Aan Flashcards
0
Q
Accusare
A
Aanklagen
Wegens moord
Wegens moord vervolgen processare
1
Q
Parlare/guardare
Non parlarsi piu’
A
Aankijken
2
Q
Fissare
Stare a fissare
A
Aanstaren
Zitten aan te staren
Wat zit je ME nu aan te staren?
Is er wat?
3
Q
Dichiarare
A
Aangeven
De verklaring
4
Q
Offrire
Accettare
A
Aanbieden
Aannemen
5
Q
Mettersi addosso
Accendere la luce
Fare scalo In un porto
Fare un torto o un dispiacere a qq
A
Aandoen
Het licht aandoen
In een haven aandoen
Iemand - onrecht of verdriet aandoen
6
Q
Aankomen
A
Arrivare
Ingrassare
Toccare (innavvertitamente)
7
Q
Consigliare
A
Aanraden
Aanbevelen
8
Q
Sentire , intuire
Avere feeling
A
Aanvoelen
Elkaar goed aanvoelen
9
Q
Annunciare
Annuncio avviso
A
Aankondigen
10
Q
Fermare qq
A
Aanhouden
11
Q
Tenere addosso (vestiti)
A
Aanhouden