Recht Flashcards

0
Q

Il crimine

Il criminale

A

De misdrijf
De misdaad
De misdadiger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Violentare

A

Verkrachten

Aanranden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Infastidire

Scocciatore

A

Lastigvallen

Lastpak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Assalire

A

Overvallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

La dichiarazione

A

De verklaaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

La costituzione

A

De grondwet

Grondwettelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Legalizzare
Legale
La legge

A

Legaliseren
Wettelijk
De wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Equo

Iniquo

A

Rechtvaardig

OnRechtvaardig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

La giustizia

A

De Justitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

La liberta’

L uguaglianza

A

De vrijheid

De gelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Abolire

A

Afschaffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

La tassa

A

De belasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Il vantaggio

Vantaggioso

A

Het voordeel

Voordelig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

La polizia

Il commissario

A

De politie

De commissaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Inseguire

A

Achtervolgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Arrestare

A

Arresteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sospettare

A

Verdenken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Il borseggiatore

A

De straat.rover

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Il carcerato

A

De gevangene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

La pena

A

De straf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Identificare

A

Identificeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Truffare, imbrogliare

Minacciare

A

Bedriegen

Bedreigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Il crimine

A

De misdaad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

La multa

A

De boete

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Colpevole Innocente Dichiararsi
Schuldig ONschuldig Beweren onschulding te zijn
25
Interrogatorio
Het verhoor
26
La sorveglianza
De bewaking
27
Il terrorismo
Het terrorisme
28
Il giudice
De rechter
29
La corte
Het gerecht
30
Il pm
De openbare aanklanger
31
L accusato
De beklaagde
32
Confessare
Bekennen Ontkennen : negare, smentire
33
Il processo
Het proces
34
Il verdetto
Het vonnis | Het verdict
35
Il testimone
De getuige
36
La difesa
De verdediging
37
La rissa
De rel
38
L accoltellamento La sparatoria La rissa
De steekpartij De schietpartij De vechtpartij
39
La colpa
De schade
40
Trovare qualcuno colpevole
Iemand schuldig bevinden
41
Avvocato d' ufficio
Het Toegevoegde advocaat
42
Denunciare
Aangeven | Een diefstal
43
Costituirsi
Zich aangeven
44
Denunciare
Aangeven | Een diefstal
45
L autorizzazione | Dare l autorizzazione
De vergunning | De vergunning verlenen
46
Corrompere
Omkopen
47
Cadere in trappola
In val lopen
48
In prigione
In de gevangenis.
49
Il rapitore | Rapire / sequestrare
De kidnapper De ontvoerder Ontvoeren
50
La vittima
De slachtoffer
51
Il colpo, la botta, lo schiaffo
De klap | Een zware klap krijgen
52
Sfuggire da
Ontsnappen aan het drukte van het vliegveld
53
E' permesso accarezzare i coniglietti
Het is toegestaan OM de konijntjes te aaien
54
Evasione fiscale
Belasting.fraude
55
Una condanna per frode fiscale
Een veroordeling van belasting.fraude | De magistraten
56
Prendere gli arresti domiciliari o la pena alternativa Punire Impunito
Huisarrest of taakstraffen krijgen Straffen Straffe.loos
57
Coplevole di | Innocente
Schuldig aan | Onschuldig
60
Emettere un mandato di cattura
Een arrestatie.bevel Uitvaardigen Vaardigheid destrezza, capacita'- conoscenza,
61
Emettere una legge
Een wet uitvaardigen
62
L estradizione
De uit.levering
63
Accusare di omicidio
Wegens moord aanklagen
64
Processare per omocidio
Iemand Wegens moord vervolgen
65
Darsi alla fuga
Op de vlucht slaan
66
Accoltellamento
Steekpartij
67
Giurare
Zweren
68
La rissa | Il tafferuglio, il disordine
De vechtpartij | De rel
69
L autore l artefice
De dader
70
La mancanza di tracce fa presumete (denota) un crimine
Ontbreken van sporen wijst op misdrijf.
71
L inseguimento
De achtervolging
72
La disciplina | Il riformatorio
De tucht | De tucht.school
73
In modo atroce | Per modo di dire
Op gruwelijk wijze Bij wijze van spreken: per modo di dire De wijzen van oosten : i re magi
74
Gli oppositori | I dimostranti
De tegenstanders | De betogers
75
Ergastolo | Pena di morte
Levens.lange -- gevangenis.straf Dood.straf De strafallj
76
La caccia all ' uomo
De klop.jacht
77
Accusare di
Aanklagen wegens ... De aanklager
78
Fare denuncia
``` Aangifte doen (van een misdrijf) Aangifte doen van geboorte ```
79
Emettere una legge
Uit.vaardigen een wet
80
Il ladro | Il riciclatore
De dief De dievegge De heler
81
Ricettare | Ricettatore
Helen Heler Hellen (pendere) Helling
82
Sequestrare (cosa) | Rapire (persona)
