H2.6: Next Generation Sequencing Flashcards
tussen A en T zitten ….. waterstofbruggen
2
tussen Cen G zitten ….. waterstofbruggen
3
waarom H-brug?
omdat relatief zwak
DNA sequencing
het bepalen van de volgorde van de 4 nucleotiden - “basen”- waaruit het DNA molecuul bestaat
PCR
polymerase chain reaction
= om DNA zichtbaar te kunnen maken moet er veel meer extra kopieën gemaakt van worden
hoe werkt PCR?
- je hebt dubbel-stranded chromosomaal DNA
- daar maak je enkelstrengs DNA van dmv denatureren
- DNA primers herkennen het stukjes dat gesequenced moet worden en binden daaraan
- nu vindt de PCR plaats, oftewel de DNA synthese
- en splitst het weer en begint het hele proces opnieuw
- dit kan zo’n 20-30 keer herhaald worden
missense mutation
je codeert voor een ander aminozuur
nonsense mutatie
codeert voor stopcodon
voorbeelden toepassing DNA-sequencing in de oncologie
- DD
- therapiekeuze
- clonaliteitsanalyse (metastase of 2de primaire tumor?)
- oncogenetica
- weefselidentificatie
sanger sequencing
je hebt een mix van je DNA dus met primer en nucleotiden die fluoriscerend gelabeld zijn. dan bouw je die fluoriscerende nucleotiden achter elkaar in op je DNA molecuul. met een laser kan je dit aflezen. op deze manier bepaal je de volgorde. dit kan je dan vergeljken met je referentie.
voorloper next generation sequencing
nadeel sanger sequencing
arbeidsintensief en je krijgt maar een heel klein stukje info
next generation sequencing
van elk DNA molecuul de volgorde bepalen. maar je kan heel veel DNA moleculen per keer doen en ook van meerdere pt tijdens 1 run.
twee verschillende NGS manieren om te sequencen
- amplicon based sequencing
- hybridization enriched sequencing
amplicon based seuqncing
met primers sequence je een bepaalt target gebied met PCR.
daar plak je vervolgens bepaalde adapters aan vast. deze zorgen ervor dat je straks nog kan herkennen welk stukje DNA het was. dan is het klaar om te sequencen.
hybridization enriched sequencing
je gaat niet eerst PCR doen. je knipt het hele stuk DNA in kleine stukjes, dus niet alleen de target region eruit knippen. dan maak je wel weer de adapters vast. er is een probe dat stukje target region kan herkennen en wordt adhv een heel klein magneetje weggehaald en deze wordt gesequenced.
sequence manieren
memoraid!
flow cell mechanisme
glasplaat waar al die DNA fragmenten op gaan binden. hierop zijn primers geladen. dus de fragmenten binden met allebei de uiteinden aan de flow cell waardoor er een soort brug vormt. dan vindt een PCR reactie plaats. dit gaat zo door en uiteindelijk heb je clusters van dezelfde fragmenten.
dan worden er gelabelde nucleotiden ingebouwd. dmv een soort foto kan adhv kleur de sequentie worden bepaald.
sequencing bij synthesis
memoraid
aan die adapters komen ook barcodes die specifiek zijn per patient
data verwerking
biochematisch: automatisch: gaat van elk molecuul elk nucleotide langs en legt het naast het normale humane genoom.
waarom vindt je bij data verwerking soms bij hetzelfde zowel mutatie als normaal?
je hebt 2 allelen en emestal is een mutatie maar bij 1 allel.
bovendien zit er vaak menging van wel gewoon gezonde cellen bij de tumorcellen.
coverage
hoe vaak het is gesequenced. dus ook hoe goed, omdat hoe hoger hoe kleiner de kans dat je een mutatie mist.
ref_cov
het wildtype : dus het gewone niet gemuteerde aantal
var_cov
hoe veel gemuteerde reads
var_freq = VAF
de frequentie van een bepaalde mutatie
VAF formule
VAF = var_cov / coverage * 100% = ….%
er wordt geprobeerd altijd minimaal 20% tumor cellen te sequencen (dus 20% tumor in de DNA mix)
als je een KRAS mutatie in 46% terug vindt, wat is dan de tumor cel percentage?
92%. je doet het mutatie percentage keer 2 en dan weet je je tumorcel percentage
VAF: variant allel frequentie
hoe vaak een variant op een specifieke positie voorkomt tov de referentie sequentie
waarvan is VAF afhankelijk?
- gen (oncogen (dominant) vs tumor-suppresor gen (recessief)) dus heeft ermee te maken hoeveel gemuteerde allelen je nodig hebt voordat het kanker is
- tumorcelpercentage
coverage (deep sequencing)
aantal malen dat een base-positie (onafhankelijk) bepaald is.
hoe hoger, hoe “deeper” (beter) gesequenced
WES: whole exome sequencing
sequencen van alle exonen van alle genen
WGS: whole genome sequencing
sequencen van totale genoom
ngs overzicht
- single molecule
- duizenden fragmenten/analyse
- output 1-20 x 10^9 basen
- weinig DNA nodig
- hoge gevoeligheid
- poolen van samples (barcode)
- bio-informatica vereist
sanger sequencing overzicht
- mix van moleculen
- 1 fragment/analyse
- output pax 1000 basen
- veel DNA nodig
- lage gevoeligheid
- poolen niet mogelijk
- eenvoudige analyse