ZO's week 5 Flashcards

1
Q

linkszijdige colontumor

A
  • rectum
  • sigmoid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

linkszijdige tumor symptomen

A
  • veranderd defaecatiepatroon
  • rectaal bloedverlies
  • krampen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

rechtszijdige coloncarcinomen

A
  • caecum
  • colon ascendens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

rechtszijdige carcinomen symptomen

A
  • moeheid
  • anemie (door chronisch gering bloedverlies via geulcereerde tumor)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

FAP genetisch defect

A

APC-gen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

FAP patho

A

vele adenomateuze poliepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

HNPCC afwijkingen

A

in het reparatiemechanisme van DNA; de zgn mismatch repair genen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke tumoren komen regelmatig voor in het colon?

A
  • adenoom
  • adenocarcinoom
  • carcinoïd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

histologisch beeld per kanker

A

memoraid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke mutaties leiden tot de overgang van normaal tot adenoom weefsel

A
  • APC
  • mismatch repair genen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke mutaties leiden tot de overgang van adenoom tot adenocarcinoom weefsel

A
  • KRAS
  • p53
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

TNM

A

Tumor Node Metastase;

tumor-lymfeklier-metastase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

T1

A

tumor reikt tot in submucosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

T2

A

Tumor reikt tot in de muscularis propria.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

T3

A

Tumor groeit door muscularis propria []in omgevend vetweefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

T4

A

Tumor groeit door het peritoneum []of in omringende organen.

17
Q

N0

A

Geen regionale lymfekliermetastasen.

18
Q

N1

A

Metastase in 1 tot 3 regionale lymfeklieren of een tumordeposit

19
Q

N2

A

Metastase in > 3 regionale lymfeklieren.

20
Q

M0

A

geen metastasen op afstand

21
Q

M1

A

metastasen op afstand

22
Q

lagen colon

A

memoraid

23
Q

Naar welk orgaan metastaseren carcinomen van de dikke darm het meest frequent?

A

lever

24
Q

waarom metastaseren coloncarcinomen vaak naar lever?

A

omdat de veneuze afvoer van de dikke darm via de poortader in de lever plaatsvindt

25
Q

lage Hb en iets verhoogde bezinking duiden op …

A

anemie

26
Q

waarop wijst een positieve benzidine-reactie in de faeces?

A

occult bloedverlies

27
Q

Welke behandeling pas je in eerste instantie toe bij de diagnose colon adenocarcinoom?

A

chirurgie

28
Q

hoe weet je welke kant van de tumor aanvoerend of afvoerend is?

A

kijken naar de kant van de verdikking: daar stapelde ontlasting zich op

29
Q

Voor plaveiselcelcarcinomen geldt dat er:

A
  1. Desmosomen aanwezig moeten zijn en / of
  2. Verhoorning zichtbaar moet zijn.
30
Q

Voor adenocarcinomen geldt dat er of:

A
  1. Vorming van klierbuis-achtige structuren moet zijn, of
  2. vorming van papillaire structuren zichtbaar moet zijn, of
  3. er kan worden aangetoond dat de cellen ‘slijm’ (mucopolysacchariden) produceren.
31
Q

klinisch pathologische afwijkingen erfelijk CRC

A

memoraid

32
Q
A