In beslag nemen Kidnappen, ontvoeren
83
Appiccare il fuoco Piromane Accendere/ spegnere il fuoco
Brandstichten Brandstichter Een brand aansteken/ blussen
84
Metter/ stare dietro le sbarre
Achter de tralies zetten/ zitten
85
Ricatto
De afpersing
86
Una multa ingente
Een forse boete
87
Il creditore | La creditrice
De schuld.eiser | De scheld.eiseres
88
In contrasto con la costituzione
In strijd met de Grondwet
89
Tenere in ostaggio | Ostaggio
Gijzelen De gijzelaar De gijzelaarster De gijzeling
90
Estinguere un debito
Een schuld aflossen
91
Un furto | Manette
Diefstal | Hand.boeien losmaken of afnemen
92
I manifestanti | La manifestazione
De betogers De betoging De betogende studenten
93
Apposta, Deliberatamente, Intenzionalmente
Bewust
94
Fedina penale
Strafblad
95
Corte internazionale di giustizia
Internationale Strafhof
96
Di nascosto | Furtivamente
Stiekem
97
Cronista inviato
Verslag.gever
98
Minacciare
Bedreigen
99
Rapina
Roof Nb Roofvogel
100
Truffare (o tradire) | Trarre in inganno
Bedriegen | Misleiden
101
Rubacchiare, sgraffignare
Gappen
102
Smentire negare
Ont.kennen
103
Boia, carnefice
Beul
104
Tre giovani trovati morti
3 jongen | Dood aangetroffen
105
Prescrizioni , Provvedimenti
Maatregelen (treffen)
106
Fatto di cronaca, notizia
Krantenbericht
107
Concedere la grazia
Iem Genade Verlenen
108
Concedere la grazia a qualcuno
Iem Genade Verlaten
109
Intercettare origliare
Duitsland Luisterde Hillary clinton af Afluiseren
110
Contrabbandiere
Smokkelaar
111
Decapitare
Ont.hoofden
112
Essere in fuga da Darsi alla fuga Mettere in fuga
Op de vlucht zijn voor... Op de vlucht slaan Op de vlucht jagen De vlucht : lo stormo
113
Ampio resoconto
Uitgebreide verslag
114
Distruzione
Vernieling
115
I viaggiatori pagano le conseguenze : sono le vittime | Penalizzare
De reizigers zijn de dupe | Duperen
116
Accusare di omicidio
Aanklagen Wegens Moord
117
Inseguire fino alle porte dell inferno
Achtervolgen tot aan de poorten van de hel
118
Truffare | Frodare
Oplichten
119
Crivellare di colpi
Doorzeven Mh18 doorzeefd
120
Lik op stuk beleid
Il Giudicare e condannare per direttissima
120
Persone che trasgrediscono La legge Un divieto
Mensen die De wet Een verbood Overtreden
121
Giudicare
Berechen
122
Condannare
Veroordelen
123
Punire
Bestraffen
124
Invulnerabile
Onkwets.baar
125
Provocare / causare | un disastro
Een ravage | Aanrichten
126
Sussidio Soddisfare tutte le Condizioni Rispondere ai requisiti
Bijstand.uitkering Aan Alle Voorwaarden voldoen Aan de eisen voldoen
127
Passeggero clandestino
Verstekeling
128
Truffa = frode = imbroglio
De oplichterij = zwendel = oplichting De oplichter , lichster = truffatore Oplichten = rischiararsi , sollevare
129
L obbligo Obbligatorio
De verplichting Verplicht
130
Denunciare | Dichiarare
Aangeven
131
Imporre una multa
Boete heffen
132
Passare la corona
De kroon overgeven
133
Trattare ingiustamente Bene / male
Onterecht behandelen
134
Le dovevo una spiegazione
Ik was Haar Een uitleg Verschuldig
135
Falsificare
Vervalsen
136
Stare in agguato | Sbirciare
Loeren | Piepen
137
Applicare la norma
De norm hanteren | Worden gehanteerd
138
Presentarsi (arrivare a)
Opdagen
139
Accoltellare con coltello
Met een mes steken
140
Il decoro
Het fatsoen
141
Il sequestratore | Il sequestrato
De gijzel.nemer | De gijzelaar
142
Il complice (artefice)
De mededader
143
Fare denuncia
Aangifte doen
144
L' occasione fa l' uomo ladro
Gelegenheid maakt de dief.
145
L Astante
Omstander
146
Il rapito | Il sequestro
Gijzelaar Gijzeling Gijzelen Gijzelnemen
147
Cacciare un urlo
Een gil geven
148
Pappone
Pooier
149
``` Una banda (branco) di Ragazzacci ```
Een bende | Kwajongens
150
Una folla inferocita Prende d assalto il carcere E lincia il violentatore
Een woedende menigte Bestormt de gevangenis En lincht de verkrachter
151
Pestare , picchiare
Af.tuigen Afgetuigd Getuigen
152
Atti osceni
Ontucht
153
Borseggiatore
Zakken.roller
154
Il pubblico ministero chiede L ergastolo Contro gli artefici
De openbare Ministrie (OM) Eist Levenslang tegen de dader Levenslang krijgen
155
Prendere provvedimenti
Maat.regelen | Nemen
156
Avere un coltello puntato alla gola
Hij kreeg Een mes oo zijn keel Gezet
157
Esibizionista
Naakt.loper Potlood.venter
158
Contrabbando
De Smokkel
159
Sequestrato | Martire
Gijzelaar Martelaar Gijzelnemer of houder Beul
160
L abbandono di un bebe' | E' punibile
Het achterlaten van een baby | Is straf.baar
161
Crimine contro la morale pubblica | Atti osceni
Zeden.delict
162
Guardiano del carcere
Bewaarder
163
La richiesta (di pena) contro qq
De eis tegen iemand
164
Colpire/ picchiare | A sangue
Slaan | Tot bloedens toe
165
Infliggere una pena a qq
Iemand Een straf Opleggen
166
Il luogo del delitto
De plaats delict De plaats van het delict
167
Fare Una falsa testimonianza Una dichiarazione
Een valse getuigenis Een verklaring Af.leggen
168
Fare Una falsa testimonianza Una dichiarazione
Een valse getuigenis Een verklaring Af.leggen
169
Sequestratore | E assassino
Ontvoerder | En mordenaar
170
Notaio Traduttore giurato Norme aggiuntive
Notaris Beedigde vertaler Aanvullende regels