitslag heeft, daadwerkelijk de ziekte of aandoening heeft.
PPV formule
Aantalwaar-positieven/
Aantalwaar-positieven + Aantalvals-positieven
sensitiviteit formule
Aantalwaar-positieven/Aantalwerkelijkezieken
specificiteit formule
aantal waar-negatieven/aantal werkelijk gezonden
NPV formule
aantal waar-negatieven/totaal negatieven
prior kans
alle echt zieken ongeacht testuitslag/alle deelnemers
posterior kans
alle zieke mensen met positieve test/alle mensen met positieve test
wat controleert het anafase checkpoint?
of alle chromosomen aan beide centrosomen verbonden zijn via tubulinefilamenten
wat controleert het intra-S checkpoint?
Het intra-S checkpoint controleert of er DNA schade is
wat controleert het G2/M checkpoint?
of de replicatie volledig is
vroege effecten screening
- stijging incidentie
- normale mortaliteit
late effecten screening
- incidentie stabiel (of daling bij screening op voorstadia)
- daling mortaliteit
disconteren
= toekomstige kosten en effecten omrekenen naar een huidige waarde
invasie van de matrix stappen
1) losmaken intercellulaire junctions
2) door bsm met proteolyse
3) MMP-9
welke tumoren nemen geen FDG op?
- thyroid
- prostaat
- neuro-endocrien
mutaties kleincellig longkanker
- p53
- 16
- pRB
mutaties plaveiselcelcarcinoom long
- p16
- p53
moleculen betrokken bij NER genome wide
- XPC/RAD23
- UV-DDD
- XPD/XPB
moleculen betrokken bij NER transcriptie
- CSB/CSA
- RNA polymerase II
late effecten radiotherapie
- Fibrose en vaatschade => Nierfunctieverlies/oedeem
- Bloedvaten van het hart => Vaatschade/Dyspnoe bij inspanning/pijn op de borst
- Schildklier Vaatschade =>Traagheid, toename gewicht
- Huid =>Hyperpigmentatie=> Cosmetische klachten
PV mutaties
JAK2
ET mutaties
JAK2
calreticuline
TPO/MPL
PMF mutaties
JAK2
calreticuline
TPO/MPL
CML mutaties
alleen BCR-ABL
CDK genen komen tot expressie op een specifiek moment tijdens de celcyclus
NEE
CDKs worden afgebroken door cycline-afhankelijke kinase remmers (CKIs)
NEE
B CDKs zijn alleen actief wanneer ze een complex vormen met cyclines
C CDKs fosforyleren eiwitten die nodig zijn voor celcyclus progressie
JA
verschil incisie/ excisie
incisiebiopt betekent dat materiaal zonder marge wordt verwijderd, terwijl excisiebiopt altijd een marge van gezond weefsel heeft
lymfangitis carcinomatosis
ophoping van
tumorcellen/verstopping door tumorcellen in/van de lymfbanen
Wanneer is een echo abdomen zinvol in de follow up van een 54 jarige patiënt met een Non-Hodgkin lymfoom?
Zinvol bij verdenking op localisatie van het lymfoom in de lever en/of milt of kliermetastasen intra-abdominaal
Beschrijf twee mogelijkheden wat je met de echo van het abdomen kunt opsporen en beschrijf ook tenminste één nadeel
van de echo.
Met de echo kunnen levermetastasen, hepatomegalie, splenomegalie, kliermetastasen, vrijvocht, eventueel hydronefrose van de nieren,
vasculaire afwijkingen, dilatatie galwegen worden opgespoord (1p).
Nadeel: echo is minder nauwkeurig dan CT; bij de aanwezigheid van levermetastasen kun je eventuele kliermetastasen minder goed zien
(1p).
verschillen neoadju en inductie
Bij neoadjuvante doelstelling zal de systemische behandeling altijd worden gevolgd door een in opzet curatieve vervolgstap (vaak zal dat
een operatie zijn), bij inductiebehandeling hoeft dat niet altijd (2p). Een respons van de primaire tumor op neoadjvante behandeling is niet
per se nodig; bij inductiebehandeling wel (2p).
Noem vier verschillende aspecten die besproken kunnen worden bij Advance Care Planning
ꞏ Waarden en wensen van patiënten
ꞏ Sociale situatie
ꞏ Wilsverklaringen
ꞏ Wie is de vertegenwoordiger van de patiënt
ꞏ Besluiten rond reanimatie
ꞏ Beslissingen rond behandeling van ziekte/symptomen
ꞏ Voorkeursplaats voor overlijden
therapeutische breedte aanpassen
Fractiedosis verhogen (hypofractionering)
Intensiteits gemoduleerde bestralingstechniek gebruiken
Kleine marge gebruiken voor PTV; positionering optimaliseren/controleren.
