VO4.1: Moleculaire diagnostiek van leukemie Flashcards
1
Q
NPM1-mutatie
A
- vaak gevonden bij AML
- insertie van 4 basen => frameshift
- geen lagere overleving
2
Q
FLT-3 mutatie
A
- vaak gevonden bij AML
- een ITD (internal tandem duplication; A type of genetic change in which a DNA sequence in a gene is copied and inserted right after the original DNA sequence) in het juxtamembraan domein => spontane activering van FLT3-receptor => spontane celdeling van AML-cellen
- lagere overlevingskans
3
Q
FLT-3 en NPM1 mutatie in combinatie met elkaar
A
hogere overlevingskans omdat NPM1 beschermend werkt.
4
Q
calreticuline receptor
A
zorgt n.g. na stimulatie van TPO voor meer trombo’s . dit doordat:
1. stimulering door TPO
2. maakt dimeren van MPL-eiwitten
3. maakt meer receptoren hierdoor
4. zullen JAK2 aanzetten
5
Q
mutaties in JAK2, MPL of CAL-R
A
te veel genexpressie van kaartje 4
6
Q
JAK2 mutatie =>
A
polycythemia vera
7
Q
MPL of CAL-R =>
A
primaire myelofibrose en essentiele thrombythemia
8
Q
CSF3R mutatie
A
GCSF receptor is aangedaan die normaal betrokken is bij het aanmaken van neutrofielen => spontane dimeer vorming => spontane JAK activiteit => chronische neutrofielen leukemie
9
Q
A