VO1.2 Flashcards
1
Q
criteria
A
- celgrootte
- cytoplasma
- kern
- kern-cytoplasma verhouding
2
Q
precursor
A
relatief groot en nucleoli zichtbaar
3
Q
erythrocytair
A
(kogel-)ronde kern, onregelmatig chromatine
4
Q
granulocytair/monocytair
A
niet-ronde kern
5
Q
lymfocytair
A
gladgekleurde ronde kern
6
Q
waardoor is basofiel cytoplasma donker?
A
RNA
7
Q
hoe komt infectie?
A
minder functionele leuko’s –> minder weerstand
8
Q
hoe komt groen sputum
A
bacteriele longinfectie => neutrofiele infiltratie => verlaten long via groen sputum
9
Q
waardoor buikklachten?
A
vergrote milt
10
Q
waardoor vergrote milt?
A
acccumulatie myeloide cellen in rode pulpa
11
Q
plasmacel
A
- kern acentrisch
- groot cytoplasma
- gebied tegen kern = golgi
- Ig producerend
12
Q
multiple myeloom
A
13
Q
A