Bestraling met protonen
Combinatie met radiosensitizer
hyperfractionering
- kleine doses
- meer sessies
hypofractionering
- grote doses
- minder sessies
wat gebeurt er bij bestraling mbt tijd (denk aan die curve)
1) herstel van sublethale schade
2) lineaire afbraak
mechanisme apoptose intrinsieke pathway
1) p53 reageert
2) BAX wordt geactiveerd
3) BAX zorgt ervoor dat vanuit mito cytochroom C vrijkomt in de cel
4) cytochroom C zorgt samen met andere eiwitten ervoor dat caspase 3 vrijkomt waardoor apoptose
ALL mutaties
- JAK2
- IL7
CRC meta
lymfogeen:
- longen
- lever
indicaties MRI
tumoren in:
- lever
- bot
meta longcarcinoom
- long
- lever
- bijnier
hoe meet je een pathologische klier?
in de korte as
wanneer zie je klier van virchow heel duidelijk?
slokdarmkanker bij meta op afstand
maagkanker bij meta op afstand
meta mamma
- hersen
- long
- bot
- lever
wanneer worden lymfeklieren pathologisch?
> 15 mm korte as
wanneer worden tumoren het doel van therapie?
> 10mm op CT langste as
20 mm op X-thorax
HNPCC mutatie
mismatch repair
hoe meet je tumoren?
in de lengte
op welke 2 manieren heeft fixeren effect?
- stoppen autolyse
- crosslinken
waar zit de JAK2 mutatie bij MPN?
in het JH2 pseudokinase domein (deze remt gewoonlijk de JAK2 activiteit)
wat is het effect van een calreticuline mutatie?
spontane MPL dimeer vorming
Hoe werkt JAK-signalering?
1) ligand bindt aan receptor
2) receptor dimeriseert
3) receptor recruiteert en activeert JAK
4) JAK fosoforyleert de receptor
5) de gefosforyleerde receptor is nu een bindingsplek voor transcriptiefactoren met het juiste SH2-domein
6) als deze eiwitten binden, worden ze door JAK gefosforyleerd
GEF zorgt ervoor dat
GDP naar GTP wordt omgezet
acute schade
- mond-/keelslijmvlies => pijn bij slikken
- slokdarmslijmvlies => pijn bij slikken
- maagslijmvlies => misselijkheid
- dunnedarmslijmvlies => diarree
- huid erythreem => pijn door erythreem
chronische schade
- ruggenmerg myelopathie => neurologische uitval
- nierfibrose => nierinsufficiëntie
- ooglensfibrose => staar
- huid hyperpigmentatie => cosmetisch
curatieve chirurgie voorwaarden
- radicale resectie van primaire tumor moet mogelijk zijn
- meenemen van regionale lymfeklieren
- relatief kleine kans op morbiditeit en mortaliteit
genome wide NER stappen
1 herkenning DNA beschadiging door XPC/RAD23B complex
2 ontwinden DNA door helicase activiteit XPD en XPB
3 aanbrengen enkelstrengs DNA breuk door ERCC1/XPF complex
4 excisie enkelstrengs DNA fragment met DNA beschadiging door XPG
5 DNA synthese
6 ligatie
metallo proteinases 2 functies
- groeifactoren maken
- collageen IV klieven
Bij tumoren van het lymfoide- of myeloide type gebruiken we meestal niet de term metastasering maar een andere term.
Welke term is dat?
disseminatie
Op welke manier(en) draagt of dragen tumor-geassocieerde macrofagen bij aan de progressie van deze tumoren?
- ze produceren groeifactoren voor tumorcellen
- ze stimuleren nieuwvorming van capillairen
-ze remmen de werking van anti-tumor immuuncellen - ze faciliteren metastasering van tumorcellen
Noem twee manieren om Lynch Syndroom in een colontumor op te sporen en beschrijf beide manieren kort.
Immuunhistochemie (1p) waarbij een histologische coupe wordt gekleurd met antilichamen die specifiek zijn voor de belangrijkste
mismatch reparatie eiwitten (1p);
DNA analyse (1p), waarbij de sequentie van de belangrijkste mismatch reparatie genen wordt bepaald (1p) met NGS of een andere
sequencing techniek.
Analyse van microsatelliet instabiliteit (1p) door PCR over een (CA)n repeat en analyse van het aantal repeats (1p).
Waar in de lymfklier komen tumorcellen als eerste terecht?
submarginale sinus
Hoe noemt men het onderzoek om het eerste lymfedrainage station bij carcinomen op te sporen?
schildwachtklier procedure
MLL
- Het SET domein, dat zorgt voor H3K4 methylering, gaat verloren. Het eiwit wordt nog wel op dezelfde wijze gerekruteerd, maar regulatie is niet meer mogelijk, want ook het remmende domein is verloren gegaan.
- De fusie-eiwitten die leiden tot ALL kunnen nu een nieuw eiwit binden: Dot1L. Net als het SET domein kan Dot1L histon H3 modificeren: Het SET domein methyleert H3K4. DOT1L het methyleert H3K79, een sterk activerende code.
klonale hemapotoese
- het zijn vaak “driver” mutaties in AML
- ze verhogen de kans op AML
- als geïsoleerde mutaties zijn ze niet pathogeen
- in de gezonde bevolking aanwezig
- vooral bij ouderen (ongeveer 10%)
- mutaties geven een groeivoordeel aan stamcellen
multimodaliteit
het combineren van meedere behandelingen